Waarom ben ik altijd op zoek naar het perfecte plaatje?
Wat een raadsel. Je weet best: het leven is nooit perfect – en toch streef je naar een mooier huis, een nieuwe baan, een beter leven. Waarom altijd maar weer die zoektocht naar aardse zaken, of die focus op wat een ander heeft en jij niet – zelfs terwijl je Prediker 1 kent, en de beroemde woorden van Augustinus ook?
De muur van de logeerkamer boven begint aardig te verkleuren. Misschien wordt het tijd voor een nieuwe laag verf.
Ik moet niet vergeten geld op de spaarrekening te zetten voor een nieuwe auto. Mijn huidige bakkie is langzaam maar zeker aan vervanging toe en ik kan er niet jaren mee blijven doorrijden.
Nu ik toch online ben, even op Funda kijken. Mijn koophuizenjacht liep uit op een fiasco omdat een appartement vinden op de overspannen huizenmarkt met één inkomen bijna onmogelijk is. Maar je weet nooit, dus scrol ik langs wat te koop staande onderkomens. Ik ben tevreden met mijn huurwoning, maar ergens steekt het me dat een koophuis nu geen optie is. Waarom lukt het andere mensen wel?
Help, de deadline voor mijn artikel komt eraan. Ik vind het moeilijk om de juiste woorden op papier te krijgen, sommige zinnen voelen geforceerd en deze alinea werkt niet. Deleten maar.
Goed, ik mag even pauze van mezelf. Lekker scrollen op Instagram. Wat een mooie keuken is dat, zeg. Ik zal maar niet delen hoe mijn eigen keuken –inclusief voorraad afwas op het aanrecht en een oven die twee maanden geleden al eens goed schoongemaakt had moeten worden– er op dit moment uitziet.
Iemand doet een cursus Engels. Best een goed idee eigenlijk, eens wat bijleren. Nu we toch in een lockdown zitten en er ’s avonds veel extra tijd overblijft, zou ik die uren productief moeten besteden. Waarom doe ik dat nou niet?
Persoonlijk
Zomaar wat gedachten op een willekeurige dag. Natuurlijk hier en daar wat gechargeerd voor het dramatische effect, want ik ben over het algemeen tevreden met mijn leven. Maar toch: die vervelende gedachten krijg je soms zo lastig stil. Zeker nu we in een lockdown zitten en ik noodgedwongen minder kan doen vanwege de maatregelen, blijft er veel tijd over om na te denken. En die gedachten focussen me iets te vaak op de vraag: hoe kan het beter?
Deels heeft dat te maken met mijn perfectionisme. Zo is wat u nu leest niet de eerste versie van dit verhaal. Die heb ik weggegooid omdat het te belerend was. De ironie van dat gegeven en het feit dat er boven dit verhaal ”Het perfecte plaatje” staat, ontgaat me niet, maar dat terzijde.
In deze versie probeer ik het persoonlijker te houden, dichter bij mezelf. In de hoop dat u er iets in herkent, wat uw levensomstandigheden ook zijn. Want volgens mij ben ik niet de enige die het soms lastig vindt om tevreden te zijn. Er zijn vast meer mensen die te vaak bezig zijn met de vraag wat andere mensen doen en waarom ze dat zelf niet doen. Voor wie goed niet snel goed genoeg is en die soms vergeten stil te staan om hun zegeningen te tellen. Bij wie een mijlpaal –als je niet oppast– niet een vervulling op zich is, maar slechts een pauze of een tussenstation op weg naar het volgende punt op het afvinklijstje.
Waar komt die focus op het perfecte plaatje –wat dat dan ook is– eigenlijk vandaan? Tijd voor een zoektocht.
Wind
Er is niks mis mee om bepaalde wensen, dromen en verlangens te hebben. Het is heel menselijk om naar iets toe te werken, doelen proberen te halen, beloningen in het vooruitzicht te stellen. Dat kan motiveren, en daar hebben de meeste mensen behoefte aan. Die wensen en verlangens zijn bij iedereen anders. De een geeft meer om fysieke spullen, de ander meer om ervaringen.
