Pilgrim Fathers schreven 400 jaar geleden geschiedenis
De geschiedenis van de Pilgrim Fathers is zeer bekend en snel verteld. In 1607/1608 vluchtte een groep afgescheiden puriteinen uit Engeland.
De groep stond onder leiding van dominee John Robinson en ouderling William Webster, vanwege naar eigen zeggen vervolging door de Anglicaanse Kerk, die onder het gezag stond van de koning, in dit geval James I. Ze vertrokken uit Scrooby naar Amsterdam en vestigden zich vervolgens in Leiden.
Toen een deel van hen in armelijke omstandigheden kwam te verkeren besloten ze, dertig in getal, naar Amerika te gaan om daar een nieuw bestaan op te bouwen en vrij hun geloof te kunnen beleven.
Op 22 juli vertrok men met de Speedwell uit Delfshaven voor een tussenstop naar Engeland en vandaar op 6 september met de Mayflower naar Amerika. Aan boord sloten ze een onderling verdrag, het Mayflower Compact, om hun toekomstige bestuur te regelen.
Op 22 december kwamen ze aan land en hebben ze hun kolonie Plymouth in de huidige staat Massachusetts gesticht, de grondslag voor New England. Ds. Robinson was in Leiden achtergebleven. De leiding was in handen van William Bradford, die de wederwaardigheden van de Pilgrim Fathers heeft opgetekend in een boek, ”Of Plymouth Plantation”.
Mythische rol
Aan de geschiedenis van de Pilgrim Fathers zijn in de loop der jaren heel wat publicaties gewijd, niet alleen historisch maar ook in romanvorm. Alle schrijvers baseren zich op het boek van William Bradford. Vaak is ingevuld wat men niet wist.
Dit jaar is het 400 jaar geleden dat de Pilgrim Fathers geschiedenis schreven. Daarom heeft Frans Verhagen, historicus, journalist en Amerikakenner, ooit correspondent in de Verenigde Staten voor onder andere de VARA en de Volkskrant, de pen opgepakt om „de mythische rol” van de „eerste kolonisten” opnieuw te boek te stellen.
Allereerst maakt hij duidelijk dat de naam Pilgrim Fathers pas in de 19e eeuw in de mode kwam. Dat had te maken met Bradfords boek, waarin hij schreef: „ze wisten dat ze enkel pelgrims waren, en (…) richtten hun ogen naar de hemel, hun beloofde land.” De Pilgrims, zegt hij, waren een „extreme variant” van de puriteinen. „Ze noemden zichzelf separatisten, afgescheidenen van de Church of England. Soms ook Saints, heiligen, omdat ze hun kerk naar het voorbeeld van de vroegchristelijke kerk zagen als de Church of Saints.”
Pure christendom
Aan de opkomst van de puriteinen in bredere zin wijdt de schrijver een heel hoofdstuk. Ze wilden terug naar „het pure” van het christendom en keerden zich derhalve bijvoorbeeld tegen het anglicaanse Book of Common Prayer. Over hun strikte sabbatsviering uit hij zich overigens in cynische bewoordingen: „grimmige haters van elk pleziertje, elke frivoliteit die het leven kleur geeft.”
Over het vertrek uit Delfshaven is de auteur summier. Daar is overigens ook niet zo veel over bekend. Ze verbleven daar een nacht. Verhagen meldt niet dat daar op de kade bij de Oude Kerk, de huidige Pelgrimvaderskerk, door ds. Robertson is gebeden voor bewaring tijdens de overtocht. Verhagen merkt wel op dat de Pilgrim Fathers van oordeel waren dat de wereld op de rand stond van een periode van duizend jaar „waarin de Saints zouden regeren, zoals voorspeld in Openbaring.” In 1618 was een komeet verschenen die apocalyptisch werd geduid.
Aan boord van de Mayflower werden om twaalf uur psalmen gezongen en werd er gebeden. Ze geloofden, zegt de schrijver, dat „de voorzienigheid” hen steunde. Die formulering mag een misser heten. Zo –on-Persoonlijk– zal geen puritein het hebben geformuleerd. Vijf dagen voor de aankomst sloeg de vrouw van Bradford overboord en verdronk. Was ze depressief omdat ze haar driejarig zoontje had moeten achterlaten?
Kolonie
In het tweede deel van het boek beschrijft de schrijver de aankomst met de daaropvolgende vestiging van de kolonie Plymouth, met alle ontberingen van dien. Kort na de landing was er een „fameuze ontmoeting” met een indianenstam. Er werd Engels gesproken, wat duidde op eerdere immigranten uit Engeland. Er werd vriendschap gesloten met de leider Massasoit. Maar terwijl de tijd voortging waren er de twisten c.q. oorlogen met de indianenstammen.
Dat alles te lezen is weinig verheffend. Een bundel pijlen bij elkaar gehouden door slangenhuid, die de indianen afvuurden, werd teruggestuurd met kruit en kogels. De Pilgrims kregen twee jaar na „de goede samenwerking” zelfs de naam „keelsnijders” toen ze het hoofd van een indiaan aan een vlaggenstok hadden opgehangen.
Toen een ziekte toesloeg onder de stam van Massasoit, waardoor het aantal indianen verminderde van 20.000 tot minder dan 1000, schreef Bradford de epidemie toe aan „de goede hand van God, die ons in onze aanvangstijd goedgunstig was door grote aantallen inheemsen weg te vagen (…) om ruimte voor ons te maken.”
Ideaal
De kolonisten zagen hun opdracht in de wildernis als een aanval op „het gecorrumpeerde christendom”, zegt Verhagen. Ze streefden een „theocratische” samenleving na. Maar hun strikte idealen bleken niet te handhaven. Allereerst waren op de Mayflower ook anderen dan zijzelf meegevaren. Een groep Strangers vooral, die, anders dan de „separatisten”, bijvoorbeeld Kerst wilden vieren en dan vrijaf namen en spelen organiseerden, waaronder een vorm van cricket, waar de Pilgrims niet van gediend waren.
Maar na de eerste groep kolonisten volgden er ook andere grote groepen –in 1629 zelfs „een grote migratie”– waardoor de gemeenschap snel groeide en meer divers werd. In 1643 waren er al vier kolonies. De „strikte wetten” van de eerste kolonisten werden meer en meer aangevochten. Wat men in Engeland ontvlucht had, kwam in New England al snel weer openbaar.
Thanksgiving
In oktober 1621, toen de Pilgrims hun oogst aan mais, pompoenen, bonen, gerst en erwten hadden binnengehaald, vond Bradford het tijd voor een feest om „de vruchten van onze arbeid” te vieren, de eerste Thanksgiving. Het werd op den duur „Amerika’s leukste en meest authentieke feestdag”, maar anders dan de Pilgrims ermee zijn begonnen, al werd dit eerste oogstfeest ook al „een indiaans festival.” Intussen is hiermee wel gezegd dat de Pilgrims de stichters werden van het huidige Amerika. Verhagen geeft een mooi inzicht in de wording en de eerste periode, inclusief de geschiedenis die eraan voorafging (Columbus en anderen). Niet altijd zijn zijn verwoordingen van de geloofsinhoud van de puriteinen terzake. De vele historische afbeeldingen in het boek verhogen de waarde.
Boekgegevens
Pilgrim Fathers. Van Leiden naar het beloofde land 1620, Frans Verhagen; uitg. Omniboek; 190 blz.; € 18,99