Kleine geschiedenis van Rusland
In Rusland ligt de toekomst vast. Het verleden is echter nogal wispelturig. Met dat motto begint Mark Galeotti zijn boek ”Een kleine geschiedenis van Rusland”.
Nederland heeft met Rusland in elk geval één overeenkomst: van beide staten zijn de fundamenten in dezelfde tijd gelegd. Toen Willem van Oranje stadhouder van Holland was, legde in Rusland Ivan de Verschrikkelijke de grondslag van het huidige Rusland. Daar houdt overigens de vergelijking wel zo’n beetje op. Nederland zocht de vrijheid, terwijl die onder Ivan niet bestond. Zolang hij leefde was er wel orde, maar die was gebaseerd op angst. Hij doodde zelfs zijn eigen zoon.
Galeotti is een Britse historicus die al heel lang bezig is met Rusland. In dit boek beperkt hij zich tot de hoofdlijnen. Hij weet die ook heel leesbaar neer te zetten. Achter elk hoofdstuk staan leestips voor de liefhebbers.
Galeotti begint in het jaar 862, toen de Vikingen kwamen heersen over het land. Vrij snel begon toen al dat Russische dilemma dat het land nog altijd begeleidt: de strijd tussen centrum en periferie. Moet Rusland centraal worden geleid vanuit Moskou, zoals in Frankrijk alles vanuit Parijs komt? Of is het land (met elf tijdzones) daarvoor gewoon te groot en mag iedereen zelf bepalen welke taal hij spreekt en wat de kinderen op school leren? Vanaf 862 heeft elke generatie Russen die vraag opnieuw beantwoord.
Sinds de overgang naar het christendom in 988 heeft de Rus altijd naar het Westen gekeken om te zien hoe het (niet) moet. Tsaar Peter de Grote kwam in de zeventiende eeuw al naar Nederland om dingen te leren, en hij liet een stad bouwen in Franse en Italiaanse stijl. Maar behalve die techniek nam hij niets mee; en zeker geen nieuwe opvatting van vrijheid.
De geschiedenis van zo’n groot land beschrijven in ruim 200 pagina’s is een kunst. Galeotti verstaat die kunst.
Boekgegevens
Een kleine geschiedenis van Rusland. Van de heidenen tot Poetin, Mark Galeotti; uitg Prometheus; 224 blz.; € 19,99