Column (Mariska Dijkstra): Hippe kip
Het eettentje in de stad heeft een gat in de markt ontdekt. Er staat een rij voor de kassa, de plek waar je je ook even moet melden voordat je gaat zitten. Dat wekt onze nieuwsgierigheid en we volgen de andere gasten.
„Hebben jullie ook een broodje brie?” vraagt mijn gezelschap voor deze dag, voor de zekerheid.
De ober, met een rossig baardje, lacht, iets te luid. „Ga zitten en laat je verrassen”, is zijn enige commentaar.
We gaan zitten aan een rond, eikenhouten tafeltje. Een kanten kleed erbovenop. Twee bruine stoelen van de kringloop er nonchalant omheen geplaatst.
„Het is net als bij m’n oma”, concludeert mijn eetpartner snel als hij om zich heen kijkt. Het meubilair kan dus niet dé trekker van deze eettent zijn.
„De muren, zijn die niet gewoon stuk?” klinkt het even later. De bakstenen wand vertoont inderdaad scheuren. Bewust waarschijnlijk. Net als de oude fiets die boven een ander tafeltje aan de muur is gehangen.
Boven ons hangt een ouderwetse lampenkap waarbij de eigenaar de stof is vergeten toe te voegen. Maar ook dat zal wel een bewuste keuze zijn. Net als alles in dit pand gestyled is om het authentiek te laten lijken. Oud, of juist heel nieuw. Het is maar net hoe je het ziet.
Als de menukaart wordt gepresenteerd, is het even slikken. Geen brie te bekennen. Wel ingrediënten die weinig herkenning oproepen. Wat is ”mesclun” of ”burrata”, wat zijn toch ”belugalinzen” en zijn ”gemengde kiemen” wel te eten?
Verre van blijven, vindt mijn gezelschap. En hij bestelt een broodje hippe kip. Want ja, kip is bekend. En hip, dat klinkt toch wel lekker.
Het bruine bolletje volgt even later. Het ligt niet op een bord, maar op een houten snijplank. Ook al bewust waarschijnlijk. Dat zal wel horen bij een hippe bol.
Eerlijk is eerlijk: het is er gezellig en het bestelde brood vult de maag. En is zelfs nog erg smakelijk ook. Maar hij leegt ook de portemonnee. Bijna 10 euro. Met nog ruim 4 euro per persoon voor de verse jus. Daar kun je heel wat brood en sinaasappels voor kopen. En dan is er nog geld over voor een hele kip.
Toch hoor ik niemand klagen. Ook niet over het prijskaartje dat aan de overige gerechten hangt. Dus doen wij dat ook maar niet. En betalen de forse rekening met een glimlach.
Blijkbaar hoort dat zo in een hippe zaak.