Asieladvocaat blijft „vechten” voor afgewezen bekeerlingen
De Iraanse asielzoekers Sattar (29) en Reza (31) zijn „oprechte christenen.” Daarvan is hun advocaat, mr. Sonya Taheri, overtuigd. Omdat de IND de bekering van beiden als ongeloofwaardig blijft bestempelen, schreef ze een onlinepetitie.
De een heeft vier asielprocedures achter de rug, de ander vijf. Alleen bij de laatste twee procedures stond asieladvocaat Taheri de Iraniërs Sattar en Reza juridisch bij. Beide keren bleef de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) op het standpunt staan dat hun bekering niet geloofwaardig is, zegt de advocaat uit Capelle aan den IJssel.
Taheri werd geboren in Iran en groeide op in Nederland. Ze noemt zichzelf „niet gelovig” maar staat tal van christelijke asielzoekers bij. Meer dan eens heeft ze het gevoel dat ze met (herhaalde) asielaanvragen van bekeerlingen bij de IND tegen een muur oploopt.
Over Sattar en Reza –hun procedures staan los van elkaar– stelt ze: „Zij waren beiden niet voldoende in staat om hun asielrelaas inzichtelijk te maken. Zij zijn beiden niet gewend om over gevoelens te spreken. Bovendien lijden zij aan diverse psychische klachten door alle trauma’s die ze hebben meegemaakt.”
Theo Visser, netwerkleider van stichting Intercultural Church Plants Europe, ontmoette Sattar zo’n 2,5 jaar geleden voor het eerst bij de Rotterdamse pioniersplek LEEF! Hij voerde in januari een pleidooi voor hem bij de rechtbank in Den Haag. „Ik ben daar heel terughoudend in, want ik zou er bijna een dagtaak aan kunnen hebben. Maar omdat de advocaat erom vroeg en ik de situatie van Sattar bijzonder schrijnend vind, heb ik het gedaan.”
Tijdens de rechtszitting gaf Visser aan hoe Sattar, voor zover dat met zijn mentale toestand kan, betrokken is bij LEEF! Ook zei hij „dat we nooit zomaar aannemen dat Iraniërs tot geloof komen, omdat we begrijpen dat het krijgen van een status dat kan vertroebelen. We testen dat door te kijken of ze trouw meeleven, of ze het hart van het christelijk geloof begrijpen en vooral door te kijken hoe hun leven is.”
Toen Visser voor afgaande aan de rechtszitting aan Sattar vroeg wat voor hem de kern is van het christelijk geloof, gaf hij „een glashelder getuigenis dat hij Jezus nodig heeft voor de verzoening van zijn zonden, dat hij door het kruis vergeving van zonden heeft.”
Visser vindt het „teleurstellend en onbegrijpelijk” dat de rechter na enkele weken de IND, die de bekering ongeloofwaardig vindt, in het gelijk stelde. Hij ondersteunt de petitie voor Sattar omdat er zijn inziens sprake is van „onrecht.” Hij wijst erop dat de Iraanse ambassade op de hoogte is van Sattars bekering tot het christendom. „Als hij naar Iran wordt teruggestuurd, loopt hij gevaar.”
Advocaat Taheri zegt niet eerder een petitie voor cliënten te zijn gestart. „Ik heb het gedaan omdat ik met de handen in het haar zat. De IND zegt iedere keer dat ze hun motieven en proces van bekering niet voldoende inzichtelijk hebben gemaakt.”
Ze wil de petitie, die sinds eind april online te ondertekenen is, over enige tijd aanbieden aan Tweede Kamerleden en de „steunbetuigingen van Nederlanders” gebruiken als nieuw feit om nogmaals een asielverzoek voor zowel Sattar als Reza in te dienen. „Ik vind dat hun situatie en die van andere asielzoekers die onterecht geen status hebben gekregen, meer bekendheid moet krijgen en zal voor deze cliënten blijven vechten.”