Een speciale biddag om regen is geen luxe
Het is inmiddels wel duidelijk dat de zomer van 2018 tot de droogste, zo niet de allerdroogste uit de geschiedenis van ons land behoort. Instanties nemen maatregelen om het betrekkelijk schaarse water beschikbaar te houden voor de allernoodzakelijkste doeleinden.
In verschillende delen van het land mag oppervlaktewater niet langer worden gebruikt om het land –en de daarop staande gewassen– te beregenen. Agrariërs vragen zich bezorgd af of de oogst nog wel voldoende zal opbrengen.
Weerkundigen zijn voorzichtig om harde conclusies te trekken over de verandering van het klimaat. Maar algemeen leeft wel de gedachte dat er iets gaande is. Hier en daar klinkt de waarschuwing dat we ermee moeten rekenen dat zich ook in de toekomst vaker perioden van grote droogte zullen voordoen.
Met het geven van dit soort wetenschappelijke verklaringen, hoe voorzichtig ook gebracht, verdwijnt iets wat onze voorouders wel hadden. Zij leefden dicht bij de natuur en beseften dat regen en droogte, koude en hitte niet door mensen georganiseerd worden. Sommigen vonden het ook wel een geruststellende gedachte dat het weer niet door mensen werd geregeld. Stel je voor dat dit wel zo was. Wat een bron van discussie en conflict zou dit zijn.
De Bijbel leert ons dat de weersituatie valt onder het bestuur van God. Die gedachte is ook terug te vinden in Zondag 10 van de Heidelbergse Catechismus. Daar belijdt de christen dat regen en droogte niet bij geval maar van Gods Vaderlijke hand ons toekomen. Hij regeert ook de klimatologische ontwikkeling.
Dat ontslaat mensen niet van hun verantwoordelijkheid. Zeker niet. Zij beheren als rentmeester de Schepping. Wanneer door onverantwoord menselijk handelen, op welke manier dan ook, de natuur geweld wordt aangedaan, heeft dat gevolgen.
Tegelijk staat voluit overeind dat God de bestuurder is van de natuur, Die nietige mensen soms laat voelen wat hun gedrag teweegbrengt. Maar Die soms ook, ondanks alle menselijk falen, op een zegenrijke wijze kan ingrijpen.
In het verleden werden in periode van grote droogte speciale biddagen uitgeschreven om God te bidden om regen. Dat gebruik is in ons land verdwenen, en daarmee ook de gedachte eraan.
In Nederduits Gereformeerde Kerken in Zuid-Afrika is in de achterliggende jaren meer dan eens een speciale biddag uitgeschreven vanwege de „knellende droogte” die het land raakte. Zou dat voorbeeld in ons land geen navolging verdienen?
De Heere regeert over de elementen. Hij kan ook nu een milde regen zenden, zoals bij Elia, die in de tijd van Achab op de Karmel bad om regen. En het ging stortregenen, ondanks de zonde van het volk en de deplorabele omstandigheden waar het land in terechtgekomen was. Die God leeft nog!