„Ik krijg net nog een melding binnen, 10.42 uur. Auto in de buitenberm op de A6”, zegt Martin Vis maandagmorgen. Hij is directeur van bergingsbedrijf Delta Berging & Transport, met vestigingen in onder meer Emmeloord en Almere.

Door de ijzel en gladheid en ongevallen daardoor was het maandag stukken drukker op de weg dan normaal. Onder meer op de A6 bij Lelystad en op de N50 bij Kampen ontstonden verkeersopstoppingen.

Drukke tijden voor de bergers van Delta. Ze sleepten maandagmorgen tientallen auto’s van de weg, legt Vis uit. „Het is voor ons volle bak. We zijn vanaf maandagochtend vroeg bezig om de wegen schoon te vegen. Zodat het verkeer kan doorstromen. Mijn mensen vliegen van de ene melding na de andere. Misschien is de drukte maandagmiddag rond drie uur voorbij. Dan kunnen we even ademhalen.”

Uit de klei

Rond het middaguur leken er bij de verkeersongevallen door de gladheid geen doden of gewonden te zijn gevallen.

„Het gaat om glijpartijen. Auto’s die van de weg raken”, licht Vis toe. „Sommige auto’s konden we uit de klei slepen waarna de automobilisten op eigen gelegenheid hun weg konden vervolgen. In andere gevallen moest vervangend vervoer worden geregeld, en boden we de gedupeerde automobilisten een kop koffie aan. Ook wordt er bijvoorbeeld een taxi geregeld.”

Zelf moesten de bergingsvoertuigen het ook voorzichtig aan doen, zegt Vis. „Als je op ijs rijdt, is dat altijd gevaarlijk.” Een van zijn wagens stond maandagmorgen vast in een lange file nabij de Rampspolbrug in de buurt van Kampen. „Die wagen konden we niet gebruiken.”

Gladheid doet zich nogal eens lokaal voor, weet de directeur van het bergingsbedrijf. „Een paar weken geleden was er een buitje bij Lelystad. Toen ontstonden ook allerlei ongevallen en moesten we met diverse wagens de weg op.”

Zwaailichten

Voor strooiploegen zijn het met dit winterse kwakkelweer ook drukke tijden. In Joure in de provincie Friesland bestrooit André de Vries (54) een fietspad. Vanuit de oranje-grijze bak achter zijn tractor wordt het zout verspreid op het wegdek. Sinds acht uur maandagmorgen is De Vries, werkzaam bij de gemeente Joure, de weg op. Hij doet zo’n drie uur met de 2 ton zout in zijn strooibak.

Zijn werkterrein ligt in onder meer Sneek, Joure en Sint Nicolaasga. Drie oranje zwaailichten waarschuwen andere verkeersdeelnemers. Nog zo’n vijf andere medewerkers van de gemeente zijn op pad om de wegen berijdbaar te houden.

De Vries, pet op, past op zijn tellen op de verraderlijk gladde wegen en fiestpaden. „Met mijn eigen auto reed ik heel voorzichtig naar mijn werk. En ook nu op de tractor pas ik op. Ik kijk of het glinstert op de weg.

Of je nu met een fiets met dunne banden of met een tractor met brede banden rijdt, in beide gevallen kun je van de weg glijden. IJs is ijs. Ik heb het wel meegemaakt dat mijn zoutbak achter de tractor in een bocht begon te zwiepen en om de tractor heen kwam. Zo glad was het.”

Fietsers

De Vries wil burgers graag behoeden voor vervelende glijpartijen, maar mensen zijn niet altijd even hoffelijk naar de zoutstrooiers, merkt hij. „Soms blijven fietsers voor mijn tractor fietsen, op een glad fietspad. Ze stappen dan niet een paar seconden af om mij te laten passeren. Terwijl ze dan het voordeel missen van een bestrooid fietspad.”