Carolien Luitjes: biddend een volgende stap zetten
Dat God elk mens uniek heeft gemaakt vindt Carolien Luitjes (41) uit Woudenberg zo’n mooi gegeven, dat ze vrouwen tijdens een kleur- en stijladvies altijd adviseert geen kopie van iemand anders te willen worden. Zelf lukt het haar steeds beter haar eigen situatie niet te vergelijken. Zelfs als een ander wél kinderen heeft. „Blijkbaar heeft Hij voor mij iets anders in petto dan het moederschap.”
Werken doet ze graag. En veel. Dat ze meer uren maakt per week dan haar man Steven is voor Carolien Luitjes geen punt. „Steven vindt het prima om te stofzuigen, de boodschappen te doen of te koken, dus we vormen een mooie match.”
Beiden werken ze als zzp’er. Carolien combineert haar baan als kleur-en stijladviseur met haar werk als presentator bij de Reformatorische Omroep en haar coachingspraktijk. Voor de radio maakt ze het programma Vrouw in Beeld en voor de videostream Licht op het leven en LeefTIJD, waarin ze met sprekers en predikanten praat over wat hen raakt. Op die gesprekken bereidt ze zich altijd goed voor. „Omdat ik het interessant vind om me te verdiepen in een onderwerp, maar ook omdat ik het belangrijk vind om gasten recht te doen.”
U steekt in de gesprekken graag af naar de diepte. Vragen over het geloofsleven van de geïnterviewden schuwt u niet.
„God gaat met ieder Zijn weg. Het is mooi als mensen hier iets over willen vertellen. De een geeft een getuigenis, een ander laat iets zien van de worsteling die er is. Ik hoop dat het anderen bemoedigt in de eigen weg die ze gaan. Ik zou het ook mooi vinden als mensen door de programma’s meer woorden vinden om met elkaar over geestelijke zaken te praten. Ook thuis, in het gezin of met niet-christenen. Juist in deze tijd van ontkerkelijking is dat hard nodig.
Over je geloofsleven praten is kwetsbaar en je hoeft niet alles met iedereen te delen. Maar als ik voor de RO iemand portretteer, kun je naar mijn idee niet om deze vragen heen. Het geloof in Christus is iets wat ons als christenen met elkaar verbindt. Zonder deze basis heeft de rest geen waarde. We zijn geroepen God groot te maken door goed over Hem te spreken.”
Gasten krijgen altijd de vraag welke tekst uit de Bijbel hen aanspreekt. Wat is een Bijbeltekst die u raakt?
„Dat zijn er veel. Maar ik denk als eerste aan de tekst uit Matheus 5: 6. „Zalig zijn die hongeren naar de gerechtigheid.” Als tiener vond ik naar de kerk gaan vreselijk. Later veranderde dat. Ik ging boekjes van oudvaders lezen. En me verdiepen in de Bijbel. De diensten begonnen bij me binnen te komen. Het was alsof God tegen me zei: „Wat wil jij nu met Mij?” De tekst uit Matheus 5 raakte. Het was zo duidelijk dat Hij zelf de honger en dorst wilde stillen. Na al die jaren zoeken kon ik niet anders dan me overgeven.”
U spreekt en werkt veel met mensen die zich verbonden voelen met het reformatorisch gedachtegoed. Wat vindt u mooi aan de gereformeerde gezindte?
„De traditie van trouwe kerkgang bijvoorbeeld. Traditie zorgt ervoor dat niet iedere generatie het wiel opnieuw hoeft uit te vinden. Daarnaast zie ik dat deze tijd, veel meer dan bijvoorbeeld vijftig jaar geleden, vraagt dat christenen kunnen uitleggen waarom ze dingen doen. Wat hen beweegt om naar de kerk te gaan bijvoorbeeld. Als we dat niet meer weten en kunnen uitleggen, dreigt het gevaar van lifestylechristendom. Dat we in ons doen en laten er nog wel bij horen, maar dat ons hart elders ligt.”
