Hard gekastijd, maar nu verlost
„Het ogenblik van bevrijding van de tyrannieke overweldiger is gekomen”, klonk het van de kansels in de Nederlandse Hervormde Kerk nadat de Duitsers in 1945 waren verslagen. De synode liet een brief voorlezen tijdens de dankdiensten.

De kanselboodschap verwoordde de opluchting onder het volk: „Nederland herademt na jaren van geweld en verschrikking, na tijden van meedogenloze vervolging, honger en ellende. Thans heeft God Zijn ”tot hiertoe en niet verder” gesproken.” De doden werden herdacht. Er klonk een waarschuwing tegen willekeurige wraakoefening. De synode riep op tot geestelijke strijd tegen het moderne heidendom, tot diep verantwoordelijkheidsbesef voor elkaar en tot sociale gerechtigheid en een hecht gezinsleven.
In de christelijke gereformeerde kerk van Rotterdam-West preekte ds. W.F. Laman over Romeinen 2:4: „Of veracht gij de rijkdom Zijner goedertierenheid, en verdraagzaamheid, en lankmoedigheid, niet wetende, dat de goedertierenheid Gods u tot bekering leidt?” Naast een dankstond was het ook een nabetrachtingsdienst, want ’s morgens was het Heilig Avondmaal bediend. De dankbaarheid bleek ook uit de collecteopbrengst van die dag: bijna 700 gulden, terwijl dat op een gemiddelde zondag zo’n 400 gulden was.

De hervormde voorganger L. Gebraad –later oud gereformeerd predikant– zei tijdens een dankstond in Leersum: „God verlost altijd in een wondere weg, anders zou de mens er met zijn eer uitkomen, maar daar zorgt de Heere voor. De Heere heeft dat ook met ons vaderland gedaan langs een weg die niemand had bezien.”
Gebraad sprak de wens uit dat de regering God de eer zou geven. „Als dat niet zal wezen, als het weer zal gaan zoals voorheen, dan moet u maar nazien wat er dan zal gebeuren. Dan zal dit nog maar een klein begin geweest zijn van hetgeen God zal uitvoeren.” Gebraad sprak over het gedenkteken dat Samuël oprichtte: Eben-Haëzer.
De strik gebroken
De christelijke gereformeerde ds. J.G. van Minnen publiceerde zijn bevrijdingspreek over Psalm 48:10. In meerdere dankstonden –in de Gereformeerde Gemeenten bijvoorbeeld in Haamstede, Lisse, Rotterdam-Zuid en Yerseke– was Psalm 126:3 het uitgangspunt: „De Heere heeft grote dingen bij ons gedaan; dies zijn wij verblijd.” De preek uit Lisse, gehouden door ds. A. Verhagen, werd uitgeschreven en aangeboden aan koningin Wilhelmina en prinses Juliana. In ’s-Gravenzande liet ds. P. Honkoop sr. Psalm 118:9 zingen: „De Heer’ wou mij wel hard kastijden, maar stortte mij niet in de dood...”
Een andere predikant uit de Gereformeerde Gemeenten, ds. J. Fraanje, preekte in Barneveld (driemaal), Nunspeet en Elspeet over Psalm 124:6-8: „...de strik is gebroken, en wij zijn ontkomen...” en in Uddel over Psalm 13:6: „Ik zal de Heere zingen, omdat Hij aan mij welgedaan heeft.”
Het oosten van het land was enkele weken eerder bevrijd. Daar hield ds. W.C. Lamain in Rijssen op 11 april op verzoek van het gemeentebestuur twee dankdiensten. Hij sprak over Jesaja 17:14 en 2 Kronieken 29:10.

