Economische crisis dreigt ook in Golfstaten
Het stof van de Arabische opstanden, die tien jaar geleden in de hele regio om zich heen grepen, is nog altijd niet neergedaald. En dat is niet zo vreemd. De beste analyses van wat er destijds gebeurde, laten steeds weer hetzelfde zien: mensen gingen meestal niet de straat op omdat ze zo graag jihadistische regimes aan de macht wilden, maar omdat ze een beter leven wilden.
Een baan, om mee te beginnen. Voldoende inkomen om te voorzien in basisbenodigdheden zoals voedsel, een huis, opleiding. Vrijheid ook, zodat je niet steeds om je heen hoeft te kijken voordat je iets zegt dat de leiders van je land zou kunnen irriteren.
Nu, tien jaar later, is nog steeds iets van die smeulende boosheid te voelen onder de bevolking. Want zijn de levensomstandigheden verbeterd? Nee, niet echt. Nog steeds, en zelfs meer dan tien jaar geleden, hebben miljoenen mensen in de Arabische wereld geen baan waarmee ze een fatsoenlijk salaris verdienen. Vooral de jeugdwerkloosheid in sommige Arabische landen rijst de pan uit.
Dat is bekend van landen als Egypte, maar dit probleem leidt ook tot oprispingen op plaatsen waar je het niet zou verwachten. Zo gingen jongeren in nota bene het immer rustige Oman vorige maand in diverse steden spontaan de straat op om meer werk te eisen. De politie was massaal aanwezig, maar de demonstranten lieten zich niet inpakken. Hier en daar kwam het tot ongeregeldheden.
Sultan Haitham van Oman reageerde zoals heersers van Golfstaten doorgaans reageren op sociale onrust: hij beloofde meer banen, tot wel 30.000. Tot nu toe was dat soort beloften vaak afdoende, omdat er in de Golfstaten genoeg oliegeld is om die banen (voor een groot deel in de publieke sector) ruimhartig te subsidiëren.
Maar dat verandert steeds sneller. Ook de oliestaten op het Arabisch Schiereiland zijn hard getroffen door zowel de oliecrisis als de coronacrisis – en Oman misschien wel het meest. Tegelijk hebben deze landen enorme hoeveelheden jongeren. Die stromen de komende jaren allemaal de arbeidsmarkt in, op zoek naar banen die er niet zijn. In diverse Golfstaten schommelt de jeugdwerkloosheid rond de 30 procent, zelfs zonder coronacrisis – terwijl de geboortecijfers hoog zijn.
Je hoeft geen groot profeet te zijn om te voorspellen dat zich ook in de rijke Golflanden economische problemen van grote omvang gaan voordoen.
Daarom is dé uitdaging: wie gaat er voor werk zorgen voor miljoenen jongeren in de Golf als de overheid dat niet (meer) kan? Het antwoord van de regeringen in de Golf is tweeledig: nationalisatie en diversificatie. Het eerste betekent: vervang de vele buitenlandse gastarbeiders door eigen mensen. En het tweede toverwoord moet de economie minder afhankelijk maken van olie.
Maar dat gaat niet van vandaag op morgen, en de klok tikt door. Niemand hoeft dus vreemd op te kijken als er zelfs in de doorgaans zo rustige Golfstaten vaker protesten van werkloze jongeren zullen plaatsvinden. Als verre, maar in potentie zeer krachtige echo’s van de Arabische Lente.