Verschillen in handschriften tasten onfeilbaarheid Bijbel niet aan
Juist door de veelheid van de handschriften kunnen we behoorlijk zicht krijgen op de eigenlijke tekst van de Bijbelschrijvers. Geen enkel onderling verschil is reden om het christelijk geloof een andere inhoud te geven, stelt dr. P. de Vries.
Enige tijd geleden promoveerde Bart Kamphuis op de handschriftmethode van de negentiende-eeuwse theoloog Jan Hendrik Holwerda. Deze hield zich bezig met de bestudering van de verschillen tussen de nieuwtestamentische handschriften. Hij stelde ook zogenaamde conjecturen (verbeteringen) voor waar geen van de bestaande handschriften naar zijn oordeel een juiste tekst had.
In een interview (RD 19-6) merkte Kamphuis op: „Tussen de opvatting van de Bijbel als een volstrekt foutloos boek en de Bijbel als een verzameling van puur menselijke geschriften die je niet bij God brengen, zijn veel meer opties.” Verschillende lezers vroegen zich af wat zij met deze opmerking aan moeten, en dat is te begrijpen.
Gedeelde overtuiging
Wij belijden dat de Bijbel niet zomaar een boek is, maar een bibliotheek van door verschillende mensen geschreven boeken die samen het onfeilbare Woord van God vormen. Daarin openbaart God Zich aan ons als God van zaligheid. De weg van de zaligheid en van het leven tot eer van God wordt daarin aan ons volkomen geopenbaard.
De kerkvaders al spraken over de Bijbelschrijvers als secretarissen van de Heilige Geest. Daarmee bedoelden zij niet dat de Heilige Geest als het ware de Bijbelschrijvers woord voor woord dicteerde, maar dat de woorden die zij opschreven de woorden van de Heilige Geest waren. In de woorden van de Bijbel spreekt de Heilige Geest tot ons.
De eeuwen door hebben theologen, als het gaat om de Schrift en zijn inhoud, betuigd dat de Heilige Geest Zich niet vergist. Dat was niet alleen de overtuiging van de Reformatie maar ook die van Rome. In de encycliek ”Providentissimus Deus” schreef paus Leo XIII: „Het is volstrekt verkeerd om de inspiratie van de Schrift tot bepaalde delen te beperken of te stellen dat de heilige schrijver zich heeft vergist. Het is onmogelijk dat het voorkomen van een vergissing kan samengaan met de inspiratie van de Schrift. Inspiratie is niet alleen onverenigbaar met vergissingen, maar sluit die uit en verwerpt die absoluut en noodzakelijkerwijs. Het is namelijk onmogelijk dat God Zelf, Die de hoogste wijsheid is, iets kan zeggen wat niet waar is.”
Overschrijffouten
Geen geschrift uit de oudheid is in zo veel handschriften of fragmenten ervan overgeleverd als het Nieuwe Testament. Naast papyrussen met een enkele Bijbelpassage gaat het om 3000 handschriften. Dan hebben we het nog niet over de citaten in de boeken van kerkvaders en de al heel vroege vertalingen van het Nieuwe Testament. Deze veelheid spreekt des te meer als wij weten dat van sommige boeken uit de oudheid slechts één handschrift, en dan nog wel in vertaling, voorhanden is.
De bestudering van de handschriften van het Nieuwe Testament is een aparte tak van wetenschap. Ze worden in tekstfamilies ingedeeld. Geen handschrift van het Nieuwe Testament is volstrekt gelijk aan een ander handschrift. Het overgrote deel van de verschillen is terug te leiden tot overschrijffouten, spellingsfouten en dergelijke. Waar het ene handschrift ”Jezus Christus” leest, leest het andere ”Christus Jezus”.
Dan zijn er nog wel enkele belangrijkere verschillen. Lezen we in 1 Tim. 3:16 „God is geopenbaard in het vlees” of „Hij is geopenbaard in het vlees”? Ook dan moeten we de proporties niet uit het oog verliezen. Bij alle verschillen die er tussen de handschriften zijn, brengt elk handschrift afzonderlijk (als we het in zijn geheel lezen) ons in contact met de apostolische boodschap. Dan is er op grond van de overgeleverde handschriften geen reden om aan welk geloofsartikel ook te twijfelen.
Beza
Met ”inspiratie” belijden wij dat de woorden van de Bijbel de woorden van de Heilige Geest zijn. Dat heeft in eerste instantie betrekking op de alleroudste afschriften (autografa). Bij het Oude Testament is het dan mogelijk om bij bepaalde Bijbelboeken verschillende tekstredacties aan te nemen.
Dat speelt niet bij het Nieuwe Testament. Wij beschikken niet meer over de autografa. Door bestudering en vergelijking van de bestaande handschriften kan de tekst van de autografa echter met grote waarschijnlijkheid worden vastgesteld.
Klaas van der Zwaag bracht in het interview met Bart Kamphuis naar voren: „Een orthodox christen die gelooft in het onfeilbare Woord zal ervan schrikken dat er fouten en onzorgvuldigheden in Bijbelhandschriften zouden zitten.” Dat is historisch een zienswijze waarbij kanttekeningen moeten worden geplaatst.
Beza, de opvolger van Calvijn, wist al heel goed van de (wetenschappelijk gezien) soms aanmerkelijke verschillen tussen handschriften. Dit heeft zijn geloof aan de onfeilbaarheid en de inspiratie van de Bijbel echter volstrekt niet aan het wankelen gebracht.
Ik verwijs ook naar de theologen die in de negentiende en begin twintigste eeuw aan Princeton University in de VS waren verbonden. Terwijl de Schrift door anderen steeds meer als louter een verzameling van puur menselijke boeken vol fouten werd gezien, verdedigden zij de onfeilbaarheid van de Bijbel op magistrale wijze. Dit deden zij vanuit de wetenschap dat wie het geloof dat de Schrift Gods onfeilbaar Woord is, opgeeft, zich de weg verspert naar werkelijke kennis en omgang met God. Zij waren zich echter terdege bewust van de verschillen tussen de overgeleverde handschriften.
Eigenlijke tekst
Als wij de Bijbel in een vertaling voor ons hebben, moeten wij dus blijven beseffen dat een vertaling altijd slechts in afgeleide zin het Woord van God is. Uiteindelijk moeten wij voor het Oude Testament op de Hebreeuwse en Aramese brontekst teruggrijpen en voor het Nieuwe Testament op de Griekse.
Juist door de veelheid van overgeleverde handschriften, met al hun onderlinge verschillen, is het mogelijk om behoorlijk zicht te krijgen op de eigenlijke tekst van de Bijbelschrijvers. Geen van de verschillen die overblijven, is reden om het christelijk geloof een andere inhoud te geven. Laat onze bede zijn en blijven: „Maak in Uw Woord mijn gang en treden vast” (Psalm 119:67 berijmd).
De auteur is predikant van de hersteld hervormde gemeente Boven-Hardinxveld en docent aan het Hersteld Hervormd Seminarie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.