Maand zonder alcohol heeft nut
Meer dan dertigduizend mensen beginnen 2020 met de actie IkPas bewust zonder alcohol. Alcoholdeskundige Rob Bovens vindt het opmerkelijk dat deelnemers na een alcoholvrij januari daadwerkelijk minder alcohol gaan drinken.
„Minder alcohol drinken” is een veelgehoord goed voornemen om na de jaarwisseling mee te beginnen. Niet voor niks is in Engeland het populaire ”Dry January” ontstaan om deze maand geen alcohol te drinken. In Nederland organiseren de GGD’s en verslavingsinstellingen IkPas, de Nederlandse versie van Dry January.
De campagne komt onder de aandacht met radiospotjes en online-reclame. Met succes: volgens campagneleider Sanne de Koning waren er donderdag zo’n dertigduizend aanmeldingen van mensen die in januari geen alcohol willen drinken. Vorig jaar waren dat er 23.000.
Alcoholdeskundige Rob Bovens van Tilburg University steunt de campagne en onderzoekt de effecten van een maand geen alcohol drinken. Hij ziet dat de meeste deelnemers meedoen om het gewoon eens te proberen. ”Doe eens gek”. Een kleinere groep heeft het idee dat er iets niet pluis is aan hun alcoholgebruik.
Minder drinken
De meeste mensen merken snel resultaat, blijkt uit cijfers van Bovens. Deelnemers van IkPas in 2018 gaven al na een paar weken aan beter te slapen dan vooraf (45 procent), zich lichamelijk fitter te voelen (57 procent) en zich mentaal beter te voelen (62 procent).
„Door die positieve effecten worden mensen zich bewust van wat alcohol doet en gaan ze minder drinken”, legt Bovens uit. Gemiddeld dronken deelnemers voorafgaand aan de alcoholvrije maand 17,7 glazen alcohol per maand, zes maanden later nog 11,2. Tot verbazing van Bovens. „Ik dacht vooraf dat mensen juist meer zouden drinken na een maand onthouding. Wat blijkt is dat mensen de effecten merken en soms alcohol zelfs niet meer lekker vinden.”
„De daling van alcoholconsumptie op lange termijn is de echte winst”, vindt Wim van Dalen, directeur van het Nederlands Instituut voor Alcoholbeleid STAP. Hij wijst erop dat alcoholconsumptie onder andere leidt tot een verhoogd risico op kanker. „In Nederland worden jaarlijks drieduizend gevallen van kanker veroorzaakt door alcohol. Elk extra glas betekent meer risico. Slechts negen procent van de Nederlanders weet dit.” Daarom is het volgens Van Dalen goed dat mensen op lange termijn minder gaan drinken.
Overal aanwezig
IkPas heeft als doel om mensen bewust te maken van de gevolgen van alcohol, waardoor ze minder gaan drinken. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, vindt Bovens. „Alcohol is overal aanwezig en het wordt snel geassocieerd met populaire activiteiten als voetbal. Bierbedrijven sponsoren een voetbalprogramma en -stadion om maar wat te noemen. Alcoholgebruik zit in het patroon van veel mensen.”
Van Dalen beaamt dit. „De Gezondheidsraad adviseert als maximum gemiddeld een glas per dag. Zes op de tien mensen drinken echter meer.”
Hoe kan je van de ene op de andere dag stoppen met alcohol drinken? „Maak een plan”, adviseert Bovens. „Richt je op dingen die totaal niet bij alcohol passen. Stel jezelf bijvoorbeeld een doel met hardlopen en zorg ervoor dat je goede alternatieven in huis hebt. En als je wilt stoppen, begin er zelf over in gesprekken. Dan gaan anderen je geen alcohol aanbieden en is de verleiding dus kleiner.” Mede door zulke tips maakt 75 procent van de deelnemers aan IkPas de januari-periode af zonder alcohol te gebruiken.
Signaal aan overheid
Van Dalen vindt IkPas een goed initiatief. Niettemin denkt hij dat er meer moet gebeuren om het alcoholgebruik in Nederland terug te dringen. „Het is nog een bescheiden, gemotiveerd deel van de mensen dat dit doet. Je moet IkPas zien als een signaal aan de overheid dat er echt wat moet gebeuren.” Van Dalen vindt daarom dat het er minder verkooppunten voor alcoholische dranken moeten zijn en dat de prijzen omhoog moeten en reclame moet worden beperkt.
Om dat te bereiken zou het volgens Van Dalen goed zijn als artsen zich meer uitspreken over de gezondheidsrisico’s van alcohol. „In Engeland zie je dat wel gebeuren, terwijl in Nederland slechts enkele artsen van zich laten horen. Niet alleen artsen op de spoedeisende hulp zouden dat moeten doen, maar ook bijvoorbeeld internisten.”