Binnenland

„Liniecrossers Biesbosch verdienen meer bekendheid”

„Het verhaal van de Liniecrossers speelde zich af rond de Biesbosch. Maar miljoenen mensen in heel Nederland profiteerden van hun inspanningen.” Dat is de overtuiging van historicus Jelle Simons (41). Onlangs kwam zijn boek ”Liniecrossers – Frontkoeriers van het verzet” uit.

André Bijl
1 May 2021 08:26
De Werkendamse liniecrossers Adriaan de Keizer (links) en Piet van den Hoek (rechts). beeld uit besproken boek
De Werkendamse liniecrossers Adriaan de Keizer (links) en Piet van den Hoek (rechts). beeld uit besproken boek

Simons stelt vast de Liniecrossers, en met name verzetsgroep Albrecht, volop erkenning kregen van de officiële instanties, maar dat hun betekenis bij het grote publiek is ondergesneeuwd. „De ‘grote’ oorlogsverhalen werden vanuit de Randstad geschreven. Het bombardement op Rotterdam, de Jodenvervolging, de Februaristaking, het verzet, Hannie Schaft; die verhalen kennen we allemaal. De betekenis van de Liniecrossers lijkt beperkt gebleven tot de regio.”

Tijdens de laatste zes maanden van de oorlog sloegen de Liniecrossers van groep Albrecht een brug tussen het bevrijde deel van Nederland en bezet gebied. Dit deden ze door hun kennis van de waterwegen in en rond de Biesbosch te gebruiken om de frontlijn tenminste 374 keer over te steken. Wie waren deze mannen die in hun kano’s en roeiboten keer op keer hun leven in de waagschaal stelden om de verbindingslijnen tussen bezet en bevrijd Nederland te onderhouden? Simons doorzocht archieven, sprak met nabestaanden en kreeg inzage in het persoonlijk archief van Jan Marginus Somer, voormalig hoofd van de Nederlandse inlichtingendienst.

Bij zijn onderzoek maakte hij bijzondere dingen mee. „In een bejaardencentrum sprak ik een oude dame. Haar vader was betrokken bij de crossings. Ze vertelde me dat ze vroeger thuis wapens van het verzet bewaarden. Na de oorlog waren die allemaal ingeleverd. „Nou ja, bijna allemaal”, zei ze en keek me ondeugend aan. Even later kwam ze met een geladen Colt uit haar slaapkamer. „Voor inbrekers”, zei ze.”

”Liniecrossers” beschrijft vooral de activiteiten van groep Albrecht. „Die begon met pakweg 20 medewerkers en groeide uit tot een spionageorganisatie van 800 personen, onder wie 100 koeriers. Oprichter Henk de Jonge was een man van orthodox-protestantse afkomst. Hij werd in Engeland gerecruteerd door de Nederlandse geheime dienst. Een paar maanden later werd hij gedropt boven Nederland met de opdracht een spionageorganisatie op te zetten.”

Die was hard nodig, omdat de regering in Londen geen idee had van de situatie in ons land. Alsof premier Rutte en minister De Jonge de coronapandemie moeten bestrijden, terwijl ze geen contact hebben met het RIVM en het OMT.” Albrecht had uitstekende contacten met de geallieerde inlichtingendiensten. „Als er ’s morgens een Duitse torpedoboot de haven van Den Helder verliet, was dat nieuws binnen de kortste keren bekend in bevrijd Nederland. Via fietskoeriers werd het bericht naar de Biesbosch gebracht, daar ging het per kano verder. De leden van Albrecht waren geen avonturiers; het logistiek apparaat zat ongelooflijk goed in elkaar.”

Insuline

Geheim agenten en (verzets)mensen die gezocht werden door de Gestapo werden overgezet. Dat gold ook voor deskundigen die de regering in Londen van informatie moesten voorzien. „De Liniecrossers verbraken het isolement van de regering; verzetsleiders deden hun verhaal bij prins Bernhard. Een Engelse generaal die gewond raakte tijdens Market Garden werd per kano overgezet naar bevrijd gebied. Twee dagen later at hij oesters met Montgomery. Anderen werden naar het ‘zuiden’ gebracht om de regering op de hoogte te brengen van de humanitaire ramp die dreigde. Er was geen eten, geen brandstof, de hongerwinter stond voor de deur.”

De Liniecrossers vervoerden ook spullen naar bezet gebied. „De signalen werden steeds alarmerender: we hebben insuline nu harder nodig dan wapens; hier dreigt een catastrofe, was de boodschap. Aangrijpend dat de crossers op hun tochten terug naar bezet gebied geen voedsel voor hun gezinnen meenamen, maar hun boten vollaadden met medicijnen. Miljoenen ampullen insuline werden naar bezet Nederland gebracht en door koeriers verspreid.”

Hoewel voor het grote publiek de inspanningen van groep Albrecht onderbelicht bleven, was de waardering van de Nederlandse regering groot. „Het is de verzetsgroep met de meeste onderscheidingen. Vier crossers kregen de Militaire Willems-Orde, van wie twee postuum. Daarnaast werden ze overladen met dankbetuigingen uit het buitenland. Toen een crosser na de oorlog een benzinestation begon, verrichtte prins Bernhard de opening. Die waardering is terecht. Heel Nederland plukte de vruchten van de inzet van de Liniecrossers.”

Liniecrossers – Frontkoeriers van het verzet. Jelle Simons. Uitgeverij Omniboek. Paperback, 328 pagina’s; € 27,50.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer