Cultuur & boeken

Licht op het visioen van Constantijn de Grote

Het verhaal is bekend: voorafgaand aan het gevecht met zijn rivaal Maxentius bij de Milvische brug, net buiten Rome, had Constantijn op klaarlichte dag een visioen van een lichtend kruis, dat hem ervan overtuigde dat hij de God van de christenen aan zijn zijde had; vlak daarna beëindigde hij de christenvervolgingen.

Gert-Jan Oosterom
7 October 2019 09:14Gewijzigd op 16 November 2020 17:10
Standbeeld van Constantijn de Grote in het Engelse York.  beeld Wikipedia
Standbeeld van Constantijn de Grote in het Engelse York.  beeld Wikipedia

Zo eenvoudig als het klinkt, zo twijfelachtig wordt het als door bronnenonderzoek aan het licht komt dat ten tijde van bovengenoemd gevecht de christenvervolgingen al eerder door Galerius beëindigd waren, dat Constantijns visioen door Eusebius’ ”Kerkgeschiedenis” niet vermeld wordt en dat kerkvader Lactantius spreekt over een nachtelijke droom.

Het is nog maar het topje van een ijsberg, als het gaat om de literatuur rondom Constantijn de Grote en zijn betekenis voor het christendom.

Het boek van Jona Lendering en Vincent Hunink over deze materie is uniek te noemen, aangezien het op ontwapenende wijze laat zien hoe extreem moeilijk het is om als oudheidkundige uit te kunnen maken wat werkelijk gebeurd is en vervolgens zinnige conclusies daaruit te kunnen trekken. Illustratief voor de houding van beide auteurs is hun opmerking: „Er is, zoals zo vaak als we het hebben over de oude wereld, geen mogelijkheid meer vast te stellen hoe het werkelijk is geweest en het is verstandiger als een oudheidkundige dat aanvaardt dan dat hij of zij schijnzekerheden biedt.”

Ondanks de moeilijkheden die een onderzoeker tegenkomt, zoals gebrekkige documentatie, afwezigheid van bewijs en elkaar tegensprekende bronnen, durven Lendering en Hunink het toch aan om een reconstructie samen te stellen van datgene wat Constantijn heeft waargenomen en hoe zijn tijdgenoten dit hebben geïnterpreteerd. Zij doen dat door eerst de achtergrond te schetsen waarin Constantijn, na de crisis van de derde eeuw en de mislukking van de door Diocletianus ingestelde tetrarchie, aan de macht kwam. Vervolgens presenteren zij de complete vertaling van een lofrede aan Constantijn, die in 310 te Trier uitgesproken is en een duidelijke verwijzing bevat naar een visioen dat Constantijn heeft gehad. De rest van het boek behandelt de gebeurtenissen na 310 tot aan Constantijns dood in 347 en beschrijft hoe het heidense visioen van 310 geruime tijd later kon uitgroeien tot een christelijke legende.

In verschillende opzichten onderscheidt ”Het visioen van Constantijn” zich van talloze andere publicaties over het christendom van de eerste vier eeuwen.

In de eerste plaats wordt niet bagatelliserend geschreven over de ernst van de christenvervolgingen onder Diocletianus. Er is zelfs begrip voor de haat waarmee Lactantius over de vervolgers schrijft: „De christelijke trauma’s staan weliswaar niet zo expliciet in de bronnen vermeld, maar de oudheidkundige neemt aan dat ze er zijn geweest omdat de mentale gevolgen bij andere vervolgingsslachtoffers nog generaties kunnen duren.”

In de tweede plaats wordt Eusebius gehandhaafd als serieus te nemen bron. Te vaak is hij, samen met andere christelijke auteurs, weggezet als partijdig en derhalve onbetrouwbaar. Voor zijn ”Kerkgeschiedenis” gaat die kwalificatie zeker niet op. Ten aanzien van zijn ”Leven van Constantijn” merken Lendering en Hunink op: „Compleetheid, objectiviteit en chronologie waren ondergeschikt aan het portret van Constantijn als perfecte vorst, die zijn opvolgers tot voorbeeld kon dienen. Oudheidkundigen zullen het moeten doen met deze tekst, die niet voor hen is geschreven.”

Ten derde wordt recht gedaan aan Constantijns raadselachtigheid, zonder hem af te branden als handige politicus die het christendom louter uit machiavellistische principes zou hebben omarmd. Enerzijds presenteerde hij zich op zo’n manier dat heidenen er geen aanstoot aan namen, maar tegelijkertijd lijkt hij er geen bezwaar tegen te hebben gehad dat christenen hem als geloofsgenoot zagen. Anderzijds nam hij besluiten die openlijk getuigden van zijn sympathie voor de christenen en is hij de geschiedenis ingegaan als de keizer die het christendom een onomkeerbare wending heeft gegeven.

Boekgegevens

Het visioen van Constantijn. Een gebeurtenis die de wereld veranderde, Jona Lendering en Vincent Hunink; uitg. Omniboek; 176 blz.; € 17,50

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer