BinnenlandKopvoddentaal 

Van Henk en Ingrid tot Mekka aan de Maas: hoe Geert Wilders uitgroeide tot de effectiefste debater 

Geert Wilders framet, overtuigt en wint vaak in debatten. Robbert Wigt ontleedt hoe hij dat doet – en wat ertegen in te brengen valt. „Begin nooit over Henk en Ingrid. Niet doen! Dat is zijn taal, die neem je hem nooit meer af.”

Ilse Brandemann, ND
1 May 2025 06:49Leestijd 5 minuten
Geert Wilders (PVV) en Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) tijdens een debat in de Tweede Kamer. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen
Geert Wilders (PVV) en Frans Timmermans (GroenLinks-PvdA) tijdens een debat in de Tweede Kamer. beeld ANP, Robin van Lonkhuijsen

Debatteren is een topsport en vergt training, training en nog eens training. Taaldocent en auteur Robbert Wigt zit in een koffietent vlak bij de Tweede Kamer. Wilders, zegt Wigt terwijl hij achterover leunt, is zich heel bewust van zijn taal. Hij weet dat hij niet over een hoofddoekenbelasting moet spreken, maar zegt „kopvoddentaks”. De Koran vergelijkt hij met ”Mein Kampf”, het boek van Adolf Hitler. Het is onderdeel van effectieve communicatie, zegt Wigt.

Wigts boek ”Kopvoddentaal” kwam vorige week uit en gaat over hoe Wilders met zijn taal vaak weet te overtuigen – en daarmee grote groepen kiezers voor zich wint. „Sinds 2010 zijn tijdens de Tweede Kamerverkiezingen de meeste stemmen altijd veroverd door een politicus die verbaal ijzersterk was”, schrijft Wigt. Dat was Rutte, en nu is het Geert Wilders. Communicatievaardigheden noemt hij voor lijsttrekkers „cruciaal”.

„Wilders hanteert niet de grenzen van het redelijke en kan daarom gemakkelijk aandacht verwerven”

Robbert Wigt, auteur ”Kopvoddentaal”

In een rode stoel en met een glas dampende thee voor zich doet hij uit de doeken waarom PVV-leider Geert Wilders als „fanatieke framingsfabriek” –met een tot in detail uitgedachte stijl– zó effectief is.

Voor de PVV-leider is het gemakkelijker dan voor andere politici, betoogt Wigt. „Hij hanteert niet de grenzen van het redelijke en kan daarom gemakkelijk aandacht verwerven.” Het is, vindt de schrijver, daarom niet altijd knap wat de PVV’er doet.

Maar meer dan eens is Wilders geniaal. Wigt doet er alles aan om Wilders niet weg te zetten en hem objectief te beoordelen. Hij spreekt daarom niet van een „goed debater”, wel van „de effectiefste van het moment”.

Mekka aan de Maas

Op zijn iPad kijkt Wigt het vragenuur van vorige week dinsdag terug. Elke dinsdagmiddag mogen Kamerleden in de plenaire zaal vragen stellen aan een verantwoordelijk minister. Meestal zijn dat vragen die inspringen op de actualiteit.

Vorige week dinsdag ging het over de pro-Palestijnse protesten in Rotterdam die werden gehouden op eerste paasdag. Wigt ziet een aantal trucs die Wilders effectief maken. De PVV-leider noemt Rotterdam het „Mekka aan de Maas”. Beeldspraak, analyseert Wigt, en bovendien knap gevonden. „Zijn vondsten zijn bijna altijd raak.”

Ook gebruikt Wilders vaak bijvoeglijk naamwoorden die zijn boodschap versterken. Hij heeft het in het vragenuur over „totaal mislukte inburgering”, „pure provocatie” en een „keiharde oproep”. Wigt zet het beeld om de haverklap op pauze, om er iets over uit te leggen. Zo ook bij een zogenoemde drieslag, die Wilders dinsdag gebruikte. De PVV-leider sprak over „een grote menigte met Palestijnse vlaggen”, „gillende imams” en „slogans die oproepen tot genocide” in één zin. Zo’n drieslag helpt bij het overtuigen, weet de auteur.

Een „toneelstukje van woede” kan effectief zijn, beschrijft hij in zijn boek. Maar beter nog is echte doorleving. Wigt ziet dat als hij naar Wilders kijkt, die vol op het orgel gaat over de pro-Palestinaprotesten.

„Dit is een Nederland waarin ik, en miljoenen mensen met mij, niet willen wonen.” Wilders zegt het en passant in het vragenuur dinsdag, maar Wigt ziet daarin een truc die de politicus vaak gebruikt. De PVV-leider verwijst graag naar kiezers. Het is strategie, betoogt de taaldocent, om uit te stralen dat hij de wil van de kiezer en het volk vertegenwoordigt. „Hij doet alsof de rest van de politiek onderdeel is van de elite. Dat doet hij slim.”

„In Den Haag zorgt zijn ietwat zachte g ervoor dat Wilders volkser overkomt”

Robbert Wigt, auteur ”Kopvoddentaal”

Maar feitelijk heeft Wilders niet meer dan een kwart van de stemmen, zegt Wigt. En hij baseert zich vaak op vage peilingen, die, als ze zijn ongelijk bewijzen, zorgvuldig aan de kant worden geschoven. Wigt zegt het niet met woorden en doet er alles aan om objectief te blijven, maar lijkt te bedoelen dat het niet altijd eerlijk is wat Wilders doet. Hij noemt het „onredelijk” en „onjuist” dat Wilders de persoonlijke aanval niet schuwt.

Henk en Ingrid

Er is niemand die de debatkunsten van Wilders overtreft, vindt de schrijver. Het is méér dan talent, geluk is ook een factor. Wigt: „Zijn Limburgse accent helpt. In het Haagse zorgt zijn ietwat zachte g ervoor dat Wilders volkser overkomt.” In Wigts boek zegt een van de experts dat je met een Limburgs accent aardiger wordt gevonden.

In 2023 verscheen Wigts boek over het Ruttiaans, de taal die oud-premier Mark Rutte sprak. Wigt: „Niemand was zo goed als Rutte in het bestrijden van Wilders.” Tot die conclusie kwam hij opnieuw, toen hij urenlang naar beeldmateriaal van Wilders keek voor zijn huidige boek. „Rutte is qua debattechniek onovertroffen.” Rutte had ook geluk, zegt de auteur, omdat het PVV- en het VVD-programma soms op elkaar lijken. De oud-premier kon de strijd met zijn PVV-opponent vaak met humor winnen.

Die humor ontbreekt nu in de Kamer, ziet Wigt. „Wil je dat goed doen, dan moet het niet gemaakt zijn.” Als de politiek leiders van nu de debatten met Wilders willen winnen, moet er nog wel wat gebeuren. Wigt: „Vraag bijvoorbeeld naar zijn uitvoering: hoe wilt u dat doen?” En dan, terwijl hij voorover buigt en harder begint te praten: „Begin nooit over Henk en Ingrid. Niet doen! Dat is zijn taal, die neem je hem nooit meer af. Gebruik die namen alleen als je Wilders heel blij wil maken.”

Maak je eigen taal, is de tip van Wigt. Maar wie een ander in het debat wil verslaan, zegt hij, moet vooral veel meters maken. Niet voor niets waren Pieter Omtzigt, Mark Rutte en Kees van der Staaij koplopers in de kunst van het debatteren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Vond je dit artikel nuttig?

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer