Nicoline Schuitemaker: Naar de zon kijken door een grauwsluier
In plaats van de gebruikelijke bedrijvigheid ziet Nicoline Schuitemaker (55) nu vrijwel dagelijks lege stoelen en tafeltjes in het visrestaurant van het gelijknamige familiebedrijf. „Vrolijk word je er niet van, er hangt een soort grauwsluier over het geheel.” Aan dit deprimerende gevoel toegeven doet ze niet. „Natuurlijk ben ik weleens chagrijnig, maar we beseffen onvoldoende hoe goed we het hier hebben en vooral hoe gezegend we zijn.”
Aan de muur hangen foto’s van bijna een eeuw geleden, met afbeeldingen van de oude haven en van vissers die met vaten in de weer zijn. Het tekent de start van Schuitemaker Vis, begonnen met een viskar en uitgegroeid tot een groothandel annex rokerij en fileerderij. Later kwamen de viswinkels en nog weer later de restaurants. Het ene in hartje Katwijk, het andere in een paviljoen op het vaak drukke strand.
Het restaurantgedeelte aan de Voorstraat is voor publiek gesloten, maar het is er niet stil. In het pand lopen verschillende medewerkers rond. De oven staat aan. Er wordt vis gebakken voor de aangrenzende viswinkel. Daarnaast krijgen klanten op bestelling warme en koude visschotels bezorgd. Tegelijkertijd wordt in deze periode –het is eind januari– de zaak opgeknapt. „In delen wordt de vloer vernieuwd, alles wordt gepimpt.” Het geheel is begin februari klaar. De toekomst is als gevolg van corona evenwel in nevelen gehuld.
Dankzij de groothandel, de winkels en nieuwe initiatieven zoals het bezorgen van vis en een Kibbeling Express lukt het de onderneming nog aardig om het hoofd boven water te houden. Van de kern van circa honderd medewerkers is nog niemand ontslagen. Maar de metaalmoeheid slaat wel toe, geeft Nicoline Schuitemaker aan. Samen met haar broers staat ze aan het hoofd van het bedrijf, dat met restaurants, groothandel en winkels actief is in de vissector in de regio. Eerst onder leiding van opa Nicolaas Kuijt, die later werd opgevolgd door schoonzoon Pieter Schuitemaker. Hij deed de zaak in de jaren negentig over aan zijn vier zoons. In 2003 stapte ook dochter Nicoline fulltime in.
Een hecht familiebedrijf. Wat betekent dat?
Haar ogen twinkelen en ze veert op van haar stoel. „We waren thuis met m’n ouders erbij met z’n elven. Ik heb vier broers en vier zussen. Mijn broers hebben de zaak in 1996 overgenomen van mijn vader. Mijn zussen zitten niet in de directie, maar zijn echte ambassadeurs voor het bedrijf. Ze komen hier graag en weten precies waar het om draait. Moeder had ondernemersbloed, maar was er helemaal voor ons. Zij vormde het cement in het gezin. Mijn vader kwam uit een slagersfamilie. Hij had daarvan overgehouden dat je niet dag en nacht in de zaak bezig moest zijn.
Moeder is in 2005 overleden, vader stierf drie jaar geleden plotseling aan een hersenbloeding. Onderweg naar het ziekenhuis werd aan me gevraagd of ze hem moesten reanimeren. Maar wie bepaalt dat? Ik heb de ambulancechauffeur geantwoord dat zijn leven in Gods hand was. Dat is het geheim van het leven. Hij is niet gereanimeerd, het was zijn tijd.”
Wat betekent de familie voor u?
„Heel veel. M’n familie is voor mij een onderlegger voor het leven, een format. De harmonie is groot. Iedereen is natuurlijk anders, maar we geven elkaar de ruimte en hebben respect voor elkaars opvattingen. Ik ben daar dankbaar voor in het besef dat zoiets niet vanzelfsprekend is. Toch denk ik dat God het zo heeft bedoeld. In het bedrijf geldt dat eveneens. Ik ben weleens ongeduldig en erg direct, maar mijn broers zijn altijd even rustig en worden niet snel boos. Daar heb ik bewondering voor, maar ik denk ook dat we elkaar daarom goed aanvullen.”
Was het van jongs af uw bedoeling ondernemer te worden?
„Niet echt. Na mijn studie ben ik bij de gemeente Rotterdam gaan werken. Ik werd er consultant veiligheidsprojecten, bij het bureau dat zich bezighield met vraagstukken op het gebied van de openbare orde, jeugdproblemen, en drugs- en pandenaanpak. Na vijf jaar ben ik ermee gestopt. Korte tijd was ik parttime consultant bij een adviesbureau en voor een ander deel druk in de zaak. Al spoedig ben ik helemaal overgestapt naar Schuitemaker Vis.”
U bent in hart en nieren Katwijker. Wat houdt dat in?
