„Coronacrisis vraagt om evangelisatie 3.0”
Evangelisten zoeken naar contacten om het Woord uit te dragen, ze zijn graag onder de mensen. Door de coronacrisis kan dat opeens niet meer, fysiek onder de mensen zijn. Hoe gaan ze ermee om? Vier evangelisten aan het woord.
J. Bayense, voorganger van de ”Stichting Een boodschap voor Kerkrade”: „De coronacrisis belemmert in het werk, maar biedt ook nieuwe mogelijkheden. Het is nu de uitdaging om evangelist 3.0 te zijn. We zitten hier onderin in Limburg. Duitsland is driehonderd meter van onze voordeur vandaan. We konden ons in een vroeg stadium voorbereiden op de gevolgen van het coronavirus. Zondag hebben we de dienst vanuit de huiskamer uitgezonden. Zaterdag hebben we op die manier ook de kinderbijbelclub uitgezonden. Zomaar opeens luisterde er een vader mee, die daarna per e-mail reageerde. Nu zijn de nieuwe digitale mogelijkheden toch ook een zegen. Ik kreeg maandag een appje van iemand die schreef dat zijn oude moeder via YouTube had meegeluisterd. Hij zei: „Zij vond het mooi. En ze heeft Jezus nog niet in haar hart.”
Mijn werkterrein ligt nu niet op straat. Je kunt nu eenmaal niet een goed gesprek voeren op anderhalve meter afstand. Mensen willen op dit moment op straat niet aangesproken worden. Dat is dus niet verstandig en niet verantwoord. Evangelist 3.0 zijn, is creatief zijn, en het is een zegen als je merkt dat de Heere het gebruikt om mensen te bereiken die anders niet bereikt zouden zijn.”
H. J. van den Boogaart, evangelist te Tilburg, van evangelisatiepost Het Kruispunt van de Gereformeerde Gemeenten: „Hier in Brabant neemt de onzekerheid onder de mensen toe. Daarom hebben we voorlopig alle doordeweekse activiteiten in ons gebouw afgezegd. Zondag zijn we nog samengekomen rond het Woord. Er waren zeven mensen, de anderen luisterden live mee. Doordeweeks doe ik mijn pastorale werk zoveel mogelijk telefonisch of per videoverbinding, en ik merk dat dit gewaardeerd wordt. Bezoekers weten ons ook te bereiken via mail en WhatsAppgroepen. Zo delen ze hun zorgen en angsten. Vrijwilligers hebben telefoonlijsten opgesteld aan de hand waarvan ze de bezoekers van de zondagse samenkomsten en van andere activiteiten op de post bellen. Zo kun je de ander nabij zijn, vragen hoe het gaat. We willen ook elke woensdag met videofragmenten een korte overdenking of een Bijbelstudie uitzenden. Vrijdagavond zijn we met enkele mensen samengekomen om het aangezicht van de Heere te zoeken en de noden van de mensen op te dragen. Daar had ik echt behoefte aan. De coronacrisis is een ingrijpende roepstem van de Allerhoogste. Soms geeft het ook extra mogelijkheden voor een gesprek.”
W. J. Korving, kandidaat in de Hersteld Hervormde Kerk en sinds 2012 evangelist in Den Helder: „Sinds vorige maand ben ik met pensioen, maar een opvolger is er niet. Deze crisis heeft dus ook voor mij allerlei consequenties. Ik houd nog steeds de persoonlijke contacten aan. Het werk in het Bijbelhuis is sinds kort geconcentreerd op het kinderevangelisatiewerk, maar dat ligt nu stil.
Het Woord uitdragen onder de mensen kan niet meer. Dat is heel spijtig. Gelukkig gaan de erediensten van de hersteld hervormde gemeente in Den Helder, waar nu vooral ook mijn werkzaamheden liggen, wel gewoon door. Vanuit je studeerkamer onderhoud je nu contacten met de mensen, via de telefoon, WhatsApp en e-mail. Gelukkig zijn er nu meer middelen dan vroeger. Dat kost mij soms wat moeite, maar God heeft acht jaar geleden veel meer moeite gedaan om mij gewillig te maken om in Zijn Koninkrijk aan het werk te gaan. Daarbij valt mijn extra moeite om het Woord te blijven uitdragen in het niet.”
„Nu komen we bij de kern uit”
Ds. M. Hofland, missionair predikant van de Christelijke Gereformeerde Kerken, te Haarlem: „Ik ging graag met mijn fietskrat vol Bijbels de stad in. Vaak stond ik in het centrum om het gesprek aan te gaan, over liefde, vergeving en de zin van het leven. Dat kan opeens niet meer. Mensen lopen met een boog om elkaar heen, heel tegennatuurlijk, want mensen hebben altijd behoefte aan contact. Maar er is nog nooit zoveel behoefte aan zekerheid geweest als nu. Mensen hielden zich altijd vast aan hun gezondheid en aan hun werk. Die beide pijlers worden opeens allebei onder ons vandaan getrokken. Ik heb fysiek geen contacten met mensen meer, maar mensen volgen meer dan voorheen op hun iPadje de dienst. Mensen zoeken troost, een schuilplaats, veiligheid. Er wordt aan ons leventje geschud. Alle randzaken vallen weg. Nu komen we bij de kern uit. Wat zou het geweldig zijn als deze crisis de mensen weer tot bezinning brengt. Wat is de enige troost in leven en in sterven? Als dat alleen je voorraad toiletrollen is, is het wel arm.”