„Zending staat niet langer in teken van wij-zij-beweging”
Zending is niet langer eenrichtingsverkeer, van ”the West to the rest”. Dat betekent een heilzame correctie op de wij-zij-beweging die het zendingswerk eeuwenlang beheerste.
Dat stelde dr. Jan van Doleweerd vrijdagmiddag bij zijn afscheid van Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG). Hij werkte over een periode van zo’n dertig jaar in verschillende functies voor de zendingsorganisatie. Momenteel is hij werkzaam in het onderwijs.
Tijdens het afscheidssymposium in de Rehobothkerk van de gereformeerde gemeente te Zeist voerden diverse sprekers het woord rond het thema ”Achter de schermen – de realiteit van het zendingswerk”.
Wankelend
In het bedrijven van zending heeft eeuwenlang een westers superioriteitsgevoel meegespeeld, stelde Van Doleweerd. Dat is de laatste eeuw, onder meer door de secularisatie, echter drastisch veranderd. „Anno 2020 is de westerse kerk een wankelende gestalte, bestaande uit allerlei denominaties, niet zelden met een onzeker geloof.”
Die ontwikkeling is niet louter negatief, aldus de theoloog. „Gods zon gaat onder in het Westen en wij leven in de schaduwen van morgen. Maar door Gods genade gloort ander licht aan de horizon.”
Van Doleweerd noemde diverse voorbeelden van zulke „lichtstralen.” Zo zijn nu christenen wereldwijd gezamenlijk verantwoordelijk voor de bediening van het Evangelie aan de hele mensheid. „Dat biedt nieuwe kansen. Christenen in de regio’s kunnen zich daar vaak veel vrijer bewegen, spreken de taal al.”
Lijden
Ook leren westerse christenen van de wereldwijde kerk wat het betekent om te leven vanuit hoop en verwachting, en om te getuigen door het lijden heen. „Zijn christenen in het Westen geen kabouters geworden in dit getuigen? Het is een oeroude christelijke gedachte dat slechts lijden tot overwinning voert. Zijn wij het lijden niet verleerd? Veel reformatorische christenen piepen bij elk klein stootje dat ze krijgen, zijn ondersteboven als rechten worden afgenomen. Terwijl Jezus ons voorhoudt dat Zijn Koninkrijk niet van deze wereld is. Christenen op veel plaatsen in de wereld zijn ons hierin tot voorbeeld.”
Van Doleweerd deed een aantal suggesties om het zendingswerk vanuit dit nieuwe perspectief in te vullen. Een daarvan was de opdracht om een „stad op een berg” te zijn in de eigen omgeving. „Allereerst om missionaire gemeente te zijn in Nederland. Het vertrekpunt en de oefenplaats voor missionaire spiritualiteit ligt niet ver weg, maar hier. Graadmeter voor het zendingswerk is het evangelisatiewerk in de eigen gemeente; dat is de kanarie in de kolenmijn.”
Schaamtecultuur
Missioloog drs. Kees Haak, die in het verleden werkte als zendingspredikant en als docent aan de Theologische Universiteit Kampen, sprak over ”Zending als blikopener voor Bijbellezers”. Haak schetste drie culturen wereldwijd: in het Westen is sprake van een schuldcultuur, in het Zuiden van een angstcultuur, en in het Oosten van een schaamtecultuur.
Het is noodzakelijk dat het Evangelie, en daarmee ook zending, een antwoord geeft op de kernvraag die in een bepaalde cultuur leeft, stelde Haak. Zo verkondigt het Evangelie van kruis en opstanding Gods recht en glorie in een cultuur waarin de schuldvraag centraal staat, herstelt het de menselijke identiteit daar waar schaamte overheerst, en bevrijdt het van existentiële angst in een cultuur die getekend wordt door onzekerheid en angst.
„Zo leren we de Bijbel in zijn breedte lezen”, aldus Haak.
Ontvangende gemeente
Drs. Jan-Kees Kooijman volgde in 2013 Van Doleweerd op als missioloog en toeruster bij ZGG. Hij vroeg in een bijdrage aandacht voor het belang van de ontvangende gemeente, in de terugkeer van zendingswerkers.
Kooijman tekende hoe drie doelgroepen deze rol van de gemeente kunnen bevorderen. Zo keren uitgezondenen terug met de ervaring om een extra mijl te lopen om de plaatselijke bevolking te leren kennen. Na hun terugkeer hebben zij de verantwoordelijkheid om opnieuw een extra mijl te lopen, aldus Kooijman, om zichtbaar te maken aan de gemeente dat zij niet alleen zendende maar ook ontvangende gemeente hoort te zijn.
Zendende organisaties, zoals ZGG, horen een voorbeeldfunctie te hebben. „Staan wij, ook als deputaten, werkelijk open voor wat we te ontvangen hebben van anderen?”
Ambtsdragers zijn geroepen om het belang van zending zoals dat in Gods Woord naar voren komt, in het gemeenteleven de plek te geven die het verdient, stelde de missioloog. „In prediking, pastoraat en catechese. De gemeente is de kraamkamer van de zending. Daar begint het voor zendelingen, en daar keren ze ook naar terug.”
Bibliotheek
Reacties op de bijdragen en herinneringen aan het werk van Van Doleweerd waren er van zendingsdeputaat ds. W. Harinck en oud-zendelingen Nico van Steensel en Peter van Olst.
Just van Toor, die half oktober afscheid nam als voorlichter bij ZGG, las een bijdrage voor van zendingswerker Dick Kroneman. Ook presenteerde hij als afscheidscadeau aan Van Doleweerd een digitale ZGG-bibliotheek, die vrijdag online ging. Op de website van de zendingsorganisatie is allerhande materiaal te vinden vanuit het zendingsarchief, zoals artikelen en Bijbelstudies, video’s met bijdragen van zendingsdagen of leespreken.