Israël Ingezoomd: In Jeruzalem klinkt steeds meer Frans op straat
Wie door de straten van Jeruzalem loopt, hoort Hebreeuws, Arabisch, Russisch en Engels. Een andere taal die de laatste tijd dikwijls opduikt uit de monden van voorbijgangers is Frans.
Fransen hebben veel redenen om naar Israël te gaan. Sommigen komen als toerist. Joden komen ook als immigranten, hoewel ze dikwijls ook het Franse staatsburgerschap houden. De redenen om te verkassen lopen uiteen, maar één ervan is het oplaaiende antisemitisme in de republiek van gelijkheid en broederschap.
In Frankrijk is een aantal Joden door moslims vermoord. In november 2003 stak Adel Amastaibou de 23-jarige Sebastian Selam dood in Parijs. Hij vertelde de politie dat hij een Jood had vermoord en dus naar het paradijs zou gaan. De dader werd naar een ziekenhuis gebracht en vrijgelaten, vanwege de geschiedenis van psychische stoornissen die hij zou hebben.
In Toulouse schoot in maart 2012 Mohammed Merah drie kinderen en een leerkracht dood op de Joodse Ozar Hatorah school. Politici in Frankrijk en andere landen en het Vaticaan veroordeelden deze aanslag.
De dader beroofde in Toulouse en Montauban ook drie soldaten van het leven. Na de aanslagen werd hij gedood in een confrontatie met de politie.
De dader pleegde de aanslagen blijkbaar omdat Frankrijk deelnam aan de oorlog in Afghanistan en om het verbod in Frankrijk om een boerka te dragen. Maar ook antisemitisme speelde een rol. Zijn broer zei volgens Newsweek dat toen sympathisanten bij de familie kwamen, het hen slechts speet dat hij „niet meer Joodse kinderen had gedood.” Zijn advocaat stelde echter dat Merah psychische problemen had en dus eigenlijk niet verantwoordelijk kon worden gehouden.
De krant The Jerusalem Post schreef dat op 29 december Chalom Levy overleed in een vliegtuig dat op weg was naar Tel Aviv. Zijn advocaat zei dat Levy nooit herstelde van een antisemitische aanslag in 2016, toen een „allahu akhbar” gillende man hem in Frankrijk een mes in het lichaam stak. De dader stond niet terecht omdat hij geestesziek zou zijn.
Het meest beruchte geval is dat van de in Mali geboren immigrant Kolibi Traoré. In april 2017 sloeg hij in Parijs een uur lang zijn Joodse buurvrouw, de 65-jarige Sarah Halimi. Vervolgens gooide hij haar van het balkon zodat ze stierf. De rechters concludeerden dat hij niet wist wat hij deed. Voor zijn daad nam hij drugs in, zodat hij zijn oordeelsvermogen was kwijtgeraakt.
Vorige maand bevestigde een hogere rechtbank dat Traoré wettelijk niet verantwoordelijk was voor de moord. Afgelopen zondag waren er in Frankrijk duizenden demonstranten op de been om tegen dat vonnis te demonstreren. Ook in Jeruzalem was een demonstratie tegen antisemitisme, waaraan Joden en christenen meededen.
De verontwaardiging van de demonstranten is terecht. Geestesziekte kan inderdaad een rol spelen bij een misdaad. Maar om antisemitische moordenaars van rechtsvervolging te ontslaan, zoals in Frankrijk herhaaldelijk is gebeurd, voert veel te ver. Het justitiële systeem moet dienen om de samenleving te beschermen, niet om gewelddadige antisemieten of andere criminelen de hand boven het hoofd te houden.
En als iemand niet kan instaan voor zijn daden, dan moet het adres zijn: gesloten inrichting. Liefst levenslang.