Theologenblog: Systematische theologie leert ons kritisch zijn op onze ingebakken denkpatronen
God is vaak al op zo veel manieren met mensen bezig, lang voordat wij ons er druk over gaan maken. Dat geeft een theoloog ruimte en ontspanning.
Samen met de eerstejaarsstudenten van de Theologische Universiteit Kampen waren wij als docenten recent te gast bij de Buurtkerk in Amersfoort. Een initiatief dat ontstond in 2012, nadat christenen uit verschillende kerken in het Soesterkwartier betrokken raakten bij vrijwilligerswerk in de buurt. Het Soesterkwartier is een echte volkswijk, waar veel mensen het niet breed hebben, gezinnen niet altijd stabiel zijn, en sommigen bijna nooit buiten de deur komen.
Voorganger Oeds Blok en enkele deelnemers van de Buurtkerk gaven ons een inkijkje in deze bijzondere manier van kerk-zijn. Hier zoekt men de mensen op waar ze zijn, met activiteiten waarin iedereen zich welkom kan voelen en die ‘spelenderwijs’ met het Evangelie van Jezus in aanraking brengen.
Als Kamper docenten mochten wij vervolgens ons vakgebied aan de beginnende studenten presenteren. Best een uitdaging om een ‘theologie van de collegezaal’ te verbinden met een ‘theologie van de straat’! Tegelijk een mooie aanleiding om te ontdekken wat – in mijn geval – systematische theologie en deze kerk in het Soesterkwartier elkaar te bieden hebben.
Systematische theologie als doordenking van de geloofsinhoud richt zich op de werkelijkheid van God, die met zijn heil naar ons toekomt. Dat is veelomvattend: alles uit onze wereld kan in beeld komen. Ook de sociale leefwereld waarin mensen God tegenkomen of Hem juist mislopen. De taak van systematische theologie zie ik als het ruimte scheppen voor de ontmoeting met God. Daar zit een zekere afstand in: theologie is niet de ontmoeting zelf. Die is er waar God het leven van mensen raakt en met zijn Geest doordringt in ons hart. Theologie kan op zijn best behulpzaam zijn, door het spreken en denken van mensen te ondersteunen en te richten op God.
Rode draad
Hoe systematische theologie dat doet, leg ik in vijf werkwoorden of uitdrukkingen uit.
Allereerst: theologie omschrijft wat er in de ontmoeting met God gebeurt. Wie zijn er in het spel? Wie is God, en wat kunnen wij van Hem weten? Hoe staan wij er als mensen voor, als geschapen wezens in een wijde wereld, en tegelijk voor het aangezicht van God? Hoe kijken we naar de wereld waarin wij leven?
In de tweede plaats brengt systematische theologie lijnen samen. De bijbelvakken bestuderen in close-up al die verhalen, getuigenissen, gebeden en andere teksten waarin de HEER zich openbaart. De systematische theologie op haar beurt richt zich op de centrale inzichten, thema’s en waarheden die in de Bijbel naar voren komen, en probeert die met elkaar in verband te brengen.
Daarmee bewaakt systematische theologie ook de rode draad van het evangelie. Mensen hebben verschillende ideeën over God, Jezus, het Koninkrijk et cetera, maar sommige van die denksporen lopen dood. We leren kritisch zijn op onze ingebakken denkpatronen en wensen. Ruimte scheppen is soms alsof je met een kapmes door de jungle gaat om een pad open te kappen.
Systematische theologie is dus kritisch: je leert vragen te stellen, niet alleen over de inhoud van wat wij geloven, maar ook over de vormen en structuren waarin we die gieten. Wat helpt om de ontmoeting met God tot stand te laten komen, en waarmee lopen soms wij God voor de voeten?
Een laatste aspect: systematische theologie maakt je alert op signalen van de ontmoeting met God. Er zijn zoveel dingen die Hij van zich laat merken, het komt er op aan die signalen op te pikken in alle verschillende situaties waarin wij leven. In de verhalen uit de Buurtkerk trof mij dit vooral: God is vaak al op zoveel manieren met mensen bezig, lang voordat wij ons er druk over gaan maken. Dat geeft ruimte en ontspanning.
De auteur is universitair hoofddocent Systematische Theologie. Hij schrijft dit artikel als lid van de gezamenlijke onderzoeksgroep BEST (Biblical Exegesis and Systematic Theology) van de Theologische Universiteiten in Apeldoorn en Kampen.