”Viruswereld” van Marc ter Horst: informatie over corona en andere virussen in hapklare brokjes
Het coronavirus is overbekend. Maar om begrijpelijk uit te leggen wat het is en wat het doet – daarvoor moet je veel in je mars hebben. Zoals non-fictiekinderboekenmaker Marc ter Horst.
Geen idee wat het verschil is tussen een virus en een bacterie? Het is een van de eerste dingen die Marc ter Horst uit de doeken doet in ”Viruswereld. Over snot en superspreaders”. Want als je dat verschil niet weet, is het „een beetje alsof je geen verschil ziet tussen een paddenstoel en een giraffe.” Zo’n heerlijke vergelijking toont het talent van de kinderboekenauteur: dingen dichtbij brengen door heel concrete beelden te gebruiken. Het is niet een kunstje dat Ter Horst zo nu en dan laat zien, maar eerder een grondtoon die hij het hele boek door volhoudt.
Een informatief coronaboek voor kinderen, zou je ”Viruswereld” kunnen noemen. De coronapandemie was de aanleiding tot het schrijven en het virus vormt de rode draad in het boek. Zo start het met een tijdlijn over één jaar corona: van december 2019 tot december 2020 („Het inenten tegen corona is net begonnen”). Maar ”Viruswereld” is meer: het geeft een brede inkijk in de wereld van virussen en ziekmakers. Elk hoofdstuk begint met een zogenaamd virusverhaal uit de geschiedenis: van SARS –de voorloper van corona– tot hiv en van de Spaanse griep tot ebola. Daarnaast komen allerlei aspecten van virussen aan bod. Hoe ons immuunsysteem ze probeert uit te schakelen, bijvoorbeeld („Je mond, je neus, je oren zijn als de poorten van een kasteel. Daarom worden ze ook zo goed bewaakt door speeksel, snot en oorsmeer”). Of, nog basaler misschien: hoe ze een pandemie veroorzaken. Dat gaat eigenlijk net zo als met filmpjes op social media, laat Ter Horst zien. Zelfs als iedereen zo’n filmpje maar met twee volgers deelt, dan is het al in iets meer dan een maand de halve wereld rond. Laat staan als er een superspreader onder de kijkers van het filmpje zit, ofwel iemand die wel 100.000 volgers heeft. Maar , betoogt ter Horst, er zijn ook altijd volgers die het filmpje al kennen – en het niet doorsturen. Dat zijn degenen die al eerder besmet zijn geweest en het virus meestal niet doorgeven.
Puddinkje
Op deze lichtvoetige manier wijdt Ter Horst zijn publiek –en dat mogen zeker ook volwassenen zijn– met klaarblijkelijk het grootste gemak in in de wereld van virussen. En de vele illustraties van Wendy Panders brengt die nog dichterbij. Zo leer je dat een besmetting nog geen infectie is. Daarvan is pas sprake als een virus een cel binnendringt. Zo’n infectie kun je „een beetje nadoen met M&M’s die je in een puddinkje duwt: eerst is er wat weerstand, maar daarna ploept het snoepje erin…” In het boek –onder andere in het hoofdstuk over vaccinaties– verschijnen ook thema’s als antivaxers, complotdenkers en nepnieuws ten tonele. Ter Horst is critici voor door zelf de vraag op te werpen waarom je „die Ter Horst dan wel zou geloven” („Goed dat je het vraagt. Alle informatie (…) komt uit wetenschappelijke bronnen (…). Als je twijfelt (…) mag je het altijd controleren”).
Eerder maakte het duo Ter Horst en Panders al een boek over klimaatverandering, ”Palmen op de Noordpool”. ”Viruswereld” is evengoed actueel, maar blijft door de brede opzet ook waardevol als de coronapandemie ooit bedwongen zal zijn. De manier waarop een complex thema in hapklare brokjes wordt aangeboden is bewonderenswaardig.
Viruswereld. Over snot en superspreaders, Marc ter Horst en Wendy Panders (ill.); uitg. Gottmer; 120 blz.; € 19,99