In uw werk als kleur-en stijladviseur bent u veel met kleding bezig. Ziet u in het leven als christen en het onderwerp kleding een tegenstelling?
„Dat kleding bestaat is het trieste gevolg van de zondeval. Kleren zijn ons gegeven als bescherming en bedekking. Maar daarin zie ik kleding juist ook als Gods genadegave. Door Adam en Eva dierenvellen te geven, gaf Hij ons een manier om met elkaar om te blijven gaan.
In Spreuken 31 gaat het over een vrouw die de Heere vreest en voor Hem leeft. Deze vrouw kleedt zichzelf en haar gezin in fijn linnen en purper. Purper was in die tijd heel kostbaar. Zij hult zich dus in kostbare, mooie kleding. Ook aan de gewaden van de priesters werd veel aandacht besteed.”
Als kleding er alleen is om ons te bedekken, zou een vuilniszak ook volstaan.
„God heeft ons gemaakt naar Zijn beeld. Ik geloof dat je met je kleding je natuurlijke schoonheid mag versterken. Dan kun je kleding beter vóór je laten werken dan tegen je. Ik besef ook: ons streven naar schoonheid kan na de zondeval zondig zijn. Het is goed daar alert op te zijn. Je kunt met kleren verleiden. En het kan ook een verleiding zijn om je alleen op uiterlijke schoonheid te richten. Paulus zegt: Val liever op door iets goeds te doen. Kleding zegt iets over wie je bent. Juist als christen is het daarom misschien wel extra belangrijk om je verzorgd te kleden. Je bent immers het visitekaartje van je Schepper. Als je je niet verzorgd kleedt, wat zeg je dan eigenlijk?”
In kleding kopen kan heel veel door God gegeven tijd en geld gaan zitten…
„Dat klopt. Dat zie ik om me heen –al moet ik zeggen dat ik het zelf niet zo herken. Ik hou van efficiëntie en vind shoppen niet per se leuk. Als je eenmaal weet wat je goed staat en wat bij je past, ben je veel sneller klaar met het kopen van kleding. Er zijn tenslotte belangrijkere dingen. Ik laat ook veel naaien. Het fijne daaraan is dat de kleding helemaal klopt bij je figuur. Ik heb begin van dit jaar bovendien heel bewust besloten een jaar geen kleding te kopen. ”
Maar dan volg je dus niet de mode?
„Natuurlijk ben ik op de hoogte van de mode van nu en weet ik zo ongeveer wel welke winkels welke stijlen verkopen, dat hoort bij mijn vak. Maar ik ben kledingadviseur en geen modeadviseur. Nu zie je veel tijgerprintjes in de winkels hangen. Veel vrouwen denken: hebben! Maar los van het feit of die printjes je wel staan, wat doe je over een jaar, als er weer iets nieuws in de mode is? Gooi je die jurk dan weg? Mijn advies: haal die items uit de mode die bij jouw persoon passen.
Ik gun alle winkels hun omzet, maar het gaat naar mijn idee over de vraag: door wie laten we ons leiden en beïnvloeden? Door de grote marketingbureaus die ons opjagen steeds iets nieuws te kopen, of door onze Schepper Die ons met bepaalde lichamelijke kenmerken heeft gemaakt.”
Veel vrouwen vinden het gemakkelijker hun lichamelijke tekortkomingen te zien dan hun natuurlijke schoonheid. Is dat herkenbaar?
„We zijn als vrouwen heel goed in ons vergelijken met anderen. Daarin speelt ook het schoonheidsideaal een rol. Terwijl dat ideaalplaatje per tijd en cultuur verschilt. In Zuid-Amerika of Afrika bijvoorbeeld zijn gevulde vrouwen de norm. Hier is het tegenovergestelde juist in. Ik geef gastlessen op scholen waarin ik dit aspect altijd meeneem. Juist omdat jongeren erg bezig zijn met de ontwikkeling van hun zelfbeeld. Ik wil ze het vergankelijke van zo’n ideaalbeeld laten zien.
