Mens & samenleving

Wenda Zuiddam: Steppen als uitlaatklep na een zware dag

Tijdens de eerste lockdown zette defensie Wenda Zuiddam (34) als zorg-
ondersteuner in een verpleeghuis in Amsterdam in. Van de dertien ouderen stierven er in die tijd negen. Ze voelde zich vaak machteloos en wist soms maar één ding te doen: bidden. Na een lange werkdag een rondje fietsen of steppen helpt haar heftige belevenissen te verwerken. Maar de step betekent voor haar nog meer: ze werd er diverse keren wereldkampioen mee.

27 April 2021 14:57
beeld RD, Henk Visscher
beeld RD, Henk Visscher

Vandaag geen groen camouflagepak of step
outfit, Wenda zit in een spijkerjurk met panty op de bank –schoenen uit– in haar dijkwoning aan de rand van Rotterdam. „Hier schuin tegenover zit de fietsenwinkel van mijn vader”, wijst ze. Toen hij hoorde dat dit huisje vrij zou komen, tipte hij zijn dochter meteen. „Daarom had ik de kans het te kopen voordat het in de verkoop kwam, want meestal worden zulke woningen opgekocht door investeerders, opgeknapt en weer voor veel geld in de verkoop gezet.”

Ze geniet van het plekje en de grote schuur die er sinds kort achter staat. „Daar kan ik m’n steps mooi in kwijt. Maar het is ook een prima ruimte om er muziek te maken”

Een stepkampioen die dwarsfluit speelt. Hoe bijzonder is dat?

„Ik speel behalve dwarsfluit inmiddels ook trompet en bugel. Haha, past dat beter in het plaatje? Na de havo aan het Wartburg College heb ik getwijfeld tussen een muziekopleiding en hbo-v. Ik koos uiteindelijk voor de verpleging, hoewel ik daarna nog wel de vooropleiding aan het conservatorium heb gedaan en lessen bleef volgen. Ook heb ik een tijdje met veel plezier muziekles gegeven, onder andere op een basisschool in de buurt.”

En u maakte twee cd’s.

„Ja, dat ook. Ik maakte de solo-cd ”Stilte over alle landen” en ik werkte mee aan” –ze loopt even naar haar kast om het cd-hoesje te laten zien– „”Voice of the soul”.”

Wat doet het maken van muziek met u?

„Muziek is voor mij emotie. Geestelijke muziek heeft daarbij de meerwaarde dat die verbonden is met teksten die opbouwen. Een melodie kan een hele dag in je hoofd blijven zitten en soms op de meest onverwachte momenten naar boven komen. Ik kan ook intens genieten van het samenspelen met anderen. De klank die dat veroorzaakt in zo’n grote, oude kerk kan me echt raken.”

Mist u het, nu concerten en uitvoeringen vanwege de coronacrisis stilliggen?

„Samen muziek maken is iets heel moois. Natuurlijk mis ik dat. Ik speelde voor corona vaak mee tijdens zangavonden voor het goede doel. Die zijn er nu amper meer. Het samen naar een concert toe werken werkt motiverend. Dat mis ik nu wel.”

Wereldkampioen steppen word je niet zomaar. Hoe bent u zover gekomen?

„Ik ging als jongere regelmatig met mijn vader mee naar de Fietsbeurs. Daar was een stand van de Nederlandse Autoped Federatie, de stepbond. Er stonden steppen die je kon uitproberen en ik vond dat interessant. Ik hoorde dat de stepbond ook diverse wedstrijdjes organiseerde. Ik heb er voor de lol een keer aan meegedaan. Hoe vaker ik dit deed, hoe beter ik werd. Ik ging doelen stellen en won uiteindelijk diverse wereldkampioenschappen; mijn eerste wereldtitel pakte ik in 2008 in Nederland, de tweede in 2016 in Australië en de derde weer in Nederland in 2018.”

17041461.JPG
beeld RD, Henk Visscher

Kunt u een voorbeeld noemen van hoe u uw christen-zijn combineert met steppen?

„De afgelopen jaren heb ik diverse keren met veel plezier een sportief evenement gecombineerd met het ophalen van geld voor een goed doel. Zoals het beklimmen van de Col du Galibier en de Mont Ventoux op de step voor stichting Woord en Daad.”

Hoe fanatiek bent u?

„Ik zou het liever ”serieus” willen noemen. Als ik ergens voor ga, laat ik mij niet snel afleiden door andere dingen. Dan zet ik daar heel veel voor opzij.”

Een ander woord voor wedstrijd is wedloop. Een term die ook in de Bijbel voorkomt. Ziet u parallellen met de wedstrijden waaraan u meedoet?