In Amersfoort wees oefenaar L. Wijting er tijdens de dankstond op dat niet de geallieerden, maar de Heere boven alles de eer moest worden toegebracht: „Dezen vermelden van wagens, en die van paarden; maar wij vermelden de Naam des Heeren, onzes Gods.”
In Veenendaal kwam de bevrijding een paar dagen later dan in de rest van het land en daarom duurde het tot 10 mei voordat ds. R. Kok tijdens een dankstond sprak over Psalm 68:12-14. „Ook als jongeman beleefde je deze dienst intens. Het was allemaal onvergetelijk”, schreef gemeentelid Rik Valkenburg, die later een bekend auteur was.
„Dominee Kok had het moeilijk met zijn tekst”, signaleerde diaken J.C. Meeuse. „Mijns inziens kwam het hierdoor, dat hij van zijn tekst een hemelvaartspredikatie en een dankstond tegelijk wilde maken.” Op diezelfde dag hield ds. Kok ook een dankdienst in Scherpenzeel.
De beste tijd
In het zuiden van het land waren na de bevrijding in het najaar van 1944 al dankdiensten gehouden. Ruim een halfjaar later gebeurde dat soms opnieuw: na terugkeer van de dwangarbeiders uit Duitsland.
In de weken na de bevrijding keerden evacués terug naar hun woonplaats, waar soms grote verwoestingen waren aangericht. Toen de hervormde ds. J.T. Doornenbal terug was in Kesteren, sprak hij op 10 juni in de veilinghal over Jesaja 26:8a: „Wij hebben ook in de weg Uwer gerichten, U, o HEERE! verwacht.” Deze preek is sinds 2016 na te lezen in een bundel nagelaten geschriften van de predikant, ”Romantiek en stichtelijkheid”.
In het Gereformeerd Weekblad blikte ds. Doornenbal in augustus 1946 terug op die tijd. Met zijn gemeenteleden uit Kesteren was hij meer dan zeven maanden verdreven „van huis en hof”. Een moeilijke periode. „En geestelijk? Ik mag er niet te veel van schrijven, maar het is toch niet te veel gezegd, dat wellicht voor velen deze tijd behoord heeft tot de beste in hun leven, dat de Heere zelden zo nabij was en de zaligheid hun nader is gekomen dan toen ze eerst geloofden.”

Vervolgens citeerde ds. Doornenbal uit zijn „predicatie, gehouden een jaar na onze vlucht”. „Heeft de Heere niet aan sommigen uwer vervuld: Ik zal ze lokken en voeren in de woestijn en daar zal Ik naar hun hart spreken? Hij was toch ook in die dagen voor Zijn volk geen dorre woestijn of land van uiterste duisternis? Ook in de bangste stonden hebben Zijn vertroostingen de ziel verkwikt in menig opzicht en sterkte Hij door Zijn Woord en Geest of in gesprek met anderen van hart tot hart.”
Die tijd was voor hen zo slecht nog niet. „Wie nu te midden van de zorgen en beslommeringen des levens na de terugkeer bij ogenblikken terug mag staren op al de weg, die de Heere in die dagen geleid heeft, kan weer verlangen naar die tijd, naar het leven dat erin werd meegedeeld en wel meer dan eenmaal stijgt dan de verzuchting op: „Och, wierd ik derwaarts weer geleid...””
Waarlijk vrij
Ook later is de bevrijding herdacht. Er zijn preken gepubliceerd toen het een jaar geleden was dat Nederland werd bevrijd (zoals van ds. W.C. Lamain), 20 jaar (ds. P.J. Dorsman, ds. M.A. Mieras), 30 jaar (ds. A. Vergunst), 35 jaar (ds. M. van Beek, ds. M.C. Tanis), 50 jaar (ds. F. Mallan, ds. J. Mijnders) en 70 jaar (ook door ds. Mijnders). Uitgeverij De Ramshoorn in Goes publiceerde bij de zeventigste herdenking een bundel ”Bevrijdingspreken”.
Voor ds. E. Kempenaar was de herdenkingspreek bij 50 jaar bevrijding de laatste preek die hij hield. In de hervormde gemeente van Werkendam sprak hij over Johannes 8:36: „Indien dan de Zoon u zal hebben vrijgemaakt, zo zult u waarlijk vrij zijn.” Acht maanden later overleed hij.