Verlangens worden ook beïnvloed door de omgeving waarin iemand opgroeit. Als er in je familie veel waarde wordt gehecht aan een groot huis, heb je zelf ook sneller de neiging dat belangrijk te vinden. Al was het maar omdat er op een familieverjaardag altijd subtiel wordt gevraagd of je nog geen verhuisplannen hebt. Of je gaat voor het tegenovergestelde en kiest er bewust voor om het zelf anders aan te pakken. Maar ook dan is je omgeving van invloed.
Daarnaast spelen capaciteiten, talenten en persoonlijke leefsituatie een rol. Ik heb nu andere wensen dan tien jaar geleden, simpelweg omdat ik meer geld verdien en meer mogelijkheden heb. Mijn verlangens geven richting aan mijn leven: ik spaar voor bepaalde doelen en neem beslissingen omdat ik denk dat ze me gaan helpen mijn doel te bereiken. Maar hoe weet ik nou of mijn motieven zuiver zijn? En waarom vind ik het zo moeilijk om de situatie te accepteren zoals ze is?
Pas las ik een mooie gedachte van prof. Herman Paul in zijn boek ”De slag om het hart”. Hij citeert Augustinus, die zegt dat verlangen aan de diepste laag van het mens-zijn raakt: het is fundamenteler dan willen, voelen of denken. Paul filosofeert dan verder: „Als ons hart een metafoor voor verlangen is, en verlangen vatbaar voor manipulatie, dan kan ons hart op allerlei manieren geraakt worden. Onze verlangens worden gevormd en misvormd door voorbeelden van anderen en beloftes van beloning. Het hart is dus geen kluis met een hangslot, maar een balustrade die van alle kanten wind vangt.”
Een balustrade die van alle kanten wind vangt; wat een prachtige omschrijving van hoe het soms voelt. Leuk om toe te geven is het niet, maar ik ben totaal niet immuun voor die verlangens waar Paul over spreekt.
Als christen weet je dat het op deze aarde nooit volmaakt gaat worden en dat je uit jezelf niet naar het goede kunt streven, maar toch denk ik in de praktijk vaak stiekem dat ik het zelf wel kan. Als ik maar hard genoeg werk, of als ik maar genoeg geld spaar, of als ik maar die ene persoon om hulp vraag. Soms ben ik daar zo druk mee dat ik vergeet te vragen wat Gods plan met mijn leven is. Of erger nog: ik word opstandig omdat God me bepaalde dingen onthoudt. Maar wie zegt dat ik daar überhaupt recht op heb?
Single
Het is ook best moeilijk om je niet te laten beïnvloeden door voorbeelden en verwachtingen van anderen. In dit leven is er toch een soort patroon dat je ‘moet’ volgen, als een tapijt dat voor je uitgerold is. Je gaat naar school, je krijgt een baan, je gaat op jezelf wonen (of niet), je krijgt een relatie, je zoekt een huis, je trouwt, je krijgt kinderen, je wisselt een paar keer van baan, je gaat met pensioen, enzovoorts.
Wanneer sommige zaken uit dit lijstje niet zo gaan als verwacht, als je soms wat stappen naast het tapijt zet, dan krijg je daar vragen over. Zo ben ik dertig en single, een gegeven dat regelmatig voor gespreksstof zorgt. Hoewel ik daar meestal goed mee kan omgaan (de vraag „Kent u soms nog iemand voor me?” breekt altijd het ijs wanneer een vage kennis me naar de status van mijn liefdesleven vraagt), hebben ondoordachte vragen, hoe goedbedoeld ook, me in het verleden echt weleens pijn bezorgd. Zeker toen een relatie net was verbroken en ik nog eens extra pijnlijk met mijn neus op de feiten werd gedrukt.
Aan de andere kant ben ik altijd verbaasd –als dat het goede woord is– hoeveel mensen soortgelijke ervaringen hebben. In wat voor levensomstandigheden dan ook. De een lukt het niet om een baan te vinden. De ander zit financieel in de problemen. Een derde is ernstig ziek. Nummer vier wil graag kinderen, maar kan die niet krijgen. En zo kan ik nog wel even doorgaan. Volmaakt is het nooit. Perfect is het bij niemand.
Juist daarom is het belangrijk om aandacht te hebben voor de minder mooie kanten van het leven en je worstelingen ook eerlijk te delen, zegt de christelijke schrijfster en ondernemer Eline Hoogenboom in haar boek ”#notsoperfect”. Ze schreef het boek omdat ze merkte dat veel mensen worstelen met de druk om perfect te zijn.