„Ik ben trots op deze plaats en heb een sterke verbondenheid met de zee. Dat zit bij ons en bij veel andere dorpsgenoten in de genen. Ik heb me weleens afgevraagd of ik ergens anders zou kunnen wonen. Mijn ouders hielden van Noorwegen. Ze hadden er een tweede woning. De rust, ruimte en de natuur zijn er geweldig. Maar hier heb je de voordelen van de stad om de hoek. Noorwegen is wel mijn tweede thuisland.”
Wat betekent corona voor het leven in Katwijk?
„Ik mis in de eerste plaats de kerkdiensten. Je hebt hier je eigen wijkpredikant, maar op zondag loopt alles kriskras door elkaar. Ik kerk vaak in de Oude en in de Nieuwe Kerk. Dat zijn geweldige gebouwen, die mijn hart hebben gestolen. Maar het kan nu niet. Helaas. Toen we nog met dertig mensen bijeenkwamen, moest je snel reserveren. Anders was het ‘uitverkocht’. Die term werd letterlijk gebruikt, ha, ha, dat klinkt wel een beetje raar. Gelukkig kon ik toch wel regelmatig in de kerk zijn omdat ik ook deel uitmaak van het welkomstcomité van onze Andreaswijk. Het welkom waarbij je de gemeenteleden begroet bij het betreden van de kerk, dat mis ik nu er alleen nog onlinediensten worden gehouden.”
En voor het bedrijf?
„Corona overkwam ons echt. Ons strandpaviljoen, KW106, was in maart net enkele dagen open toen de eerste horecasluiting werd afgekondigd. En het restaurant in het centrum moest dicht. De zomer waren we weer open en liep het dankzij de aanwezigheid van een flink terras aardig. We mochten van de gemeente en het hoogheemraadschap met het paviljoen op het strand overwinteren om de gevolgen van de coronaschade wat te dempen. Dan had je geen afbraak- en opbouwkosten. De elkaar opeenvolgende lockdowns blijven echter niet zonder gevolgen voor de motivatie bij de personeelsleden. Er slaat een zekere moeheid toe. Steeds weer moet er iets nieuws worden bedacht. We kunnen redelijk door dankzij de groothandel en de viswinkels en verschillende nieuwe initiatieven. De omzet blijft daardoor enigszins op peil. Wanneer we weer open kunnen? De virologen zijn nu de nieuwe goeroes. Ze hebben echt veel wijsheid nodig omdat hun adviezen verstrekkende maatschappelijk impact hebben.”
Boos of verdrietig?
„Boos ben ik zeker niet. Als ik hier kom en ik zie de visproducten, kan ik daar zelfs echt blij van worden. Maar een leeg restaurant slurpt energie. Het stimuleert niet en dat is niet goed. Een van onze twee honden rolt weleens over de grond. „Opstaan”, zeg ik dan. „En schudden.” Dat moeten we als mens ook doen. Uit- en opschudden en kijken naar wat wel kan, ook al zie je het soms niet zitten. Je gezicht naar de zon houden en beseffen dat het voorjaar in zicht is. Dat is onze plicht. Vanochtend ben ik de dag begonnen met de tekst „Verblijd u te allen tijde.” Dat geldt dus ook onder minder rooskleurige omstandigheden. Als je naar andere plekken op de wereld kijkt, besef je hoe goed we het hier hebben en hoe gezegend wij zijn. Onze primaire processen gaan door en we hebben fijne personeelsleden. Die zijn onderdeel van de familie.”
Wordt de horeca niet ongekend hard getroffen?
„Dat is zo. Veel zaken zijn overgestapt op afhalen en bezorgen van menu’s en al blijf je zo bezig, het blijft huilen met de pet op. Ik heb natuurlijk wel een mening over bepaalde maatregelen, maar weet tegelijkertijd dat de beste stuurlui aan wal staan. Ik heb geleerd om dingen te accepteren die ik niet kan veranderen. Bovendien, dit hebben we nog nooit meegemaakt. Vele jaren geleden, toen ik eens al te stellig mijn mening verkondigde, zei iemand tegen me: „Nicoline, je moet beseffen dat je niet de maat bent van alle dingen.” Dat ben ik nooit vergeten en dat heb ik ter harte genomen.”
Zelfreflectie is belangrijk?
„Zeker. Ik kan een haaibaai zijn en er zomaar iets uitgooien. Maar daar kom ik zo nodig weer snel op terug.”
Hoe kijkt u naar de pandemie in het licht van de Bijbel?
„Ik doe niet mee aan het duiden ervan. Persoonlijk vind ik dat er om ons heen in andere landen nog veel ingrijpender gebeurtenissen plaatshebben, maar de eenzaamheid die het voor veel mensen oplevert, zeker in de laatste levensfase, dat raakt me. Rampen, oorlogen, pandemieën, het past in het beeld dat de Bijbel ons voorhoudt. Tijdens de eerste golf was er misschien nog hoop dat we er lessen uit zouden trekken maar ik denk dat dat gevoel nu minder is. De kernvraag blijft waarop je je vertrouwen stelt. We moeten niet bang zijn, maar vertrouwen op God. Ten tijde van de pandemie én daarbuiten: we zijn kwetsbare mensen.”
Schuitemaker Vis houdt op zondag de deuren gesloten. Lastig in een badplaats?
„Binnen de horeca zijn we een uitzondering, de winkels hier zijn wel op zondag dicht. Voor ons is het een rustdag, we zien het als een geschenk van Boven. Wanneer zou je anders naar de kerk kunnen? Wij willen daarnaast niet meedoen aan een economie van 24 uur, 7 dagen per week. Dat lijkt wel een nieuw evangelie in Nederland. Ik weet nog dat mijn opa het belachelijk vond toen de vrije zaterdag werd ingevoerd. Maar nu, vele vrije uren en dagen verder, komen we nog steeds tijd tekort en zie je de burn-outs toenemen. Waarom moeten we wijzer zijn dan Degene Die ons gemaakt heeft? Ook onze personeelsleden, die niet altijd kerkelijk zijn, zijn blij met onze opstelling. Ze zien het als een mooie secundaire arbeidsvoorwaarde die hun ruimte geeft voor sociale contacten.”
Maar als ondernemer trekt u graag een groeiend aantal toeristen. Is dat niet een beetje dubbel?
„Dat geeft natuurlijk enige spanning. Maar veel ondernemers wonen hier, waardoor de kwaliteit van de leefomgeving belangrijk blijft. In het verleden heb ik me ingezet voor de aanleg van een zeejachthaven. Dat is indertijd niet doorgegaan. Er kan wat mij betreft ook wel een hotel bij. Het valt in Katwijk nog wel mee met het toerisme. Belangrijk is welke keuzes je maakt. De boulevard staat, in tegenstelling tot veel andere badplaatsen, nog vooral vol met woonhuizen. Een breder strand biedt rust en ruimte om bijvoorbeeld te wandelen. Elders zit je hutjemutje. We hebben hier gelukkig geen schreeuwende horecabende. Dat willen we ook niet. Katwijk moet verrassend en gastvrij blijven.”
Lukt het in de nabije toekomst de restaurants op zondag dicht te houden?
„Wat ons betreft wel. Natuurlijk krijg ik weleens de opmerking van een collega dat de zondag voor hem de belangrijkste omzetdag is, maar wij ervaren als bedrijf nog steeds zegen op ons werk. We willen daar in vertrouwen aan vasthouden. Een eigen positie kan geen kwaad. Meegaan met de stroom is niet altijd een teken van leven. Om in ons jargon te blijven: een zalm zwemt tegen de stroom in.”
U staat midden in de wereld van visserij. Somber over de toekomstperspectieven voor de Nederlandse vissers?
„De Nederlandse visserij heeft het niet makkelijk door een combinatie van factoren: de aanlandplicht, de windmolenparken op zee en de brexit. Tot op heden merken wij niet veel van de brexit. Of het de komende tijd tot hogere prijzen voor bijvoorbeeld haring en makreel zal leiden is nog afwachten. De komende jaren zijn spannend. Hoe worden de afspraken met het Verenigd Koninkrijk straks? Voorlopig hoor ik vooral de Britse vissers mopperen. Ze zien de gevolgen van de uittreding. Hun vis is drie dagen later in Italië dan voorheen.”
In de buurt van Katwijk zijn windmolens in zee gepland. Een schrikbeeld?
„Ik heb me er sterk voor ingezet om plaatsing ervan in de kuststrook tegen te houden, maar helaas gemerkt dat burgerparticipatie in sommige gevallen een wassen neus is.”
U bent actief voor Woord en Daad. Hoe?
„Al jaren zijn we als bedrijf lid van de Regio Ondernemers Duin- en Bollenstreek van Woord en Daad. Die drive is m’n broers en mij ons van huis uit meegegeven en gestimuleerd door de kerk. Ik ben in 2011 mee geweest met een reis vanuit Woord en Daad naar Ethiopië. De regio steunt een waterproject in rivier de Awash. Begin 2020 organiseerden we hiervoor een vrouwenzangavond. Helaas gooide corona roet in het eten, maar zodra het mogelijk is, hopen we toch dat het doorgang gaat vinden.”
Hebt u hobby’s?
„Mmm. Nou nee, niet echt.” Lachend: „Ik kom er niet aan toe, de zaak is een beetje het verlengstuk van m’n huis en dat geldt ook voor mijn andere activiteiten, zoals fondsenwerving voor de KNRM: het is geweldig om te zien hoe de vrijwilligers zich inzetten om op professionele wijze 24 uur per dag inzetbaar te zijn om uit te rukken ook in de slechtste weersomstandigheden. Nee, ik verveel me nooit. Daarnaast ben ik, misschien gek genoeg, dol op rust. Dat is heerlijk. En ik houd van dieren. We hebben twee honden: een Friese stabij en een Roemeense zwerfhond. Ik houd van zwervers.”