”De nacht van Ronke” van Jef Aerts biedt stilistisch veel
Ronke is op zomerkamp. Het liefst zou ze naar een atletiekkamp gaan, maar ze is blind – en hardlopen gevaarlijk. Ooit kwam ze, zo blijkt later, in botsing met een klein meisje. Dus moet ze zich vermaken op sterrenkamp, terwijl haar ouders „zich met z’n tweetjes suf gaan wandelen in de Ardennen.” Het heelal is een passie van Ronke, maar ook hier zijn beperkingen. Want wat zie je door een telescoop als je blind bent?
Ronke uit ”De nacht van Ronke” (9+) heeft wat eigen ruimte nodig en mag de groep zo nu en dan verlaten om tot rust te komen. Ze gebruikt die tijd om te rennen. Dat doet ze zonder vooruit te komen – in haar verbeelding rent ze naar en over het uitgestrekte strand, hoort ze meeuwen en voelt ze de zee. Het levert surrealistische passages op, die lezers van de Vlaamse auteur Jef Aerts kennen uit eerdere jeugdboeken. Ook het personage Ronke past goed in zijn oeuvre: een kind dat zich niet zomaar bij beperkingen neerlegt.
Het verhaal is minder pakkend dan bijvoorbeeld Aerts’ eerdere ”De blauwe vleugels”, maar heeft stilistisch wel veel te bieden. Ronke sluit langzaamaan vriendschap met de haar toegewezen buddy, gameverslaafde Nouri. Die worstelt met het verzoek van zijn doodzieke opa uit Kroatië –die hij nooit eerder zag– om hem op te zoeken. Een nachtelijk avontuur, waarbij ook Ronkes drang om te rennen een rol speelt, brengt een ontknoping. Een afspraak met een onlinegamevriend van Nouri zorgt daarbij voor extra spanning.
De nacht van Ronke, Jef Aerts; uitg. Querido; 132 blz.; € 15,99