Het is een boek waar ik veel inzichten uit heb gehaald.
Volgens Hoogenboom wordt iedereen, maar vooral ook de jongere generatie, beïnvloed door de druk van het perfecte plaatje. Vooral op sociale media. Juist die mooie foto’s en de prachtige ervaringen die andere mensen online delen, maken het volgens haar gemakkelijker om je steeds te vergelijken met een ander. Ik herken dat wel; denk maar aan die keuken uit de eerste alinea’s van dit verhaal.
Eerlijkheid
Aan de andere kant is het logisch dat je online liever je succesverhaal of de mooi opgepoetste foto laat zien dan de mislukkingen. Je mag best iets delen waar je trots op bent. In het echte leven vertel ik ook niet altijd de waarheid als mensen me vragen hoe het gaat. Dan zeg ik soms „Goed hoor!”, terwijl ik eerlijkheidshalve iets moet zeggen als: „Slecht, want ik heb weinig geslapen vannacht en ik maak me zorgen over van alles en nog wat.” Maar dat doe je dan niet, omdat je geen zin hebt om het uit te leggen en het er niet altijd de tijd en plaats voor is.
Niemand is verplicht om zijn persoonlijke worstelingen te delen. Als je ergens verdriet over hebt, wil je dat soms liever voor je houden en jezelf niet kwetsbaar maken door er in het openbaar over te vertellen. Toch denk ik soms dat het erg kan helpen om, onder eigen voorwaarden, gewoon eens heel eerlijk te zijn. Als we wat vaker eerlijk zouden zijn over de struikelblokken, de worstelingen en de moeilijke dingen in het leven, dan zou er misschien ook minder druk zijn om te voldoen aan het perfecte plaatje. Of dan zouden we minder bang zijn om buiten de boot te vallen.
Ik moet in dit verband vaak denken aan wat een lezer van het RD me pas mailde. Het ging over de ervaringen met het thuisonderwijs. Ze vond het goed dat we artikelen schrijven over de ervaringen van ouders met thuis lesgeven, zo schreef ze. „En het is mooi om te zien hoe andere mensen dit onder controle hebben. Maar zelf vond ik het lastig om te lezen, want ik worstel vaak best met de hele situatie. Soms mis ik de aandacht voor die moeilijke momenten.”
Juist in deze coronatijd denk ik dat het bemoedigend en waardevol kan zijn om eens te lezen dat het bij een ander ook niet altijd vlekkeloos gaat. Dat de een het lastig vindt om zo veel alleen te zitten, en dat de ander soms gek wordt van alle schreeuwende kinderen in huis terwijl hij probeert te werken. Dat het juist belangrijk is om niet alleen de succesverhalen te delen, maar ook de minder mooie momenten of de mislukkingen – als je het al zo wilt noemen.
In haar boek heeft Hoogenboom het bijvoorbeeld over een workshop die ze gaf op christelijke ondernemersdagen. Van tevoren deelde ze op Instagram een enthousiaste foto van de rijen stoelen die klaarstonden voor alle deelnemers. Er kwamen welgeteld twee mensen opdagen. „Ik had ervoor kunnen kiezen om dit niet te laten zien en het gewoon bij die eerste foto te laten. Geen haan had gekraaid naar mijn opkomst. Maar toch vond ik dat niet eerlijk, en dus heb ik een foto van de twee aanwezige mannen gepost.”
Ze kreeg daarna meerdere reacties van mensen die dat ook weleens hadden meegemaakt. „Dat is het mooie van eerlijk zijn, het ontketent vaak een kettingreactie. En eerlijkheid bemoedigt en geeft lucht.”
Jaloezie
Nu we toch eerlijk zijn: jezelf te veel vergelijken met anderen is nooit een goed idee. Toch doe ik het nog steeds. Soms. Stiekem. Hoe vervelend ik het ook vind, omdat het jaloezie kan opwekken. En jaloezie is een van de meest destructieve, nare emoties die er maar zijn. Gelukkig las ik in het boek van Hoogenboom een mooie uitspraak hierover, die me aan het denken zette: „Het succes van iemand anders is niet je eigen mislukking.”