Laatst nog, op de Pieter Zandt in Kampen noemde ik de neus van hertogin Meghan, die wat afwijkt van de norm. Ik kan me voorstellen dat ze dat –toen ze dertien of veertien was– niets vond. Nu vinden mensen Meghan prachtig en het blijkt zelfs dat plastisch chirurgen regelmatig de vraag krijgen zo’n zelfde neus te ‘maken’.”
Wat heeft u van uzelf moeten leren accepteren?
„Mijn brede heupen onder meer, maar inmiddels ben ik dankbaar voor het gegeven dat de Heere God vrouwen met verschillende vormen heeft bedacht. En als Hij dat zo heeft gewild, waarom zouden wij dan één beeld tot ons ideaal maken?”
Mensen verschillen niet alleen aan de buitenkant, maar ook in hun doen en laten. Hoe lastig is het om met dat gegeven om te gaan?
„Het punt is dat we vaak onbewust vinden dat anderen hetzelfde moeten denken en doen als wij. Anders hebben we al snel ons oordeel klaar. Zeker als mensen die je heel dierbaar zijn andere keuzes maken blijkt dat lastig. Ik ervaar dat zelf in mijn familiekring. Mijn moeder loopt altijd in het zwart. Dat is voor haar een principekwestie. Ik ben in mijn werk juist veel met kleuren bezig en vind het prachtig om te zien hoe mooi de Heere al die kleuren geschapen heeft.
Ik denk zelf dat zulke verschillen er bij God mogen zijn. Ik vind daarin de geschiedenis van Ezra en Nehemia boeiend. Nehemia accepteert een militaire escorte om hem uit Babel te begeleiden. Ezra wil dat bewust niet, omdat hij vindt dat daarom vragen zijn vertrouwen in God schaadt. Deze twee uitersten staan beiden in de Bijbel. Zonder een oordeel wat goed of beter is.
Ik heb zelf moeten leren dat ik in de keuzes die ik maak alleen aan God verantwoording hoef af te leggen en niet aan ieders verwachting kan voldoen. Als je dat gaat beseffen, haalt dat veel kramp uit je leven.”
U bent coach. Leren mensen dit soort inzichten ook tijdens een coachingstraject bij u?
„Dat is afhankelijk van de vraag waarmee ze komen. Regelmatig kloppen mensen aan, omdat ze bijvoorbeeld erg moe zijn. Dan gaan we samen kijken: hoe komt dat nou? Vermoeidheid kan passen bij een bepaalde levensfase, maar het kan ook zijn dat de focus van de dingen die je doet niet op de juiste plek ligt. Het is dan goed om je ervan bewust te worden: waarom doe ik wat ik doe? En doe ik de dingen die bij me passen?
Zelf heb ik lange tijd gedacht: Als er door de kerk iets gevraagd wordt, dan moet je dat standaard doen. Maar dan ga je voorbij aan het feit dat God iedereen anders heeft gemaakt. Natuurlijk kun je wel eens tijdelijk inspringen, als er ergens nood is. En dan leer je soms ook weer een kant van jezelf kennen die je mogelijk nog niet kende. Maar altijd ja zeggen op dingen, terwijl je ze eigenlijk niet ziet zitten, put uit.”
Welke taken passen bij u?
„Ik werd toen ik begin twintig was gevraagd om tweede voorzitter van de vrouwenvereniging te worden. Ik voelde me nog zó jong en onbekwaam, zeker als ik me vergeleek met de wijze vrouw die destijds die functie had. Uiteindelijk bleek het juist wél bij me te passen. Vragen ze me om taarten te bakken, dan pas ik liever. En als ze vragen of ik langs de deuren wil om te collecteren, zeg ik tegenwoordig ook gemakkelijker ”nee”.”
Sommige christenen vinden dat de kerk erg focust op gezinnen met kinderen. U ook?
