„Kerken moeten niet praten over statistieken, maar betrokken zijn”
De kerken in Nederland hebben een nieuw imago nodig. „Betrokken, bescheiden, kritisch van tijd tot tijd en liefdevol, midden in de samenleving.”
Dat zei Samuel Lee, theoloog des vaderlands, maandagavond in de Nieuwe Kerk in Groningen. De Amsterdamse theoloog en voorganger van een migrantenkerk in Amsterdam-Zuidoost sprak over de vraag hoe een krimpende kerk van betekenis kan zijn inzake thema’s als armoede en eenzaamheid. De organisatie van de bijeenkomst was in handen van het Diaconaal Platform Groningen.
Betrokkenheid
Lee weet waarover hij spreekt als het over sociale vraagstukken gaat. De praktische uitdagingen van het dominee-zijn in de Bijlmer vanaf de jaren negentig zijn heel vormend voor hem geweest, aldus de theoloog. „Ik dacht als jonge voorganger: ik ga mooie preken houden en gezellig bij mensen op bezoek, maar alle praktische problemen waar ik mee te maken kreeg, zat niet in mijn theologie. Ik preekte over Jezus Die kamers gereedmaakt in de hemel, maar op m’n stoep stond een ongedocumenteerde migrant zonder woning. Ik preekte over Jezus als het brood des levens, maar een Afrikaanse broeder zei tegen mij: „Ik heb nu brood nodig.””
Geconfronteerd met al deze problemen kwam Lee tot de conclusie dat de kerk het Evangelie moet verbinden met sociale gerechtigheid. „Onze kerk werd een centrum van de rechten van de mens. We werkten samen met een vakbond als de FNV en zelfs de SP en GroenLinks kwamen langs. Omdat wij mensenrechten zo belangrijk vinden, zijn wij een academie begonnen voor migranten en mensen met weinig geld. Mensenrechten horen bij de kerk, maar we hebben het weggegeven aan anderen.”
Wat kerken nodig hebben, is een „theologie van betrokkenheid”, aldus Lee. „Immanuël betekent God met ons. Zo moeten we kerk zijn. We moeten niet praten over statistieken en succesverhalen vertellen. Gewoon betrokken zijn en van anderen durven leren.”
Wanneer de kerk zich wil inzetten voor de samenleving is het open staan voor anderen en het willen leren van anderen, binnen en buiten de kerk, een absolute voorwaarde, vindt de theoloog des vaderlands. „Vroeger werkte ik alleen en dacht ik: „Wij pinksterchristenen hebben de Heilige Geest, wij weten hoe het moet.” Toen ik begreep dat protestantse, evangelische en rooms-katholieke christenen allemaal mijn broeders en zusters zijn, realiseerde ik mij hoe arrogant ik ben geweest. Veel mensen in mijn kerk vonden mij te liberaal toen ik dat zei en zijn weggegaan, maar ik ben dankbaar voor hoeveel ik van andere christenen heb mogen leren.”
Samenwerking
Ineke van Buren, werkzaam bij het Leger des Heils, benadrukte het belang van samenwerking. „Door de samenwerking van christenen en niet-christenen hebben we de tippelzone kunnen sluiten. Daar werkten vrouwen die door iedereen zijn opgegeven, maar christenen houden altijd hoop omdat ze mensen mogen zien zoals God ze heeft bedoeld.”
Marloes de Bie, die veel ervaring heeft met armoedevraagstukken, onderstreepte het belang van echt contact. „Veel van wat wij doen is niet meer dan mensen hun waardigheid teruggeven. Er is ongelofelijk veel schaamte rondom armoede. Kunst is om de ander te leren zien als mens, zoals hij of zij werkelijk is.”
Mark de Jager, de jonge theoloog des vaderlands, ziet hierin ook een rol voor de kerken. „Het kan zijn dat je bij ons in de Martinikerk naar de kerk gaat, en dat niemand je heeft aangesproken. Diakenen mogen het goede voorbeeld geven in het echt zien van mensen. Dwing jezelf om mensen die binnenkomen te zien.”