Hoe waar is dat? Als iemand anders een nieuwe baan heeft en daar zeer terecht zijn blijdschap over deelt, betekent het niet meteen dat je zelf faalt omdat je nog steeds dezelfde baan hebt – en daar tevreden mee bent. Als iemand anders een financiële meevaller heeft, betekent dat niet dat je jaloers moet zijn op die persoon omdat je het geld zelf ook goed kunt gebruiken.
Tegelijkertijd denk ik dat we allemaal die steek kunnen voelen als anderen iets overkomt wat we zelf ook heel graag willen en waar we al jaren mee worstelen. Of dat nu gaat om die kinderwens die niet wordt vervuld, de relatie die uitblijft, of wat dan ook. Ik probeer zelf altijd even kort de ruimte te geven aan die steek. Zolang die maar niet in de weg gaat zitten van mijn oprechte blijdschap voor die persoon, die er óók is.
Rust
Wanneer ik worstel met vragen over het doel van mijn leven en ik weer eens vergeet dat het allemaal niet maakbaar is, lees ik graag het Bijbelboek Prediker. De woorden uit dat boek bepalen me steeds weer bij het feit dat veel aardse zorgen maar relatief zijn. Niet voor niets opent het al met de bekende woorden: „IJdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid.”
Vroeger dacht ik: wat een negativiteit, het leven heeft toch ook mooie dingen? Nu denk ik steeds vaker: wat zijn deze woorden eigenlijk waar. Waarom laat ik me er steeds weer toe verleiden om zo druk te zijn met alles, terwijl ik weet dat alles op aarde maar vluchtig is en dat ik hier niet altijd zal blijven?
Trouwens, hoe vaak gaan vreugde en verdriet niet hand in hand? Er is bijna altijd die schaduwkant. Als je een familieverjaardag viert, ben je blij elkaar te zien, maar mis je ook die ene persoon die er niet meer is. Als er een kindje wordt gedoopt in de kerk, vind je dat bijzonder, maar voel je ook de pijn over de baby die er bij een bevriend kinderloos echtpaar nooit kwam. Als je van iemand houdt, voel je soms pijnlijk dat de liefde onvolmaakt is en regelmatig gepaard gaat met egoïsme.
Het vluchtige van materiële dingen wordt nooit duidelijker dan wanneer je verlies of tegenslag ervaart in je leven, of wanneer er een pandemie over de wereld raast en heel veel dingen niet meer zo vanzelfsprekend zijn. Wanneer je ernstig ziek wordt, wat betekent een promotie of bonus dan nog? Het leek zo belangrijk, maar verliest alle waarde. En als je een geliefde verliest, voelt dat prachtige huis ineens leeg. Je kunt het niet meenemen en je verlies wordt er niet mee opgevuld.
Incompleet
Toch zegt Prediker niet dat je dan maar het bijltje erbij neer moet gooien, of niet blij mag zijn met de goede dingen van het leven. Integendeel. „Ik heb gemerkt, dat er niets beters voor henlieden is dan zich te verblijden en goed te doen in zijn leven”, staat er in Prediker 3. „Ja ook, dat ieder mens ete en drinke, en het goede geniete van al zijn arbeid. Dit is een gave Gods.”
Natuurlijk mogen we ons verheugen in aardse dingen, maar God geeft die gaven wel met een doel. Namelijk dat we Hem grootmaken en ons geluk in Hem zoeken. Zolang we dat niet doen, is die zoektocht naar geluk een gebed zonder einde.
Trouwens: wat mensen het perfecte plaatje noemen, is helemaal niet perfect, maar een leeg, incompleet beeld van de werkelijkheid waar we uiteindelijk geen geluk in vinden. God verlangt niet van ons dat we aan het perfecte plaatje voldoen, maar wel dat we met onze imperfecties, met onze zonden en onverbeterlijkheden naar Hem komen.
Dat is ook wat in het boek ”De slag om het hart” van prof. Paul steeds terugkomt: uiteindelijk kan alleen God onze verlangens echt vervullen. „Het draait om heroriëntatie van ons hart, zodat we met vallen en opstaan, in alle gebrekkigheid, leren niet te verlangen naar namaakgoden als die van status, geluk en succes, maar naar God in Wie ons verlangen tot rust kan komen”, zegt prof. Paul.
Of in de beroemde woorden van Augustinus: „Onrustig blijft ons hart, totdat het rust vindt in U.”
En dan maakt het niet uit of je een designkeuken hebt, of een wat krakkemikkig aanrecht met een bult vieze vaat.