„Wij hebben zelf geen kinderen, maar ik ervaar dat niet zo. Hoewel ik weet dat mensen hiermee worstelen. Zij voelen zich als single of kinderloze eenzaam of minder onderdeel van de gemeente. Misschien ervaar ik dat minder omdat ik er vooral op gericht ben te kijken naar wat ik wél heb. Meer dan naar wat er níet is.
De tekst ”Wat heb je dat je niet hebt ontvangen” is hierbij voor mij belangrijk geweest. Die gedachte maakt nederig. Want zelfs wát ik heb, heb ik niet verdiend.”
Hoe beleeft u de doopdiensten?
„Er worden om ons heen veel kinderen geboren. En ik kan oprecht blij zijn voor deze ouders. Ik vind het ook niet per definitie moeilijk op kraamvisite te gaan. Of een doopdienst te bezoeken. Ik kan tijdens zo’n dienst namelijk ook nadenken over wat het betekent dat ik zelf gedoopt ben.”
U noemt uw verlangen naar een kind een worsteling. Wilt u daar iets over delen?
„We hadden graag kinderen gehad, maar het gebeurde niet. Een paar jaar na ons trouwen zijn we daarom naar de huisarts gegaan. De worsteling zat voor ons vooral in de vraag „Wat wil de Heere God hierin van ons?” En: „Hoe ver mogen we gaan wat medische ingrepen betreft?” Tegenwoordig is daar veel aandacht voor binnen christelijke prolife-organisaties, maar in die tijd, nu zo’n vijftien jaar geleden, hebben we echt moeten zoeken naar Bijbels gefundeerde informatie.
Het was een emotioneel zware weg, want hoop is een ingewikkelde emotie. Soms leek het alsof ik zwanger was en had ik zelfs een keer een positieve test, maar bleek ik na een paar dagen toch ongesteld te worden. Dat vond ik heftig, want voor je gevoel ben je dan al wel moeder geweest, je hebt babynamen bedacht en in je hoofd al een slaap- kamertje ingericht. Toch heb ik juist in die periode ervaren dat de Heere God echt te vertrouwen is en kracht geeft.
Achteraf gezien schepte het ook een band dit traject samen met Steven te doorlopen. We hebben elke stap die we namen biddend gezet en soms jaren gewacht voordat we wisten dat we de volgende stap mochten zetten. Na drie iui-behandelingen hebben we drie keer een ivf-behandeling ondergaan. Voorwaarde voor ons was dat er geen restembryo’s zouden komen. Toen ik niet zwanger bleek, namen we een jaar de tijd om na te denken over adoptie. Dat bleek voor ons niet de weg. En al zijn er nog steeds moeilijke periode’s op vaak onverwachte momenten, toch kunnen we het nu loslaten.
Blijkbaar heeft God voor ons iets anders in petto dan het ouderschap. Want als Hij had gewild dat wij kinderen kregen, gaf Hij ons die. Het helpt mij te bedenken dat ik niet geschapen ben met als eerste doel kinderen te krijgen, maar om Hem te eren. Dat geeft rust.”
Carolien Luitjes
Carolien Luitjes-Noorlander (1978) wordt in Driebergen geboren als derde van zeven kinderen. Later verhuist ze met haar ouders naar Doorn en Woudenberg, waar het gezin zich laat overschrijven van de christelijke gereformeerde kerk naar de oud gereformeerde gemeente. Carolien start op het vwo van het Lodenstein College, maar doet uiteindelijk mavo-examen. Daarna werkt ze achtereenvolgens bij een bakker, een accountantskantoor, bij de antiekhandel en meubelstoffeerderij van haar vader en in een kinderkledingwinkel. Daar start ze met het maken van sieraden, waarmee ze uiteindelijk ZZP’er wordt. Ze volgt daarnaast de opleiding tot kledingadviseur en later coach. In 2018 komt bij uitgeverij Den Hertog haar boek ”Jij en je kleding” uit. Inmiddels is ze ook presentatrice bij de Reformatorische Omroep. Op haar twintigste trouwt ze met Steven Luitjes. Samen leven ze mee met de hervormde gemeente in Woudenberg.