Nog altijd heimwee naar de legendarische Willem Ruys
Het is donderdag precies 75 jaar geleden dat m.s. Willem Ruys in Vlissingen te water werd gelaten, een legendarisch passagiersschip en het grootste schip dat de Vlissingse werf De Schelde ooit bouwde. „Veel mensen zijn er nog altijd verliefd op.”
Het motorschip met bouwnummer 214 dat de Koninklijke Maatschappij De Schelde in 1947 opleverde, had een bewogen leven. Toen m.s. Willem Ruys in de vaart kwam, kreeg het bij velen in Nederland en het toenmalige Nederlands-Indië een plaatsje in het hart. Haar prachtige lijnen en moderne interieurs vormden een staaltje van vakbekwame Nederlandse scheepsbouw dat ook in het buitenland veel bewondering oogstte. Bij de overdracht van de 192 meter lange en elf dekken tellende oceaanreus kreeg de eigenaar, rederij Rotterdamsche Lloyd, het predicaat Koninklijke.
Jarenlang voer m.s. Willem Ruys als lijnschip op Nederlands-Indië, een reis die toen ongeveer drie weken duurde. De Schelde had erg lang gedaan over de bouw van het schip, maar dat had een reden. De bouw begon in 1937. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest de werf de bouw van het schip in de oorlog op last van de Duitse bezetter stilleggen. Daardoor kon de Willem Ruys pas in 1947 in dienst worden gesteld. Het casco kwam ongeschonden uit de oorlog, maar vloog kort voor de bevrijding toch bijna de lucht in. De Duitsers hadden het ondermijnd, maar een moedige Scheldewerknemer wist eigenhandig de explosieven onklaar te maken.
Het Lloyd-Atelier, dat is gevestigd in het Brabantse Netersel, opvolger van het voormalige Koninklijke Rotterdamsche Lloyd Museum, houdt de herinnering levend aan de gloriejaren van de rederij waarvoor de Willem Ruys voer. Het atelier staat in een speciale editie van zijn e-magazine Lloyd-Mail uitgebreid stil bij de tewaterlating van de Willem Ruys op 1 juli 1946.
Lloyd-Atelier-oprichter Ed van Lierde, zelf oud-stuurman, signaleert dat heel veel mensen, vooral oud-bemanningsleden en oud-passagiers, „nog altijd verliefd” zijn op dit vlaggenschip van zowel De Schelde als de Lloyd. „Onze speciale editie is echt verslonden door de lezers”, zegt Van Lierde. „We kregen ook heel veel reacties. Ik ben blij en verrast dat het verhaal van de Willem Ruys nog zó leeft. Iedereen die er op heeft gevaren en nog in leven is, roemt de bijzondere sfeer die er aan boord heerste. En het was natuurlijk een fantastisch mooi schip. Dat was de verdienste van de familie Ruys, eigenaren van de Lloyd, die er om bekend stonden bijzonder mooi vormgegeven schepen te laten bouwen voor hun rederij.”
Na het uitroepen van de onafhankelijke Republiek Indonesië in 1949 werd de Willem Ruys meer en meer ingezet voor het vervoeren van Nederlandse emigranten. In 1965 werd ze verkocht aan een Italiaanse rederij. Het schip kreeg een nieuwe naam: Achille Lauro. In 1994 brak voor de kust van Somalië op het schip brand uit waardoor het verging.
Bij velen is de herinnering aan de Willem Ruys omringd door emotie, zegt Van Lierde. „Als je oud bent en erop terugkijkt dat je als jongen of meisje voor het eerst als bemanningslid de wijde wereld introk aan boord van dit schip, vervult de herinnering aan die ervaring je natuurlijk met heimwee.”
Die emotie wordt volgens hem nog meer versterkt doordat het beroemde schip na de verkoop aan Italië grondig is verbouwd. „De Willem Ruys was toen de Willem Ruys niet meer”, zegt Van Lierde stellig. Met de verbouwing begon volgens hem ook de neergang.
Voor De Schelde is de bouw van de Willem Ruys in elk geval enorm belangrijk geweest. De opdracht leverde de scheepswerf en vele onderaannemers veel werk. Bewoners van Walcheren konden bouwnummer 214 boven Vlissingen zien uittorenen.