Hoe student uit slavernijsysteem komt
Aanbod voor vastgelopen studenten: een workshop timemanagement, de psycholoog of een concentratietraining. Biedt de universiteit daarmee een oplossing voor prestatiedruk? „Wij geloven te veel in een maakbaar individu”, concludeert filosoof Toske Andreoli.
Persoonlijke problemen, noemen universiteiten de stress, somberheid en burn-outs waarmee studenten kampen. „Is dat wel zo?” vroeg Andreoli zich donderdagavond af bij het Veritas Forum op de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Christelijke studenten organiseerden de forumavond over prestatiedruk om na te denken over levensvragen.
Volgens de filosoof vergt de maatschappij veel van studenten. De overheid verwacht dat je snel afstudeert; anders moet je stoppen. De overheid wil dat je zelf je studie bekostigt; daarom neem je een bijbaan. Je toekomstige werkgever verlangt een goed cv; daarom zijn een bestuursjaar, stage en buitenlandervaring belangrijk. Toelating tot een master kan alleen met hoge cijfers en universiteiten selecteren de beste studenten voor speciale programma’s. Het gevolg? „Een taboe op de middelmaat.”
Daarnaast willen studenten zelf een rijk sociaal leven. Veel vrienden, gezond koken, sporten. „Ze maken het ook zichzelf niet makkelijk.”
Universiteiten schieten echter door, stelt Andreoli, als zij alleen praten over persoonlijke problemen en hun aanpak uitsluitend richten op individuele studenten. Hoe dat komt? „Het geloof in de maakbare samenleving –van de vorige eeuw– is verschoven naar het geloof in een maakbaar individu.”
Media presenteren gezondheid, succes en geluk als keuze, zo laten krantenkoppen en citaten van blogs op het scherm zien. ”Maakt het voor je gezondheid uit op welke zij je slaapt?” ”Kun je ontstekingen voorkomen met vis en tomaat?” In een ”GeluksDagboek” kunnen mensen hun geluksgevoel bijhouden: „Voel je je beter of slechter dan andere deelnemers zoals jij?”
Eindeloos rennen
Haar boodschap aan de ruim honderd studenten in de Rotterdamse collegezaal: laten we de mens niet zien als een onvolkomen wezen dat naar perfectie streeft. Maar als een sociaal wezen, dat onderdeel is van een omgeving die zijn handelen in sterke mate bepaalt.
De studieomgeving is volgens de filosoof veel te massaal: die bestaat niet uit een gezellig groepje van vier of vijf, zoals je in universiteitsfolders ziet. Nee, je luistert met 800 man naar een docent. „Terwijl er behoefte is aan sociale cohesie, een omgeving waarin saamhorigheid en oog voor elkaar is. Niet aan losse groepen waarin je weinig samen deelt.”
Andreoli pleit voor meer werkgroepen, een vast gebouw per opleiding en een einde aan de concurrentie tussen studenten door het selecteren van de besten voor excellentieprogramma’s.
Ze legt daarmee veel bij universiteiten neer, constateren mensen in het publiek. „Worden studenten zo niet lui? Moeten ze niet zelf hun mentaliteit veranderen?”
Theoloog Ad van Nieuwpoort bepleit verandering van het individu – vanuit een positief mensbeeld. Prestatiedruk heeft alles te maken met feit dat „wij als mensen geen verhaal meer hebben”, zegt hij. „Wij zoeken voortdurend erkenning buiten onszelf. Dat maakt ons tot doodvermoeide mensen. We hebben nauwelijks meer ruimte om na te denken wie we nou eigenlijk zijn. We zijn eindeloos aan het rennen en weten niet eens waarvoor.”
Hij zag het op de Amsterdamse Zuidas, waar hij predikant was. „Het kon niet gek genoeg. Wij kennen geen grens meer, dat is het probleem van deze samenleving.” Als antwoord daarop gebruikt de protestantse predikant de uittocht uit Egypte als metafoor. In het Hebreeuws betekent Egypte benauwdheid, vertelt hij. „Een mens moet teruggeroepen worden uit het slavernijsysteem. En teruggaan naar de vraag: wat maakt een mens tot mens?”
Juist een studententijd acht Van Nieuwpoort geschikt om te ontdekken wie je bent. Hij wijst op de eerste dag van de mens op aarde: een rustdag. „Het eerste wat een mens moet leren is ophouden.”