„Die zijn er natuurlijk wel, je geeft als sporter wat er in je zit. En je gaat voor de eerste prijs en niet voor de tweede of derde. Maar verder vind ik het gevaarlijk om vanuit zo’n Bijbels beeld lijnen te trekken naar de sportwereld. Juist omdat ik besef dat dit Bijbelgedeelte over de belangrijkste dingen van het leven gaat.”

Mede vanwege de sfeer die er om sportwedstrijden hangt, wordt er in de reformatorische wereld afwijzend naar topsport gekeken. Hoe staat u daarin?

„Ik snap dat in principe wel. Maar er is een groot verschil tussen bijvoorbeeld topvoetbal en de stepwereld. Steppen is een relatief kleine sport, waar weinig of geen geld in omgaat. Het is voor mij een hobby, geen beroep. Ik doe dit omdat ik het leuk vind om te doen. Er zit verder geen druk achter, behalve mijn eigen drang om te winnen.

Er bestaat een groot verschil tussen topsport en sporten in de zin van gezond bewegen, wat mij betreft. Topsport is niet per definitie gezond en is in veel gevallen ook niet Bijbels verantwoord. Aan de andere kant is gezond bewegen onder christenen vaak een onderbelicht onderwerp. Terwijl dit naar mijn idee juist van essentieel belang is om fysiek en mentaal gezond te blijven, voor zover wij hier invloed op hebben. Verantwoord bewegen zou ik dus iedereen aanraden, topsport niet.”

Er zal toch ook weleens een wedstrijd op zondag worden gereden. Wat dan?

„Op zondag rijd ik niet. Dat heb ik mezelf al heel vroeg voorgenomen. Persoonlijk denk ik dat het vooral heel belangrijk is dat je zelf weet waar de grens ligt en dat je hier niet overheen gaat. Maar dat geldt voor alles wat we doen in het leven. Ook in een veilig christelijke omgeving moet je na blijven denken.”

17041463.JPG
beeld RD, Henk Visscher

En als u dan vanwege de zondag een kampioenschap dreigt te missen?

„Dat is gebeurd, ja. Tijdens het wereldkampioenschap in Australië werd er een marathonafstand gereden, de afstand die mij het best ligt en waarop ik graag een goede prestatie had neergezet. Toen bleek dat de marathon op zondag zou zijn, moest ik noodgedwongen focussen op een andere afstand, waarbij ik minder overtuigd was van mijn kunnen. Maar wat ik niet verwachtte, lukte uiteindelijk wel: ik won deze afstand.”

Hoe belangrijk is een training voor u?

„Ik train regelmatig en graag. Na een zware werkdag even naar buiten om te fietsen of te steppen helpt mij om tot rust te komen, om al het gebeurde te verwerken en op een rijtje te zetten. Daarnaast komen er tijdens het sporten vaak allerlei ideeën op. Plannen van aanpak bedenken, gesprekken voorbereiden – dit lukt mij beter als ik beweeg. Ik gebruik mijn training ook wel als meditatief moment door bijvoorbeeld ondertussen naar een podcast of naar goede muziek te luisteren.”

Maar alleen door een rondje rijden wordt iemand geen wereldkampioen…

„Klopt! Dat vraagt zeker veel training, een goede opbouw en discipline om grenzen te verleggen. In zekere zin is het daarmee ook een verslavende en tijdrovende bezigheid, besef ik. Daarom blijf ik mij ook altijd afvragen of ik hier zo veel tijd aan kan spenderen in het licht van de eeuwigheid. Maar dat is natuurlijk wel iets wat voor alle bezigheden in ons leven geldt. Er zijn ook vrouwen die uren op Marktplaats struinen of Facebook blijven checken, iets wat ook tijdrovend is en ook een verslavend effect heeft.”

U heeft het over andere vrouwen. In hoeverre is vergelijken met anderen een issue voor u?

„Ik voldoe graag aan de verwachtingen van anderen. En als ik door de ogen van bepaalde mensen om mij heen kijk, ben ik misschien niet zoals de ”gemiddelde” reformatorische vrouw, ik bedoel dan dat ik niet getrouwd ben, en ook nog eens graag beweeg.

Maar ik probeer te accepteren dat het leven niet altijd planbaar is. Iets wat we het afgelopen jaar allemaal hebben gemerkt. Aan de andere kant ben ik op plaatsen geweest waar ik als ik een gezin had gehad nooit was gekomen en heb ik ontzettend veel geleerd binnen in mijn baan bij defensie.”

17041464.JPG
beeld RD, Henk Visscher

Steppen is niet uw beroep. U werkt sinds 2018 bij defensie en werd tijdens de eerste lockdown ingezet in een verpleeghuis in Amsterdam. Hoe heeft u die periode ervaren?

