Leg altijd de Bijbel naast opwekkingsmuziek
Jaco van der Knijff zette de spagaat rond opwekkingsmuziek trefzeker uiteen. Eén aspect uit zijn beschouwing vraagt om nadere bezinning: de verhouding tussen psalmen en opwekkingsmuziek. Opwekking moeten we naast de Schrift houden.
Uit het artikel ”De spagaat rond opwekking” (RD 22-11) blijkt dat muziekredacteur Jaco van der Knijff de kennis in huis heeft om de bezinning rond opwekkingsmuziek te stimuleren. Zijn dissertatie ”Heilige Gezangen” (Labarum, 2018) laat zien dat de liedcultuur al lange tijd zijn belangstelling heeft. Om deze reden vroeg ik hem mijn manuscript van het boekje ”Opwekkingsmuziek” (De Banier, 2019) kritisch te lezen. Zijn opbouwende kritiek en denkduwtjes heb ik graag verwerkt.
Wederzijds wil ik enkele denkduwtjes geven naar aanleiding van zijn artikel over opwekkingsmuziek. Tijdens lezingen over de evangelische beweging heb ik inmiddels vele tientallen vragen over opwekkingsmuziek gekregen. Ze bewijzen hoezeer het thema leeft in reformatorische kringen. Bezinning is hard nodig. Want met de doorsnee opwekkingsmuziek komt een evangelische geloofsbeleving mee waar gefundeerde kritiek op te geven is.
Effect
De drie valkuilen én de drie handvatten die Van der Knijff noemt, zijn nuttig om te overwegen. Zorgvuldige definitie en zorgvuldige toetsing zijn belangrijk. Ondertussen moeten we het effect niet onderschatten als opwekkingsmuziek op een ingetogen ‘reformatorische’ wijze wordt uitgevoerd. Heel gemakkelijk wordt de stap gezet naar de meer oorspronkelijke uitvoeringen die op internet zijn te vinden, met alle ‘show en herrie’ die daar in een aantal gevallen bij hoort. Bovendien, hoe ingetogen ook, de teksten blijven hetzelfde.
Waar het mij nu vooral om gaat, is de vergelijking die nogal eens wordt gemaakt tussen opwekkingsmuziek en de psalmen. Dit vraagt om een zorgvuldige bezinning. Enkele aanzetten hiervoor wil ik geven.
Inspiratie
- Principieel gezien is het niet mogelijk om psalmen te vergelijken met opwekkingsmuziek of welk lied dan ook. Immers, alleen de (vanzelf onberijmde) psalmen zijn geïnspireerd. Alleen de psalmen drukken daarmee Gods openbaring onfeilbaar uit. Daarmee zijn ze principieel onvergelijkbaar met welk lied dan ook.
Mij valt op dat deze toegespitste betekenis van het woord inspiratie nogal eens wordt verward met een meer algemene betekenis. Dan ziet inspiratie op bezieling, creativiteit of een ingeving. Mensen kunnen deze ook uiten in een geestelijk lied. Dit soort inspiratie verschilt wezenlijk van de inspiratie van de Bijbelschrijvers.
In evangelische kringen bespeur ik verder een tendens om Gods openbaring uit te breiden tot buiten de Bijbel. Er is dan een voortgaande openbaring, bijvoorbeeld door profetie of het ministry-gebed. Er is in zo’n sfeer ruimte voor de overtuiging dat God ook nu mensen inspireert om een lied te dichten en dat dit lied iets van Gods openbaring bevat. Daarmee gaat een wissel om.
Hele psalmboek
- Het is belangrijk dat het hele psalmboek is berijmd én dat het hele psalmboek wordt gezongen. Alle 150 psalmen zijn door de Heilige Geest geïnspireerd. Daarom hebben ze allemaal Goddelijk gezag en bevatten ze Goddelijk onderwijs voor de kerk van alle tijden. Een beperkte selectie uit de psalmen kan het gevoel geven dat de overige minder geschikt zouden zijn voor de eredienst. En dat wil niemand.
Desondanks is er een verschil. Ook als niet alle coupletten van een psalm worden gezongen, blijft staan dat ze alle beschikbaar zijn. Dat geldt niet voor veel opwekkingsmuziek. Opwekking 375 bijvoorbeeld, ”De Heer regeert, dat de aarde juicht”, is een vertolking van Psalm 97. Echter, er wordt heel wat weggelaten uit de psalm. Bijvoorbeeld vers 2, dat spreekt over Gods recht, vers 8, over Gods gerichten, en vers 10, met de oproep het kwade te haten. Het klinkt scherp, maar de psalm is verminkt. Waarom wordt juist Gods recht weggedicht? Dit betekent tegelijk dat we in de kerk niet alleen de meest bekende coupletten 1, 6 en 7 van Psalm 97 moeten zingen.
Eenzijdigheid
- We zeggen niet dat er geen evenwichtig opwekkingslied te vinden is. Maar over het geheel genomen, is het repertoire opwekkingsmuziek eenzijdig. En dat rond de centrale thema’s van het beeld van God, het beeld van de mens en het beeld van Christus. Hierover heb ik meer geschreven in het boekje ”Opwekkingsmuziek”.
In het psalmboek staan de drie genoemde thema’s in een heilig evenwicht. De psalmen zijn ook vol van Christus. Hij nam tot Zijn sterven toe de psalmen in Zijn mond.
Kerken en koren hebben de taak om een evenwichtig programma samen te stellen. In de praktijk van veel kerkelijke gemeenten, verenigingen en koren worden inmiddels psalmen afgewisseld met (of ingewisseld voor!) een breed spectrum van vrije liederen, inclusief die van Elly en Rikkert, Opwekkingsliederen en liederen van de band Sela. Zijn er net zo veel voorbeelden te noemen dat de psalmen een steeds grotere plaats gingen innemen? Dat lukt mij niet.
Op een of andere manier lijkt opwekkingsmuziek meer aan te trekken dan psalmen. Dat is ingrijpend! Deze tendens hangt naar mijn overtuiging samen met het afvlakken van de Bijbelse boodschap van recht en genade, schuld en verzoening, verloren en gevonden, Adam en Christus. Samen met een dosis gevoel en emotie baant dit de weg tot de acceptatie van opwekkingsmuziek, tot in tal van kerkdiensten toe. Een grondige bezinning is noodzakelijk. Ik dank Jaco van der Knijff dat hij het belang hiervan heeft verwoord in zijn artikel.
De auteur is predikant van de gereformeerde gemeente te Middelburg-Centrum.