Derde golf hangt dreigend boven zorg
Voor de derde dag op rij liggen er minder dan 2000 coronapatiënten in het ziekenhuis. Net zoveel als half december. Ondanks twee relatief rustige weken heerst onder het zorgpersoneel allerminst opluchting. De gevreesde derde golf zien artsen en verpleegkundigen bezorgd en bevreesd tegemoet. „Het is stilte voor de storm.”
Tot twee weken geleden lag de ic van het Erasmus Medisch Centrum bomvol, vertelt verpleegkundige Rianne Vogelaar (35) uit Krimpen aan den IJssel. Nu is het even wat rustiger. „Maar nog steeds is er onvoldoende ruimte om patiënten terug te plaatsen op een gewone Covid-afdeling, als dat kan. Daardoor ligt de ic soms voller dan nodig.”
De daling in het aantal opnames merken de verpleegkundige en haar collega’s wel degelijk. „Maar ik kan niet zeggen dat het nu rustig is.” Vóór 1 januari werkte Vogelaar op een gewone corona-afdeling, sinds het nieuwe jaar springt ze tijdelijk bij op de ic. Ruimte om weer terug te keren voor deze zogenoemde buddy’s is er vooralsnog niet. „Mij is zelfs gevraagd tot april te blijven.”
Laatste strijd
Dankzij de dalende cijfers neemt de druk op corona-afdelingen inderdaad af, zegt ook bestuursvoorzitter Bianca Buurman van V&VN, de grootste beroepsvereniging van verpleegkundigen en verzorgenden. „Maar het is stilte voor de storm.”
Ze wijst op de Britse variant, die waarschijnlijk de komende maand oprukt. „Die overspoelde ook ziekenhuizen in Engeland: daar lagen 60 procent meer mensen opgenomen dan tijdens de piek in april vorig jaar.” Het land had overigens rond Kerst veel maatregelen laten varen.
De derde golf hangt als een donkere dreiging boven het zorgpersoneel. „Veel collega’s zijn somber, hebben er geen zin meer in na al die maanden”, vertelt Vogelaar. „En het management is erg negatief doordat het zich moet voorbereiden op de ergste scenario’s.”
Zelf probeert ze optimistisch te blijven, al zijn de werkdagen heftig. Vooral dat patiënten amper contact hebben met hun familie, die in quarantaine zit of niet op bezoek durft, vindt de verpleegkundige schrijnend. „Mensen zijn in hun laatste strijd heel erg alleen.”
Hartoperaties
Nu de opnames dalen pakken ziekenhuizen zoveel mogelijk zorg op die uitgesteld was, zegt woordvoerder Mariël Croon van het Landelijk Coördinatiecentrum Patiënten Spreiding. Zo was er afgelopen week iets meer ruimte voor hartoperaties en kankerbehandelingen. Op dit moment is 32 procent van de zogeheten ”kritiek planbare zorg” afgeschaald, vorige week nog 35 procent.
„Iedereen is beducht voor een nieuwe piek”, zegt Croon. „Personeel is het grootste knelpunt.” Medewerkers met corona zijn zo drie, vier weken uit de running. Door één zieke verpleegkundige moeten volgens haar drie of vier bedden sluiten. „Door snel te vaccineren hopen we meer bedden open te kunnen houden.”
Kiezen
Buurman van V&VN: Intussen is de voorbereiding voor een volgende golf in volle gang. „Ziekenhuizen, maar ook de wijkverpleging en verpleeghuizen, denken nu al na over hoe het dan moet. Hoe zorg je voor voldoende plekken op ic’s en afdelingen? Hoe maak je afwegingen wie welke zorg krijgt? En als het echt heel druk wordt, wat doe je dan wel en wat niet? We hopen niet dat het hoeft, maar de angst is er dat we straks moeten kiezen welke patiënten we behandelen.”
Om dat scenario te voorkomen, denkt de beroepsvereniging dat de maatregelen nog steeds nodig zijn, ook nu de cijfers dalen. Buurman wijst op de Britten: „Die hadden de maatregelen rond de Kerst wat losgelaten. Gaan wij de maatregelen nu versoepelen, dan lopen we het risico dat die variant hard toeslaat.”
Dankbaarheid
In de ademruimte die er nu is, schuilt volgens Vogelaar een gevaar. „Zodra het iets beter gaat, denken mensen aan versoepelingen. Maar wij zien de bui al hangen.” De dalende cijfers zijn het effect van veel maatregelen, stelt ze. „Zonder de beperkingen was het een onhoudbare situatie geweest in de ziekenhuizen. Ik denk dat dankbaarheid over het beleid meer zou passen.”
Tegelijkertijd begrijpt Vogelaar goed dat mensen de beperkingen zat zijn. „Ik zie zelf natuurlijk vooral de andere kant. In de acht maanden dat ik met coronapatiënten werk, heb ik nog nooit zoveel doden onder mijn handen gehad als in de veertien jaar van mijn carrière. Ik ontmoet telkens mensen die de ziekte niet hebben zien aankomen. Allemaal dachten ze dat corona hen niet zou treffen.”