Ook Oude Testament is Boek van Christus
De ontmoeting tussen Abraham en Melchizedek, bezongen in Psalm 110, is een signaal van de diepgaande christocentrische betekenis van het Oude Testament. Jezus bevestigt dat als Hij in de confrontaties met Zijn Joodse tegenstanders de woorden van Psalm 110 op Zichzelf betrekt.
Dr. C. P. de Boer spreekt zich uit over de vraag of we het Oude Testament moeten lezen vanuit God als centrum (theocentrisch) of vanuit Christus als centrum (christocentrisch) (RD 16/22-01 en 11-02). Hij doet dat naar aanleiding van reacties op de presentatie van zijn proefschrift, getiteld ”Christos Sunthronos”.
Het gaat hierbij voornamelijk om de herkomst en betekenis van Psalm 110 (Psalm 109 in de Septuaginta). Dr. De Boer erkent dat Jezus onder andere in Mattheüs 22:44 deze Psalm Messiaans interpreteerde en op Zichzelf heeft betrokken (RD 22-1). Hij relativeert echter de onmiddellijke christocentrische strekking die de psalm daardoor ontvangt, onder meer door de volgens mij betekenisvolle plaats van Melchizedek erin. Hij zegt: „Ik sta een heilshistorische benadering voor die vooral theocentrisch en niet christocentrisch getoonzet is” (RD 16-1).
Ook meent hij dat in Psalm 110 en in andere Messiaanse profetieën God in het middelpunt staat en niet Christus (RD 11-2). Hij erkent dat God en Christus samen het Koninkrijk verwerkelijken, maar denkt dat Christus alleen bínnen dat rijk van God een centrale rol speelt. Hij vindt een christocentrische Schriftbeschouwing gevaarlijk, omdat daardoor Israël en het Joodse volk zouden worden genegeerd en gediscrimineerd. Dr. De Boer suggereert dat een lezing van het Oude Testament die Christus in het centrum ziet opnieuw antisemitisme zou oproepen.
Trinitarisch
Graag maak ik enkele opmerkingen. Ten eerste vind ik de onderscheiding tussen God en Christus verwarrend. Allereerst omdat de Vader en de Zoon uit elkaar lijken te worden gehaald. In ieder geval kan gemakkelijk uit dr. De Boers beschouwing worden geconcludeerd dat de Zoon aan de Vader ondergeschikt zou zijn. Is dit niet de aloude dwaling van het ”subordinatianisme” van de kerkvader Origenes (circa 185-253/254), die de Personen van de Godheid rangschikte in een soort hiërarchie?
Verder zie ik in de RD-artikelen niet iets terug van de derde Persoon, de Heilige Geest. Ik denk dat elke goede Schriftbeschouwing voluit trinitarisch behoort te zijn. Daarin staan de drie Personen niet boven of onder elkaar en verdwijnen ze ook niet binnen elkaar.
Sleutelfiguur
In de tweede plaats komen de figuur van Melchizedek en zijn directe verband met Christus er mijns inziens bekaaid af in de artikelen. Mag ik een ander perspectief bieden?
Al vóór Gods verbondssluiting met Abraham in Genesis 15, gevolgd door Zijn bijzondere relatie met de aartsvaders van Israël, was Jeruzalem als ”stad van de vrede” een demonstratie van Gods genadige bedoelingen met de wereld. Melchizedek (letterlijk: rechtvaardige koning), koning van Jeruzalem, is de sleutelfiguur die Gods genadeverbond met de mensheid vanaf het paradijs verbindt met Christus.
Levi
Met name in de ontmoeting van Abraham met koning Melchizedek laat God zien dat de lijn van Abraham (vergelijk Genesis 12:1-2 en Mattheüs 1:1-17) en de andere aartsvaders via Israël naar Christus ondergeschikt is aan de lijn van Melchizedek naar Christus. Christus was niet de Hogepriester naar de ordening van Levi, beperkt tot Israël, maar Hij is de eeuwige en universele Hogepriester naar de ordening van Melchizedek (Genesis 14:18-20; Psalm 110; Hebreeën 5: 5-10; 6:19-20; 7:1-21).
Het Jeruzalem van Melchizedek grijpt hoger dan het Jeruzalem van Israël. Beide worden door God gebruikt. Het Jeruzalem van Melchizedek wijst rechtstreeks naar Gods universele handelen met de hele mensheid in Christus. In het Oude Testament maakt de geschiedenis van Israël dat op aanschouwelijke wijze zichtbaar en tastbaar, tot in de vervulling ervan in Christus. De ontmoeting tussen Abraham en Melchizedek, bezongen in Psalm 110, is daarom een signaal van de diepgaande christocentrische betekenis van het Oude Testament. Jezus bevestigt dat inderdaad als Hij in de confrontaties met Zijn Joodse tegenstanders de woorden van Psalm 110 op Zichzelf betrekt.
Drieënige God
Dr. De Boer en anderen menen dat de beklemtoning van het christocentrische (God de Zoon) karakter van het Oude Testament, zoals we zien bij onder anderen de reformator Maarten Luther, ten koste zou gaan van de theocentrische (God de Vader) aard ervan. Niets is echter minder waar, want juist in Christus komt licht te vallen op wie God is in beide testamenten. Jezus zei: „Niemand komt tot de Vader dan door Mij… Wie Mij heeft gezien, heeft de Vader gezien” (Johannes 14:6-8).
Hoewel de begrippen theocentrisch en christocentrisch duiden op het onderscheid tussen de Vader en de Zoon, kunnen zij vanwege de eenheid van God niet tegen elkaar worden uitgespeeld. Een christocentrische duiding van de Schrift wil duidelijk maken dat de Drieënige God in het middelpunt staat.
De auteur is theoloog. Hij publiceerde onder andere over Europese en Afrikaanse kerkgeschiedenis, het verschijnsel ‘israëlisme’ in de uitleg van de Schrift en de lexicografie van het Chichewa, een veelgesproken taal in Centraal-Afrika.