Ontspannen fietsen door waterrijk Limburg
De magnolia bloeit. Bomen hullen zich in het zachtgroene waas van de lente. Slaperige stadjes met namen als Haelen, Heel en Wessem rijgen zich als waterdruppels aaneen. Ver van het Haagse gekrakeel is Limburg een oase van rust.
Bij Limburg denken de meeste mensen niet met-een aan zwemmen, varen en vissen. Toch heeft de provincie het grootste aaneengesloten watersportgebied van Nederland: de Maasplassen bij Roermond. Tijdens het rondje ”Maasplassen naar Wessem en Thorn” zijn ze niet te missen.
De route komt uit het Jaarboek Route.nl 2021. Bij dit boek hoort een app die kan helpen om de weg te vinden. Er is een betaalde en een gratis versie. De route is ook te volgen via de knooppunten van de ANWB.
De tocht begint in het dorpje Roggel, bij Recreatiepark De Leistert. Fietsen zijn hier alleen te huur voor gasten van het park, maar een vriendelijke receptioniste verwijst behulpzaam naar een fietsenmaker in het dorp. Voor 8 euro levert die een prima karretje om door het licht glooiende Limburgse landschap te peddelen.
De akkers liggen er hier nog kaal bij, maar in de verte treffen boeren met tractoren voorbereidingen voor het nieuwe seizoen. De voorjaarszon verspreidt een aangename warmte. Na het bosrijke natuurgebied Het Leudal bij Nunhem duikt de Sint Ursula-watermolen uit 1773 op, ooit in gebruik als graan- en oliemolen, nu een fraai gerestaureerd rijksmonument. Binnen is een permanente tentoonstelling over de cultuurhistorie van het Leudal ingericht.
Even voorbij het kerkdorp Horn komen de beloofde Maasplassen aan de overkant van de Maas in zicht. Het mooie voorjaarsweer heeft al wat pleziervaartuigen het water op gelokt. De gele strandjes langs de oevers zijn nog niet bevolkt – het zwemwater is nog te fris.
De Maasplassen zijn kunstmatige meren die parallel aan de Maas liggen, zowel in Belgisch- als in Nederlands-Limburg. Samen hebben ze een oppervlakte van zo’n 30 vierkante kilometer. De plassen zijn ontstaan door de winning van grind dat de Maas heeft aangevoerd.
Via de schutsluizen bij Heel passeert de route opnieuw de Maas; de tocht gaat verder in zuidelijke richting, met als lonkende beloning het ”witte stadje” Thorn, tevens keerpunt van de fietstocht. Thorn is beroemd om de witgeschilderde huizen met de authentiek geplaveide straatjes. Een mooie plek om even uit te rusten.
De terugtocht in noordelijke richting voert opnieuw langs plassen, maar ook door bossen met heidevelden en zelfs zandverstuivingen. Bij Beegden verheft de Sint-Lindertmolen uit 1790 zich trots tegen de blauwe hemel. Af en toe zijn er op de route gebieden waar wilde paarden en koeien vrij rondlopen. Leuk om even kennis te maken met deze ‘bewoners’. Via een prettig geasfalteerd bospad komt het dorp Roggel weer in zicht. Terug bij af.