Column: Digitale revoluties
Rond het jaar 2000 stond de wereld op zijn kop, zo leek het. De nieuwe economie kwam eraan. De belofte van internet was enorm. Ik herinner me levendig dat we als tieners in een opgewonden bui aandelen in World Online bestelden.
Gelukkig –achteraf gesproken– waren er zo veel intekeningen dat we onze paar aandelen niet kregen. Het bleek een bubbel te zijn, maar dat was niet het eind van de revolutie. Eerder was het een kwestie van te vroeg pieken.
De internetrevolutie heeft heel veel veranderd. Analoge communicatie heeft het afgelegd tegen e-mail en de opvolgers daarvan. Sociale media hebben de manier waarop we contacten leggen drastisch veranderd. Internetwinkels hebben menig winkelbedrijf in het stof laten bijten. Banken zijn uit het straatbeeld verdwenen doordat bijna alles nu via internet gaat. Wereldwijd contact was nog nooit zo makkelijk, met Skype kun je ‘gratis’ iedereen bereiken die ook internet heeft.
Meeliftend op internet kwam de volgende revolutie: de smartphonerevolutie. Zorgde internet ervoor dat gegevens overal opgevraagd konden worden, de smartphone is het apparaat waarop die gegevens gebruikt kunnen worden.
Dat betekent een nieuwe, radicale verandering. Je kunt op ieder moment contact hebben met iedereen. Transacties kunnen ter plekke betaald worden. De smartphone krijgt steeds meer functies: camera, fotoarchief, portemonnee, kompas, naslagwerk et cetera.
Inmiddels is ook duidelijk wie de winnaars van deze twee revoluties zijn. Ze worden sinds een paar jaar de ”frightful five” genoemd. Dat duidt op vijf bedrijven die angst aanjagen: Google, Amazon, Apple, Microsoft en Facebook.
Facebook, Amazon en Google bestonden tien of twintig jaar gelden nog niet, maar horen nu samen met Microsoft en Apple tot de grootste bedrijven ter wereld. Groter dan de grootste oliebedrijven. Met enorme invloed en macht. Ze zijn niet aan landsgrenzen gebonden. Ze maken miljardenwinsten, en met dit geld kunnen ze zo’n beetje ieder ander internetbedrijf opkopen. Bijna iedereen op de wereld heeft dagelijks te maken met deze bedrijven. De gegevens die ze beheren, geven de mogelijkheid om mensen te beïnvloeden. Dat kan bijvoorbeeld door gerichte reclame, met het selecteren van berichten en het bepalen van de weergave van zoekresultaten.
Ook anderen kunnen er gebruik van maken. Denk aan hoe de Russen Facebook gebruikt hebben om de verkiezingen in de VS en de brexitstemming te beïnvloeden, bijvoorbeeld door een bericht te plaatsen waarin Donald Trump door de paus gezegend werd (wat nooit gebeurd is, maar wel veel aandacht genereerde). Miljardenboetes voor ongeoorloofde manipulatie van de gegevens –bijvoorbeeld zoekresultaten door Google– kunnen deze bedrijven makkelijk betalen.
De paradoxale keerzijde is dat de digitale revolutie juist individuele mensen ook veel macht geeft. Door de eenvoudige communicatie via smartphones organiseerden demonstranten zich tijdens de Arabische revolutie van een aantal jaren gelden – toen nog aangeduid als Arabische lente. Taxichauffeurs zijn niet meer gedwongen om zich aan te sluiten bij een bestaand bedrijf, maar kunnen kiezen uit verschillende platforms waarbij ze met hun eigen auto mensen kunnen vervoeren.
Hier in Indonesië zijn er mooie voorbeelden waarbij mensen met een goedkope motor een mooie verdienste hebben door het brengen van spullen van A naar B. Doordat bijna iedereen een motor heeft en ook een smartphone, kun je vaak een ”Go-Jek” vinden binnen vijf minuten van het restaurant of de winkel waar je iets nodig hebt. Je kunt het zo gek niet bedenken of Go-Jek kan het voor je regelen. Medicijnen, boodschappen, een hamburger van de McDonald’s, of gewoon een sleutel die je bij je moeder wilt laten bezorgen. Het kan allemaal. Op je telefoon kun je kijken waar hij is, hoelang het nog duurt en wat het gaat kosten.
Als je voor het eerst gebruikmaakt van zulke diensten, zoals Uber of Go-Jek, dringt het besef door hoe de digitale revolutie de economie verandert. Mensen kunnen heel laagdrempelig diensten aanbieden en er gebruik van maken. Iedere dag komen er nieuwe diensten beschikbaar. De bit- coin-hype was niet denkbaar zonder smartphones en laptops waarop je de munten kunt opslaan. Tegelijkertijd blijft er die ”frightful”-kant: de bedrijven die deze diensten aansturen kunnen heel veel gegevens en daarmee invloed verzamelen.
Elco van Burg is consultant bij Lentera Papua in Indonesië en universitair hoofddocent ondernemerschap aan de Vrije Universiteit Amsterdam.