Net als ”mof”, wordt het tijd dat de term ”jap” in onbruik raakt
Wat zal er straks verteld worden aan de generatie die het helemaal van horen zeggen heeft? Dat was een steekhoudende vraag van oud-GroenLinkspolitica Andrée van Es. Ze sprak dinsdag tijdens de nationale herdenking van de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945. Die capitulatie was van belang omdat daarmee Nederlands-Indië werd bevrijd van de Japanse bezetting. En er kwam daarmee een eind aan de gruwelijke mishandeling van en moord op Nederlands-Indische landgenoten in de Japanse interneringskampen.
Wie bij het lezen van deze woorden erachter komt iets ”nationaals” gemist te hebben, die hoeft zich niet te schamen. De herdenking op 15 augustus dreigt haar landelijke uitstraling te verliezen om iets exclusiefs te worden van de Indische gemeenschap. De groep die zich na hun bevrijding in Nederland vergeten voelde, omdat, zo merkte ze, „ónze bevrijding” –die van Nederland– nu eenmaal voorrang had, loopt straks het risico zich opnieuw miskend te voelen. En dan hebben we het vooral over de nazaten van slachtoffers van toen omdat zij die gruwelijke erfenis in verhalen van ouders, opa’s en oma’s meekregen – vaak heel persoonlijk en indringend. Alleen al uit solidariteit met hen moet de vraag “wat zal er straks (nog) verteld worden”, een nátionale vraag blijven.
Er is nog een reden. Want er komt een moment dat herdenkingen iets van een leegstaand huis krijgen: het gebouw (lees: het ritueel) staat er nog, maar de eerste bewoners zijn weg – ze zijn overleden of verhuisd. Wie trekken er nu in en hoe gaan ze het interieur aanpassen? Die vraag is een spannende, want nergens wordt zo veel mee gemanipuleerd als met herdenkingen.
Wie daarvan niet overtuigd is, moet maar eens in China en –heel actueel– Noord-Korea gaan kijken. Daar worden de slachtoffers van Japanse wreedheden uitentreuren herdacht, met als doel het huidige Japan als natie van ”onverbeterlijke wreedaards” af te schilderen en die gehoorzaamheid aan een sterke man rechtvaardigt (in China Xi Jinping en in Noord-Korea Kim Jong Un).
Zulke grove vormen van herdenkingsfraude zijn bij ons niet aan de orde, maar alertheid blijft geboden. Juist omdat verkeerde effecten subtiel kunnen binnensluipen.
In dat verband is het goed de campagne te wegen die onder de titel “Verhalen Over Leven” wordt gehouden en waarbij verhalen van Indische Nederlanders uit die periode worden doorgegeven. Het riskante daarvan is dat het thema “slachtoffer-dader” vanuit het verleden de actualiteit wordt binnengedragen. En dat kan leiden tot ‘monumentale misverstanden’.
Wat te denken van begrippen als ”jappenkamp”en ”de jap”? Net zo min als we Duitsers nog willen aanspreken met ”moffen”, moeten we het niet willen hedendaagse inwoners van Japan te bekijken met deze term in het achterhoofd.
Blijvend herdenken kan daarom het best door het actualiseren van thema’s van toen in de situatie van nu. Niet manipulerend, wél richting- en zingevend. Jongere generaties Japanners zouden ons daar wel eens heel behulpzaam bij kunnen zijn.