Vaccinatiedebat vraagt geen grilligheid, maar behoedzaamheid
Doe toch maar niet, zei D66 dinsdag. En floep, daar verdween de initiatiefwet-Van Meenen over vaccinatie in de kinderopvang van de stemmingslijst. Het zorgde in de Tweede Kamer niet voor opwinding. Eerder voor schouderophalen. Het jaar is nog niet om, wordt vervolgd.
Over dan maar tot de orde van de dag? Dat zou in dit specifieke geval beslist te makkelijk zijn. Het vaccinatiedebat is complex, raakt zowel aan de volksgezondheid als ook aan grondwettelijk verankerde vrijheden en vergt dus behoedzaamheid. Tel daarbij op dat VVD, CDA, GroenLinks en PvdA nog maar vier maanden geleden publiekelijk hun steun aan de vaccinatie-initiatiefwet toezegden en je vraagt je af: Wat is er veranderd? Hoe kan een zo solide ogende steun in zo korte tijd zo afbrokkelen dat D66 bedacht: Snel de stemmingen uitstellen, want dit gaat mis?
Voorjaar 2018 bleek de vaccinatiegraad opnieuw te zijn gedaald. Op een kindercrèche in Den Haag brak de mazelen uit en al snel klonk de roep om een wettelijke vaccinatieplicht. Het kabinet reageerde beheerst. Eerst logistieke maatregelen, zoals extra inhaalrondes of inenten op alternatieve locaties, vaccinatiespreekuren en betere voorlichting.
De coalitiefracties van VVD en D66 steigerden en zochten zonder de ChristenUnie al te zeer te bruuskeren naar verdergaande maatregelen. Zo kwam de D66-wet tot stand. Het doel: in de Wet op de kinderopvang expliciet opnemen dat niet-gevaccineerde kinderen uit de opvang mochten worden geweerd.
Dat D66 nu pas op de plaats moet maken, is vooral te danken aan de nogal abrupt gewijzigde houding van CDA en GroenLinks; eerst neigend naar voor, nu plots stevig aarzelend. Straks kunnen de kinderen die om medische redenen niet te vaccineren zijn nergens meer terecht, sombert het CDA. Straks krijg je opvangcentra met alleen nog niet-gevaccineerde kinderen en een extreem lage vaccinatiegraad, vreest GroenLinks.
Is dat overtuigend? Maar mondjesmaat, want in oktober plaatsten SP en SGP al medische en staatsrechtelijke tegenargumenten, maar in de overwegingen van CDA en GroenLinks speelden die toen maar een summiere rol. Beide partijen lijken nu kortom eerder om opportunistische dan om principiële redenen de kaarten tegen de borst te houden. Dat het vaccinatiedebat nu in een impasse verkeert, is zonneklaar.
Het kabinet zei in oktober open te staan voor de suggestie om alvast een wet voor te bereiden die vaccinatie in de kinderopvang verplicht, zodra de vaccinatiegraad is gezakt onder een door experts als kritisch bestempelde ondergrens. Zijn de adviezen die het daarover heeft gevraagd binnen, dan volgt waarschijnlijk een nieuw debat. Toegegeven, ook dan zouden bestuurlijke kalmte en tact het kunnen winnen van misplaatste dadendrang en zelfprofilering. Maar dat de grilligheid in deze discussie tot dusver heer en meester is, belooft weinig goeds.