Ds. A. W. van der Plas: Behoud Schriftuurlijk-bevindelijke prediking
De Schriftuurlijk-bevindelijke prediking moet behouden blijven, vindt ds. A. W. van der Plas. „Het onderscheidenlijke moet blijven.” De hervormde emeritus predikant stond zondag vijftig jaar in het ambt.
Vroeger maakte hij als predikant weken van 60 tot 70 uur. Het gebeurde vaak dat hij alleen op zaterdagmiddag vrij had. Dat is nu wel anders, maar hij werkt nog steeds graag en veel. „Het is een voorrecht dat ik het mag doen”, zegt hij.
Zondagmorgen hield ds. Van der Plas zijn jubileumpreek in de hervormde gemeente te Ooltgensplaat, zijn eerste gemeente. Hij preekte over dezelfde tekst als waarmee hij vijftig jaar geleden intrede deed: 2 Korinthe 4:7: „Maar wij hebben deze schat in aarden kruiken, opdat de allesovertreffende kracht van God zou zijn en niet uit ons.”
Zondagavond preekte hij in zijn laatste gemeente, Waddinxveen, met de tekst waarmee ds. G. Boer hem vijftig jaar geleden bevestigde: 2 Korinthe 4:1: „Daarom, aangezien wij deze bediening hebben naar de barmhartigheid die ons bewezen is, verliezen wij de moed niet.”
Ds. Van der Plas zegt, met een beroep op Paulus, dat hij niet geroepen is om het Evangelie aan te passen maar om het Woord van Christus, de Koning van de Kerk, te verkondigen, niet wat de mensen graag willen horen maar wat God zegt. „Het gaat hierbij om de laatste ernst van het leven. Net als Paulus deed op de Areopagus, zo moet een predikant spreken over geloof, bekering en oordeel.”
Hij vindt het belangrijk dat de Schriftuurlijk-bevindelijke prediking haar plaats behoudt in hervormd-gereformeerde kring. „We kunnen er niet van uitgaan dat de hele gemeente bestaat uit gelovigen. Het onderscheidenlijke moet blijven. Persoonlijk geloof en bekering zijn nodig. Het moet in de prediking telkens weer gaan om Jezus Christus en Die gekruisigd. Die prediking heeft vanouds haar plaats binnen de Gereformeerde Bond.”
Van belang vindt ds. Van der Plas het ook dat jonge predikanten daaraan vasthouden. De predikant is blij die geluiden te horen in de preekkring waarvan hij mentor is. Hij hoorde dat jonge collega’s preekten over zondag 7 van de Heidelbergse Catechismus: „Wat is een waar geloof?”
Deze prediking biedt volgens hem ook kansen in deze tijd. „In onze samenleving valt veel nadruk op beleving. De preken kunnen hierbij aansluiten, maar dan anders. Mensen zijn onzeker. De kerk moet de mensen opzoeken en hun laten horen wat het Evangelie betekent. Dan is het wel belangrijk om, ook via de nieuwe media, de taal te spreken die de mensen begrijpen.”
Jonge predikanten staan anders in de kerk dan hij vijftig jaar geleden deed. Ds. Van der Plas: „Niet alleen komen er andere vragen op hen af maar ze zijn zelf ook anders gevormd. De opleiding spitst zich niet meer automatisch toe op de pastorie, terwijl de vrouw van de predikant vaak werkt en de gemeente in veel gevallen mondiger is. Dat vereist andere vaardigheden.”
Hij wil niet zeggen dat de predikanten van nu het zwaarder of gemakkelijker hebben. „Vroeger moesten wij altijd beschikbaar zijn, nu hebben predikanten vaak een dag in de week vrij. Wel zie je binnen kerkenraden een stuk verzakelijking optreden. Het is goed dat jonge predikanten zich daarvan bewust zijn.”
Toen hij van 2001 tot 2004 voorzitter van de generale synode van de Nederlandse Hervormde Kerk was, kwam hij nauwelijks aan zijn rust toe. „Veel mensen snapten niet dat ik aan het einde van het Samen-op-Wegproces voorzitter van de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk kon zijn. Ze begrepen niet dat de voorzitter de koers niet bepaalt.” Hij raakt zichtbaar geëmotioneerd. „Ik voel de pijn van de scheuring nog steeds.”
In de huidige tijd is het volgens ds. Van der Plas zaak om „alle krachten in te zetten voor de verkondiging van het Evangelie.”
Ds. A. W. van der Plas
Arie Willem van der Plas werd op 5 december in 1946 in Katwijk geboren. Hij studeerde theologie in Utrecht en werd in 1970 hervormd predikant te Ooltgensplaat. Daarna volgden Rijssen (1975), Bergambacht (1981), Urk (deelgemeente De Bron, 1987) en Waddinxveen (1992). In 1998 werd hij synodelid van de Nederlandse Hervormde Kerk en van 2001-2004 was hij voorzitter van de synode. In 2004 werd hij hoofd van het Protestantse Dienstencentrum Zuid-Holland. Van 2006-2010 werkte hij bij Kerk in Actie, vanaf 2007 als programmamanager. In 2010 ging hij met emeritaat. Daarna deed hij advies- en pastoraal werk in diverse hervormde gemeenten, momenteel nog in Schoonhoven. Ds. Van der Plas is mentor van de preekkring Zuidwest van de Gereformeerde Bond Hij gaat ’s zondags meestal twee keer voor tijdens een kerkdienst. Het echtpaar Van der Plas is in Waddinxveen blijven wonen. Het heeft vier kinderen en negen kleinkinderen.