„Ik heb me in die tijd heel klein gevoeld. Machteloos ook. Ik kwam op een afdeling met dertien dementerende ouderen terecht, van wie er uiteindelijk negen zijn overleden. Die eerste periode was er een tekort aan mondkapje en andere beschermende middelen. Ook was er nog veel onduidelijk over het virus. Het beeld dat ik eerder bij een inzet in een ziekenhuis heb gezien was dat mensen acuut benauwd werden en heel snel achteruit gingen en ze binnen no-time op de ic lagen. Maar in het verpleeghuis zag je totaal andere klachten. De mensen leken soms uiterlijk in eerste instantie helemaal niet zo ziek maar toch bleken ze corona te hebben.”

Wat blijft u uit die periode het meest bij?

„Het moment waarop een dochter afscheid moest nemen van haar moeder. Fysiek contact kon en mocht niet, dus via de tablet was de enige optie. De patiënt kon dit zelf niet meer, dus hield ik de tablet vast, in beschermende kleding: zweet gutste over mijn rug en een tablet heeft nog nooit zo zwaar gevoeld. Mijn armen verzuurden maar ik wilde niet opgeven, dit was het laatste contact dat de dochter nog zou hebben. Zo’n intiem moment waarin je de onmacht en het verdriet van de familie zo sterk voelt is heel intens. Ook voelde het zo tegenstrijdig om mensen alleen te laten, zonder dat familie een hand vast kon houden of wat dan ook kon betekenen. Triest!”

Wat deed die ervaring met u?

„Ik voelde me vaak zo machteloos en hulpeloos dat ik maar één ding wist te doen: bidden en om steun vragen. Voor mezelf en voor anderen. Ik heb die steun ook daadwerkelijk ervaren. Als ik niet had geweten dat God bestond, dan weet ik niet of ik het had volgehouden.”

U woont in Rotterdam, werkt bij defensie en bent actief sporter. Hoe ingewikkeld is het om als christen in een niet-christelijke omgeving te functioneren?

„Ik ben opgegroeid onder de rook van Rotterdam. Ik weet niet anders dan dat een groot deel van mijn omgeving niet-kerkelijk is. Ik heb geleerd dat je moet voorleven wat je uitdraagt, dat wekt respect op en levert soms zelfs een goed gesprek op. Als er iets over christenen in het nieuws is, word ik daar op mijn werk op aangesproken. Als er een filmpje over overvolle kerken langskomt, bijvoorbeeld.

Het beangstigt me weleens dat ik soms de enige christen ben die mensen kennen. Dat voelt als een grote verantwoordelijkheid.”

17041466.JPG
beeld RD, Henk Visscher

Recent bent u ingezet op een quarantaine- en isolatiekamp van defensie. Wat was uw taak?

„Mensen die op missie naar het buitenland gaan, moeten voor hun vertrek twee weken in quarantaine. Dat kan daar. Na die periode krijgen ze een zogenoemde q-verklaring, waarmee ze naar het buitenland kunnen reizen.

Een deel van het kamp werd tijdens mijn inzet bezet door militairen die in isolatie moesten omdat ze positief getest waren en daardoor niet naar huis konden na een uitzending of inzet in een zorginstelling. Ik was verantwoordelijk voor alle medische zorg.”

U bent twee keer teruggaan naar Malawi, naar het ziekenhuis waar u tijdens uw hbo-v-studie stage liep. Wat leerde u daar?

„Nou, in ieder geval om in alle situaties kalm te blijven en gewoon maar te gaan handelen. Ik zag daar zo veel ellende, in het ziekenhuis, maar ook in de dorpen rondom. Dan heb je de neiging om je daarop te focussen, maar dan kom je niet verder. Ik leerde gewoon maar te beginnen met één persoon te gaan helpen. En daarna de volgende. Ik leerde ook om te relativeren.

Wij denken in het Westen dat we door een uitzonderlijke periode gaan. We klagen over wat er allemaal niet goed gaat in ons land. Ik wil hiermee niet zeggen dat we nooit kritisch mogen kijken naar wat er in Nederland gebeurt, maar we vergeten wel snel dat het er op veel plekken in de wereld veel minder goed aan toe gaat. Dat er daar nooit goede medische voorzieningen zijn geweest, bijvoorbeeld. Geen voorraden hebben of een keuze moeten maken wíé de laatste pijnstilling krijgt? Dat was in Malawi helaas heel gewoon.”

U hebt fotoboeken van reizen van over de hele wereld in uw kast staan. Zou u zelf ook niet eens naar het buitenland uitgezonden willen worden?

„Mijn trompetleraar vond het destijds maar niets dat ik voor langere tijd naar Malawi ging. Er valt immers in Nederland ook nog zo veel te verbeteren en te betekenen, vond hij. Daar heeft hij natuurlijk een punt. Wat de toekomst brengt weet ik niet. Maar het komende jaar hoop ik in ieder geval nog in mijn huidige functie werkzaam te zijn, waar ik vaardigheden leer die in veel functies belangrijk zijn.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer