„Heruitgave boek Van de Velde laat Zijn bewarende hand over ons land zien”
„De Heere is een wonderdoend God.” Zo vat G. G. M. Janssen de boodschap van ”De wonderen des Allerhoogsten” van Abraham van de Velde (1614-1677) samen. Janssen verzorgde de uitgave van de klassieker in hedendaags Nederlands. „Het is een actueel boek.”
De Middelburgse predikant Van de Velde publiceerde het boek in 1668. Sindsdien zijn verschillende heruitgaven verschenen, nu door uitgeverij De Schatkamer uit Rumpt. „Er was een kerkelijke gemeente die het boek aan haar leden en catechisanten wilde geven. Zodoende kwam de vraag van de uitgever aan mij om het boek te bewerken”, zegt Janssen. Hij corrigeerde al veel boeken voor De Schatkamer. „Dat is mooi werk om te doen.”
Al lezend en werkend raakte de ouderling van de gereformeerde gemeente in Nederland te ’s-Gravendeel meer en meer onder de indruk van het boek van Van de Velde, dat wel is omschreven als een monument van de gereformeerde geschiedschrijving. „Ik had wel delen ervan gelezen, maar het boek nog nooit in zijn geheel doorgenomen. Het begin is wat droog, maar daarna kom je onder de indruk van Gods bewarende hand.”
De geschiedenis staat niet op zichzelf, zegt Janssen. „God schrijft de geschiedenis. Dat zie je zo duidelijk in het eerste deel van ”De wonderen des Allerhoogsten”. Van de Velde noemt er vele voorbeelden van hoe ons kleine land, gesterkt door de Heere, tot grote daden kon komen tijdens de Tachtigjarige Oorlog. De Nederlanden waren onderhevig aan de Spaanse dwingelandij, maar de Heere verloste. De Heere bewaarde in bange dagen. Ik heb vaak moeten denken aan Psalm 118:12: „Het is een wonder in onz’ ogen; Wij zien het, maar doorgronden ’t niet.””
Wonderlijke uitreddingen beschrijft Van de Velde. Janssen: „De Heere gebruikte zon, weer en wind om een trouweloos volk te redden. Het zag soms geen mogelijkheden, maar dan verblindde het zonlicht de tegenstander.”
Het boek heeft daarmee een actuele spits, vindt hij. „We leven nu in bijzondere tijden. We moeten het in de coronacrisis met 17 miljoen mensen doen, volgens premier Rutte en minister De Jonge. Dit boek leert ons: „Zonder Mij kunt gij niets doen.” Leefde dat maar meer.” Daarom zou het goed zijn als jongeren van nu het boek ook zouden lezen, vindt hij.
Het tweede deel van de uitgave is meer leerstellig van karakter. „Daarin valt de nadruk op het gevaar waarin Gods kerk zich bevindt. Onder alle listige verleidingen moet de kerk vasthouden aan de waarheid. Van de Velde roept predikanten op dwalingen aan te wijzen en tegen te gaan.”
De auteur spreekt ook de overheid aan. Janssen: „De overheid behoort voor te gaan in het goede, waarschuwt Van de Velde. Dat roept de vraag op: Waar is de godzaligheid van de overheid nu? Waar is de kennis van de Bijbel?”