Rotterdam viert 750 jaar dam in de Rotte
Dit jaar is het 750 jaar geleden dat het riviertje de Rotte werd afgedamd met een punter. Hieraan dankt Rotterdam zijn naam. Dit historisch moment wordt in Museum Rotterdam tentoongesteld.
In 1991 werd tijdens de bouw van de Willemsspoortunnel op tien meter diep onder de kruising van de Hoogstraat met de Binnenrotte het wrak van de punter ontdekt. Archeologen groeven de dam op en ontdekten onder het damlichaam het bootje dat is gebruikt om het laatste gat in de dam te dichten. De uitgegraven en geconserveerde punter is nu te zien in Museum Rotterdam.
Na de overstromingen in de twaalfde eeuw werden aan beide kanten van de Rotte polders aangelegd. Dijken beschermden de polders tegen overstromingen. Bij vloed werd het water uit de Maas dan tegengehouden en bij eb konden de achterliggende polders hun overtollige water lozen. De polderdijken van Cool en Voor-Rubroek werden verbonden met een vierhonderd meter lange dam in de Rotte. Voor de dam lag het Steiger, Rotterdams eerste haven en het begin van de latere bruisende havenstad.
Voordat de dam in 1270 werd gesloten zijn eerst op de oevers houten sluizen gebouwd, waardoor het water werd omgeleid. Bij het afdammen van de Rotte werd een punter afgezonken, een klein bootje van bijna 7 meter lang.
Van 1270 tot 1300 werden de eerste huizen op en rond de dam gebouwd. Het dorp groeide snel. Al gauw stond er een kerk. Zelfs de graaf van Holland had er een huis. Er woonden een paar honderd mensen.
De eerste bewoners aan het knooppunt van de Rotte met de Maas waren handelaren, schippers en ambachtslieden zoals smeden, leerbewerkers en pottenbakkers.
Zo groeide het kleine dorpje uit tot een marktplaatsje op een gunstige plek. Het vervoer ging toen immers over water.
De tentoonstelling in Museum Rotterdam is te bezoeken tot 21 maart.