Jeugdboek geeft vertekend beeld van de Pilgrim Fathers
Het is dit jaar 400 jaar geleden dat de ”Mayflower” naar Amerika vertrok. Aan boord van het schip bevonden zich de Pilgrim Fathers, de voorvaders van de stichters van de Verenigde Staten van Amerika. Over hen en hun nakomelingen gaat het jeugdboek ”Het geheim van de goudenregen”.
Geschiedenis is mooi, zeker als het gaat over de Pilgrim Fathers, die met anderen aan de wieg stonden van de vestiging van Europeanen in Amerika. Zij worden gezien als de grondleggers van de Verenigde Staten en hebben ongeveer 25 miljoen Amerikaanse afstammelingen, onder wie negen presidenten.
Over een van deze mensen gaat het jeugdboek ”Het geheim van de goudenregen”, over „het wonderbaarlijke leven van de Pilgrims-dochter Elizabeth Blossom, de Leidse stammoeder van president Obama”, zo meldt het omslag. Ze is ook de stammoeder van president George W. Bush.
Elizabeth FitzRandolph-Blossom heeft echt bestaan. Ze voer in 1629 mee met een tweede groep pelgrims, vanuit Leiden naar Amerika. Ze werd 93 jaar en kreeg veel kinderen, die op hun beurt ook weer grote gezinnen hadden.
Elizabeth is niet de enige hoofdpersoon in het verhaal. De andere is haar achterkleindochter Prudence. Zij vraagt uit nieuwsgierigheid naar het land waar haar overgrootmoeder vandaan komt, die dan haar levensverhaal vertelt. Dat wordt regelmatig onderbroken door het nieuws van een slavenopstand die in 1712 plaatsvond. De familie wil de slaven helpen met ontvluchten.
In het boek staan foto’s van historische plaatsen en dingen, zoals van Plimoth Plantation, een openluchtmuseum in New Plymouth waar acteurs laten zien hoe de eerste pelgrims zich hier begin zeventiende eeuw vestigden. Er is ook veel achtergrondinformatie te vinden, onder andere over de kolonie New Jersey.
Sekte
Toch is de schrijver niet onverdeeld positief over de Pilgrim Fathers. Op pagina 118 schrijft hij: „Hun manier van leven leek in werkelijkheid juist ontzettend op die van een sekte. Voor andersdenkenden was geen plek: ze werden vervolgd, verbannen of zelfs ter dood gebracht. Het zijn zwarte bladzijden uit de geschiedenis van de pilgrims waarover je weinig terugvindt in al die mooi kritiekloze boeken die over hen zijn geschreven.”
Kritiek is er dus in dit boek wel, en niet zo weinig ook. Zo laat Betsy Blossom haar afkeer van dominee Robinson, haar predikant in Leiden, heel duidelijk merken. Dat gebeurt bijvoorbeeld op pagina 45: „Eindeloze preken heb ik daar moeten aanhoren. De ene nog angstaanjagender dan de andere. Ik weet niet wat het was met dominee Robinson, maar hij was alleen maar boos, leek het wel. En zijn donderpreken waren afschuwelijk. Hij had het vooral over de hel.”
Die weerzin tegen de kerk is breder dan de kerk waar ze vandaan kwam en strekt zich uit tot tal van kerken in New York. „Meer dan twintig (kerken, JVR)! Iedere bevolkingsgroep heeft hier zijn eigen Lieve Heer, lijkt het wel. En allemaal denken ze dat hun god de enige echte is.” Hiermee wordt niet alleen een karikatuur van de kerken getekend maar het lijkt mij ook een typisch 21e-eeuwse typering.
Tegenover al die strenge godsdiensten staan dan de quakers, die zo vrij en ruimdenkend waren. Ook Manitou, de god van de indianen, komt er goed van af. Betsy vindt het tenminste niet erg dat ze haar schaatsen aan Manitou geofferd heeft.
Dan over het verhaal zelf, dat ontsierd wordt door krachttermen en vloeken. Er zijn spannende gedeelten, maar over het algemeen zou er wel meer vaart in mogen zitten en komen er nogal wat onwaarschijnlijke gebeurtenissen in voor, zoals de vriendschap van Betsy met de Leidse hoogleraar Adolph Vorstius en de ontmoeting met de indianen.
Niet aanbevolen dus. Het wachten is op een boek dat ouders met een gerust hart aan hun kinderen kunnen geven. Misschien komt dat nog in dit jubileumjaar.
Boekgegevens
Het geheim van de goudenregen, Chris Houtman; uitg. Karakters; 349 blz.; € 19,99