Economie

Vader wint gevecht met Belastingdienst over inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)

Heeft een gescheiden man met kinderen nu wel of geen recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)? De Belastingdienst vond van niet, de rechtbank oordeelde van wel.

Wilbert van Vliet
27 August 2020 18:10Gewijzigd op 16 November 2020 20:12
Gescheiden vader wint gevecht met Belastingdienst. beeld iStock
Gescheiden vader wint gevecht met Belastingdienst. beeld iStock

De IACK is ingevoerd om de arbeidsparticipatie te stimuleren. Deze korting is afhankelijk van het inkomen en is dit jaar minimaal 1024 euro en maximaal 2133 euro. De gedachte hierachter is om te stimuleren dat beide ouders van (jonge) kinderen een betaalde baan zoeken van enige omvang. De regeling is dus bij uitstek een voorbeeld van politieke wensen.

De ouder die beroep doet op de regeling moet tenminste één kind hebben onder de 12 jaar, dat staat ingeschreven op hetzelfde adres. Een ouder die geen fiscale partner heeft, kan ook een beroep doen op de regeling.

Bij gescheiden ouders zou de regeling een probleem op kunnen leveren. Als het kind ingeschreven staat bij de andere ouder, dan zou zijn of haar voormalige partner nooit de IACK kunnen claimen. Daarom is in de regelgeving vastgelegd dat de ouder van een kind dat ingeschreven staat bij de andere ouder, toch de IACK kan verkrijgen. Het kind moet dan wel tenminste drie dagen per week bij die eerstgenoemde ouder verblijven.

Onlangs diende hier een rechtszaak over, waar het Gerechtshof Den Haag op 19 juni uitspraak over deed. Het ging over een man die zijn aangifte had gedaan via een belastingconsulent. Hij had kinderen, maar woonde niet samen met de moeder. Er was sprake van co-ouderschap. De kinderen stonden ingeschreven bij de moeder, maar woonden ook bij hem. Zijn belastingconsulent had de IACK namens hem geclaimd.

De Belastingdienst deed daarna een fraude-onderzoek naar die belastingconsulent en vermoedde op basis daarvan onjuiste aftrekposten die deze zou hebben opgevoerd. Na vervolgcorrespondentie tussen de man en de Belastingdienst schrapte de inspecteur de IACK, zodat hij extra inkomstenbelasting moest betalen over meerdere jaren. De reden hiervoor was onder meer dat het verblijf van drie dagen per week niet duidelijk was vastgelegd met de moeder. De man was het er niet mee eens en ging naar de rechter. Hij liet de moeder bevestigen dat de kinderen drie dagen bij hem woonden.

Het Gerechtshof moest –na hoger beroep– zijn oordeel vellen. En dat was niet mals. Opvallend zijn de scherpe bewoordingen: de verklaring van de fraudeafdeling van de Belastingdienst was „potjeslatijn”, de correcties die de Belastingdienst wil doorvoeren volgen niet rechtstreeks uit het onderzoek. Bovendien was het Hof „zacht uitgedrukt in het geheel niet gecharmeerd van een dergelijke aanpak” van de Belastingdienst. De rechters vond bovendien dat de verklaringen van belanghebbende en de moeder duidelijk genoeg waren. Dat deze niet waren onderbouwd met nadere stukken of afspraken, deed niet ter zake.

De vader hoefde de IACK (over meerdere jaren) dus niet terug te betalen. Hij kreeg zelfs nog een heel behoorlijke proceskostenvergoeding van ruim 9.000 euro. Dat is wellicht hoger dan verwacht zou worden, maar wordt veroorzaakt doordat het om meerdere jaren ging, met een volgens het Hof gewichtsfactor 2. Die vergoeding kan nog een welkome meevaller zijn als hij een consulent of advocaat moet betalen voor de kennelijk ingewikkelde procedures.

Reageren? fiscaal@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer