Uitstel van doodstraf in VS betekent nog geen afstel
Het besluit van president Joe Biden om op federaal niveau voorlopig geen doodstraffen meer te voltrekken, betekent voor vijftig veroordeelden uitstel van executie. Maar of uitstel ook afstel wordt, is nog maar de vraag.
Om direct een mogelijk misverstand weg te nemen: de opschorting betreft maar een klein deel van de ongeveer 2500 ter dood veroordeelden in de VS. De meeste mensen in de dodencel zitten in gevangenissen die vallen onder de jurisdictie van de afzonderlijke staten. Over hun lot beslist niet Washington maar de gouverneur van een staat. Bidens uitstel betreft alleen de mensen die door de federale rechter zijn veroordeeld.
Dat Biden een verklaard tegenstander van de doodstraf is, weet iedereen in Amerika. Met name in de slotfase van de verkiezingsstrijd, vorig jaar, maakte hij dat duidelijk. Toen president Donald Trump er mee ging rekenen dat zijn presidentschap ten einde liep, gaf hij opdracht om een aantal doodvonnissen te voltrekken. In de laatste maanden van zijn regering werden dertien vonnissen uitgevoerd. Sommige gedetineerden hadden al tientallen jaren gewacht op hun executie. Zeventien jaar lang waren er geen federale doodvonnissen voltrokken.
Oudere bezwaren
Biden deelde eind vorige week mee op de pauzeknop te drukken. Zijn regering wil onderzoeken of de grondrechten van de ter dood veroordeelden worden geschonden en of een eerlijke en menselijke uitvoering van de straf mogelijk is.
Een van de zaken die zal worden onderzocht is een nieuwe executiemethode, waarbij er maar één dodelijk middel in de injectie wordt gebruikt in plaats van een cocktail van drie. De VS stapten noodgedwongen over op deze procedure nadat verschillende farmaceuten weigerden nog gif voor executies te willen leveren. Volgens diverse deskundigen is deze nieuwe manier van executeren extra pijnlijk voor de terdoodveroordeelde. Het ministerie van Justitie wil nu eerst weten of er een andere methode is.
Naast dit min of meer acute probleem leven er ook oudere bezwaren. Een belangrijk argument is dat vergissingen in de rechtsgang niet meer kunnen worden hersteld als mensen zijn geëxecuteerd. Sinds 1973 zijn er 159 mensen vrijgesproken die ter dood waren veroordeeld. De meesten van hen gingen uiteindelijk vrijuit omdat met nieuwe onderzoekstechnieken werd geconstateerd dat ze onschuldig waren.
Daarnaast voeren tegenstanders van de doodstraf aan dat het moreel niet correct is dat de staat iemand het leven ontneemt. Ook wordt getwijfeld aan de effectiviteit van de doodstraf als afschrikkingsmiddel. Een veelvuldig gebruikt argument is dat er sprake is van discriminatie. Met name zwarte Amerikanen zouden vaker een doodvonnis horen uitspreken.
Deze argumenten houdt Biden nu ook allemaal nog eens tegen het licht. Of dit daadwerkelijk leidt tot het definitief afschaffen van de doodstraf, is de vraag. De president kan per decreet bepalen dat er geen doodstraffen meer mogen worden voltrokken. Zo’n besluit heeft gedurende de ambtsperiode van een president rechtskracht, maar kan door een opvolger weer naar de prullenmand worden verwezen. Bovendien zullen de staten die nu nog de doodstraf hebben, onmiddellijk naar de rechter stappen om het decreet aan te vechten.
Verstrekkender zou zijn als Biden een wet maakt die de doodstraf verbiedt. Naar verwachting zal die in het Huis van Afgevaardigden worden goedgekeurd omdat de Democraten –die doorgaans tegen de doodstraf zijn– daar de meerderheid hebben. Maar in de Senaat hebben Democraten en Republikeinen evenveel zetels. Niemand verwacht dat Bidens eventuele wetsvoorstel daar de gekwalificeerde meerderheid van zestig stemmen krijgt.
Maar gesteld dat beide kamers instemmen, dan is het pleit nog niet beslecht. De regeringen van de 27 staten die nu nog de doodstraf hebben, zullen dan naar het Hooggerechtshof stappen. Zij hechten aan het recht van de individuele staten om zelfstandig te besluiten of de doodstraf wordt gebruikt of niet. Inperking van dat recht leggen zij uit als aantasting door Washington van de zelfstandigheid van de staten.