Langverwachte biografie Groen van Prinsterer in de maak
Het heeft lang geduurd, maar het begin is gemaakt: de langverwachte biografie van Groen van Prinsterer. Schrijver Gertjan Schutte: „Het wordt een integrale biografie, met zowel aandacht voor Groen als publiek figuur alsook voor zijn persoon.”
Schutte (30) –geen familie van oud-GPV-politicus G. J. Schutte of VU-hoogleraar Gerrit Jan Schutte (1940)– studeerde maatschappijgeschiedenis aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij promoveert dit jaar aan het Europese Universitair Instituut in Florence op achttiende-eeuwse debatten over politieke economie.
Zijn biografisch onderzoeksproject over mr. Guillaume Groen van Prinsterer (1801-1876) wordt zijn tweede proefschrift. Schutte is geselecteerd na een zoektocht naar een geschikte biograaf.
Het initiatief voor de biografie is genomen door de ”Vereniging Groen van Prinsterer”, oftewel de ”Vereniging voor levensbeschouwelijke reflectie op het openbaar bestuur vanuit de christelijke traditie”. Deze vereniging werd in 1925 in Utrecht in antirevolutionaire kring opgericht en heeft zich ontwikkeld als een ontmoetingsplek voor (oud)bestuurders en raadsleden van CDA en CU, maar ook leden van de PvdA zijn inmiddels aangeschoven.
Waarom een nieuwe biografie van Groen?
„Groen heeft als historicus, politiek denker en parlementariër een belangrijke rol gespeeld in de Nederlandse geschiedenis. Hij was gezaghebbend, er werd naar hem geluisterd. Hij bewoog zich op verschillende terreinen: politiek, samenleving, kerk en geschiedenis. Toch is over hem nooit een uitgebreide wetenschappelijke biografie verschenen. Ook Groens persoonlijke en minder zichtbare leven zal aan de orde komen, zijn rol als echtgenoot, filantroop en schrijver van vele duizenden brieven. Mijn onderzoek zou nooit in vier jaar afgerond kunnen worden als niet het voorwerk was gedaan in het ontsluiten van al deze brieven in bronnenedities. Dan kom je allerlei interessante persoonlijke dingen tegen. Hij was bijvoorbeeld een workaholic, waarover zijn vrouw weleens klaagde.”
Geen staatsman, maar een Evangeliebelijder, zegt Groen van zichzelf.
„Groen dacht en schreef vanuit een duidelijke persoonlijke geloofsovertuiging en droeg dat bewust uit in het publieke leven. Hij bracht weer de polemiek in de politiek toen zijn strijd voor een openbare christelijke school mislukte. Met name later in zijn leven benadrukte Groen het belang van het ideologische verschil, in het parlement en de geschiedschrijving, zoals in zijn ”Ongeloof en Revolutie”. Daarin week Groen af van de liberalen en conservatieven, die meer op harmonie en gematigdheid waren gericht. Dat alles gaf een spanning: enerzijds Groen als aristocraat en aanhanger van de hiërarchie, anderzijds een poging om geloof echt een rol te laten spelen in de politiek. Die houding riep weerstand op, zowel onder dominees als politici.”
Kampen
Het onderzoek van Schutte vindt plaats aan de TU Kampen, specifiek bij het Neo-Calvinism Research Institute (NRI), onder leiding van prof. dr. George Harinck, hoogleraar in Kampen en Amsterdam. Hij treedt op als wetenschappelijk begeleider.
Groen van Prinsterer als neocalvinist?
„Groen bouwde aan een christelijke wereldbeschouwing, die voor heel het leven relevant was. Mijn doel is niet om Groen te presenteren als een voorloper van onder anderen Kuyper, maar te starten vanuit de achttiende eeuw en te laten zien hoe Groens ideeën en loopbaan zich ontwikkelden. Hij bond zich niet aan een specifieke achterban, zoals Kuyper. Hij liet zich inspireren door de eenheid van een protestantse, christelijke natie. Dat leverde allerlei spanningen op, bijvoorbeeld met betrekking tot joden en rooms-katholieken. Ook ten aanzien van de Hervormde Kerk benadrukte hij de eenheid en wees hij de Afscheiding af. Hij werd de oprichter van de Confessionele Vereniging om het belijdend karakter van de Hervormde Kerk weer in ere te herstellen.”
Schutte mikt op najaar 2025 als verschijning van het boek. Dan viert de Vereniging haar 100-jarig jubileum en is het jaar daarop Groens 150e sterfjaar. Schutte is overtuigd van de relevantie van deze christen-historicus en -staatsman. „Groen verdient aandacht omdat hij verschillende groepen heeft geïnspireerd, al is hij internationaal minder bekend geworden dan Kuyper en Bavinck. Maar hij is nog steeds een voorbeeld voor politieke denkers, die zich bewust en publiek door hun geloof laten leiden en tegelijkertijd oog hebben voor de diversiteit van de samenleving. Groen kon welwillend corresponderen met ideologische tegenstanders, zoals Thorbecke. Maar op andere momenten verbrak Groen alle contacten, zoals met J. J. L. van der Brugghen en N. Beets. Dan laat hij zien wat het geloof hem waard is, ook met betrekking tot het geheel van de protestantse natie.”