Dat zei minister Grapperhaus van Eredienst maandag in een interview in het Nederlands Dagblad. De bewindsman deed vorige week in een brief een „zeer dringend” beroep op kerken om tijdens de lockdown alleen onlinediensten te houden. „Ik weet precies in welke hoeken de grootste problemen zitten – dat zijn de diepgelovige, traditionele geloofsgemeenschappen. Het fysiek bij elkaar komen is voor deze kerkgangers iets heel wezenlijks en ik begrijp hoe moeilijk het is dat we daarmee voorlopig moeten stoppen. Maar dat virus, jongens, dat is óók wezenlijk bedreigend voor levens van mensen en de ziekenzorg in het algemeen.”

Een aantal kerkverbanden houdt de optie van fysieke samenkomsten open. „Sommige vertegenwoordigers van kerkgenootschappen zeiden tegen mij: „Van onze kerken doet ruim 95 procent de diensten online, maar als we nog strenger zijn, keert die laatste 5 procent zich juist tegen ons.” En ik snap het hoor: kerken willen natuurlijk mensen ontvangen, zielenzorg geven, het idee van ”Laat de kinderen tot Mij komen”. Maar die ruimte om dat te doen hebben we nu gewoon niet.”

Grapperhaus zegt dat hij „teleurgesteld en mismoedig is” als kerken toch met veel mensen samenkomen. „Wie zich achter de voordeur terugtrekt, moet achter die voordeur ook verantwoording afleggen.”

De minister heeft het gevoel dat in de samenleving de kritiek op de uitzonderingspositie van kerken toeneemt. „Juist met massale kerkdiensten speel je mensen in de kaart die geloofsvrijheid in de toekomst willen inperken.”

Verschillende media schreven dit weekend over kerkdiensten. Zo postte De Telegraaf bij het kerkgebouw van de gereformeerde gemeente te Barneveld-Centrum en kopte over „honderden kerkgangers.” De Stentor schreef over een dienst van evangelische gemeente De Basis in Apeldoorn met zo’n 150 bezoekers, terwijl Omroep Gelderland de gereformeerde gemeente in Nederland te Opheusden onder de loep nam.