Column: Een boterham tevredenheid
„Een boterham tevredenheid.” Ik kende de uitdrukking niet voordat ik als tiener de serie Goud Elsje van Max de Lange-Praams-ma las. Een boterham zonder beleg.
Als we in huize Molenaar thuiskwamen van school kregen we iets lekkers. Bleef de trek (want honger hadden de kinderen in Afrika), dan zei mijn moeder: „Neem nu maar een droge boterham.”
De boterham tevredenheid was geen vast onderdeel van de maaltijd. Broodbeleg was er in overvloed, hoewel niet elke dag hetzelfde beleg op tafel stond. Op zondag was het feest! Dan kregen we een witte boterham met hagelslag. Het zijn herinneringen waar ik af en toe nostalgisch op terugkijk. Een mooie, warme jeugd, genieten van de kleine dingen. Die witte boterham met hagelslag lijkt lang geleden.
Enkele weken terug stond ik in de Augustijnenkerk van Dordrecht voor een grote groep kinderen. Binnen de coronaregels ontmoetten we hen voor de vakantiebijbelweek. Kinderen uit de wijk genoten van het oude gebouw, dat ze veelal alleen van de buitenkant kenden.
„Waar komt ons voedsel vandaan?” vroeg ik tijdens het openingsgesprek. „De supermarkt!” klonk het eensluidend.
„Maar hoe komt het in de schappen?” Na een korte stilte kwam er een antwoord: „Uit de kast achter in de winkel.”
„Maar hoe komt het voedsel daarin terecht?” Als antwoord kreeg ik een diepe zucht en waren er vragende ogen op me gericht. Eten is er gewoon. Daar denk je normaal gesproken niet over na. Na een wat langere stilte zei een meisje dat aanvoelde welke kant ik op wilde: „Ik denk dat God met een magische truc eten tevoorschijn tovert.” Triomfantelijk keek ze om zich heen en anderen knikten instemmend.
In gedachten voerde ik dit gesprek met een groep kinderen die ik tijdens een reis door West-Afrika ontmoette. Magie is er levendige praktijk. Toch zullen West-Afrikaanse kinderen voedsel nooit verbinden met magische trucs. Ze weten waar hun voedsel vandaan komt en hoe afhankelijk ze zijn van de natuur. Thuis helpen ze mee op het land en turen ze de lucht af in de hoop op langverwachte regen. Kinderen binnen ons sponsorprogramma kunnen soms op treffende wijze benoemen Wie de regen geeft. Ze zijn blij als elk gezinslid de maag kan vullen met goed voedsel. Dat maakt intens tevreden over het voedsel.
Herinneringen aan mijn eigen jeugd kwamen ook boven bij het nieuws over rellende jongeren in Nederlandse steden. Ze lijken elkaar te willen overtreffen, viel me op. Hoogleraren, jeugdwerkers en buurtbewoners dachten na over de oorzaak van de problematiek. Men denkt dat die te wijten is aan de verveling van thuiszitten door de coronacrisis, aan de specifieke wijken met vaak sociaal zwakke gezinnen en de impact van oproepen via sociale media.
Tijdens de persconferentie sprak premier Rutte van „losgeslagen tuig” van wie de ouders niet ingrijpen. In de gemeenteraad van Den Haag gaan zelfs stemmen op om ouders van rellende jongeren te beboeten als die geen verantwoordelijkheid nemen richting hun kinderen. Het grootste probleem lijkt zich achter de voordeur af te spelen. Corona is als contrastvloeistof bij een CT-scan, dat pijnlijk eerlijk de zwakke plekken laat zien. Mijn ervaring met de boterham tevredenheid staat in schril contrast met de situatie van deze jongeren.
Deskundigen denken na over de aanpak. Is een lik-op-stukbeleid met stevige handhaving het beste? Of kun je beter aan een stevig jongerenprogramma werken waarin je luistert naar wat jongeren bezighoudt, zodat de oorzaak duidelijk wordt? Het laatste woord is er vast nog niet over gezegd.
Ik heb de wijsheid ook niet in pacht. Ook jongeren uit een warm nest kunnen vastlopen. Ik moest wel denken aan gebeurtenissen in Burkina Faso in 2014. Jongeren gingen massaal de straat op uit protest tegen hun corrupte leider. Nadat de president gevlucht was, ruimden zij massaal de chaos op die ze veroorzaakt hadden. Ze dachten constructief mee met de overheid. Het is helaas nog altijd geen peis en vree in Burkina Faso. Toch denk ik dat de Burkinese jongeren en de rellende Nederlandse jongeren in een groepsgesprek veel van elkaar zouden kunnen leren!
De auteur is directeur bij Woord en Daad.