Abortus splijtzwam in discussie coronasteun VS
Een abortus is geen vitale behandeling. Daarom is financiering van abortusklinieken in coronatijd geen noodzaak. Zo denken veel Republikeinen in Amerika. Tot woede van de Democraten.
Nog eens drie biljoen dollar wil het Huis van Afgevaardigden, waar de Democraten de meerderheid hebben, vrijmaken om de gevolgen van de coronacrisis te bestrijden. Geen onredelijk bedrag, vinden veel Republikeinen. Maar over de besteding zijn ze het radicaal oneens met de Democraten. Daarom stemde de Senaat, waar de partijgenoten van president Donald Trump het voor het zeggen hebben, tegen.
De leider van de Republikeinse fractie, Mitch McConnell, noemt het plan van de Democraten –beschreven in meer dan 1800 bladzijden– „een catalogus van linkse hobby’s.” Als voorbeeld geeft hij het idee dat in staten waar het gebruik van cannabis is vrijgegeven, de cannabisshops ook overheidssteun moeten krijgen.
Wat de Republikeinen het meest stoort is dat er in het plan ook geld voor abortusklinieken wordt vrijgemaakt. Een behoorlijk aantal daarvan zit in de financiële problemen omdat zij in diverse staten niet langer geld van de regering van hun staat krijgen. Daarom zou volgens de Democraten de federale overheid moeten bijspringen. Nergens voor nodig, vinden Trump en zijn partijgenoten. McConnell: „We geven overheidsgeld uit om in coronatijd mensen in leven te houden. Dan gaan we niet het doden van nieuw leven financieren.”
Keuzevrijheid
Twaalf, vooral zuidelijke staten, vinden abortus geen ingreep waar medisch gezien een dwingende reden voor is. „Dat moeten zelfs voorstanders van abortus toegeven”, zegt een woordvoerder van de organisatie Right to Life. „Voorstanders van abortus zeggen altijd dat ze voor keuzevrijheid zijn. Zolang die normerend is, is er geen sprake van dwingende noodzaak. Als dat het geval is, sta je met de rug tegen de muur. Dan heb je geen keuze meer.”
Gouverneurs van de staten die abortus hebben opgeschort vinden het ook niet verstandig beschermingsmateriaal voor medisch personeel aan abortusklinieken te geven, terwijl ziekenhuizen erom zitten te springen.
Op grond van die gedachte hebben die staten, alle met een Republikeinse meerderheid, de geldkraan voor abortusklinieken dichtgedraaid. Vooral vrouwen die financieel minder draagkrachtig zijn, zeggen te zijn getroffen. Zij hebben geen geld om de reis te maken naar een staat waar nog wel abortus wordt uitgevoerd. Evenmin kunnen zij abortieve medicijnen uit het buitenland laten komen. Bovendien hebben die als nadeel dat er bij gebruik soms complicaties optreden.
„Bizar voordeel is weer wel dat een vrouw dan bij een ziekenhuis kan aankloppen. Ze is dan patiënt en wordt om die reden geholpen”, zegt een woordvoerder van pro-choice-beweging Price for Right.
Daarnaast maken sommige voorstanders van abortus het verwijt dat in sommige staten de lockdown op grond van oneigenlijke redenen voortzetten, zodat vrouwen die inmiddels twintig weken zwanger zijn geen abortus meer kunnen laten uitvoeren, omdat die dan verboden is. Dat argument is uit de lucht gegrepen. Eén voorbeeld: in Texas zijn de maatregelen inmiddels afgeschaft.
Ander bezwaar van pro-choice-voorstanders is dat door het tijdelijk stopzetten van de financiering van abortusklinieken de bodem rijp wordt gemaakt voor het herroepen van de uitspraak van het Hooggerechtshof uit 1973 waarmee abortus werd gelegaliseerd. Momenteel buigt dat hoogste rechtscollege zich over een wet uit Louisiana die het recht op abortus inperkt. De uitslag is ongewis. Normaal worden uitspraken van het hof niet zomaar herroepen. Maar dat kan nu anders uitpakken, mede omdat recent twee conservatieve rechters zijn aangetreden.