Luchtfoto’s van de Waddeneilanden als bijvangst
Herman IJsseling schreef 35 jaar geleden een artikel over luchtfotografie. Het verscheen nooit, maar IJsseling wist daardoor wel wat hij wilde worden: luchtfotograaf. Met succes, want de fotoboeken die hij samenstelde, verschenen wel. Ze lopen als een trein.
Het interview moet even wachten, want het is laag water en mooi weer. De beste omstandigheden om de lucht in te gaan.
Op het vliegveld van Texel trekt IJsseling zijn Cessna 172 naar buiten, helpt zijn bezoeker naar binnen en start de motor. Het blauw-geel geverfde vliegtuig hobbelt naar de startbaan en binnen mum van tijd gaat het de lucht in. „Ideaal dit vliegveld. Als ik een telefoontje met een spoedopdracht krijg, kan ik binnen een paar minuten opgestegen zijn.”
Zo perfect begon IJsselings carrière niet. Hij wist na het VWO niet wat hij moest worden. Totdat hij voor het inmiddels niet meer bestaande blad Avia een artikel schreef over de historie van de luchtfotografie. „Daardoor kwam ik onder andere in aanraking met iemand die speciale camera’s voor luchtfotografie maakte.”
IJsseling schafte zo’n camera aan en fotografeerde in de strenge winter van 1985 schepen die vastzaten in het ijs. „Dat was direct een groot succes. Iedereen wilde die foto’s hebben.”
Na vijftien jaar vliegtuigjes huren, was de fotograaf het zat: hij kocht een eigen vliegtuig: de Cessna 172 waarmee hij nu richting Vlieland vliegt. „Ik moet toestemming aan de luchtmacht vragen om boven Vlieland te vliegen. Het kan zijn dat er straaljagers aan het oefenen zijn boven de Vliehors.”
IJsseling meldt zich met het ‘kenteken’ van zijn vliegtuig PH-PBL: „Cornfield Tower, Papa Hotel Papa Bravo Lima request to cross your area to the east?” Het antwoord vanuit de luchtmachttoren op Vlieland is negatief: het komende uur gooien straaljagers hun oefenbommen op doelen op de zandplaat van de westkant van het eiland. De Cessna wendt nu de steven richting de bekende rode vuurtoren van Texel. Een object wat in zijn nieuwste fotoboek over Texel wel zo’n twintig keer te zien is. „Ik vind foto’s van pure natuur zonder menselijke bebouwing het mooist. De mooie kleuren, de grillige lijnen, ik geniet daarvan. Maar mensen willen in een fotoboek ook graag bekende bouwwerken terugzien. Daarom maak ik er maar een gezonde mix van.”
Dikst
Texel is niet het enige fotoboek dat deze zomer verscheen. Ook Terschelling, Ameland en Schiermonnikoog kregen een eigen luchtfotoboek. Dat van Vlieland is vorig jaar al op de markt gekomen. „Texel is het dikst geworden. Omdat het het grootste eiland is, maar ook omdat ik er al vijf jaar met plezier woon.”
De eerste eigen Cessna heeft jaren op Rotterdam Airport gestaan. „Dat was veel lastiger dan hier op Texel. Eerst moest ik er vanuit mijn toenmalige woonplaats Bussum naar toe rijden. Daarna moest ik soms langer dan een half uur bij de beveiliging wachten.”
In 2011 kon IJsseling een hangar bij het vliegveld van Texel laten bouwen en daar zijn vliegtuigen stallen. De Cessna 172 had gezelschap gekregen van een grotere broer: de tweemotorige Cessna 337. Later kwam er ook een Piper Super Cup bij.
Ondertussen komt het natuurgebied De Slufter in beeld. Niet ver er vandaan vaart op zee een garnalenkotter, de Wieringen 226. IJsseling zet koers richting de haven van Oudeschild. De meeste kotters zijn uitgevaren, één ligt er in het dok om gerepareerd te worden.
Maritieme objecten fotograferen, daar verdient IJsseling zijn geld mee. „Binnenkort vlieg ik naar de Shetlandeilanden boven Schotland. Ondertussen fotografeer ik wel zo’n zeven productieplatformen. Op de Shetlands overnachten we en tanken we het vliegtuig vol. Op de terugweg neem ik nog weer eens vijf andere productieplatformen en schepen mee. Door foto-opdrachten te combineren, verdeel ik de kosten voor mijn opdrachtgevers.”
Ommetje
Op weg naar of van een opdracht, doet IJsseling graag een ommetje om bijvoorbeeld de Waddeneilanden te fotograferen. „Maar het gebeurt ook wel dat ik er speciaal voor de lucht in ga. Dan zie ik bijvoorbeeld dat er een prachtige wolkenbank aan komt. Dan zitten we in een mum van tijd in de lucht om daar foto’s bij te maken.” Van de 220 vluchten die IJsseling gemiddeld maakt, zijn er 200 voor opdrachtgevers en zo’n 20 speciaal voor zijn fotoboeken.
Na een half uur vliegen vindt IJsseling het welletjes. De neus van de Cessna gaat richting de landingsbaan. Een haas maakt zich uit de voeten als het blauwe gevaarte er aan komt stormen. Een hevig gehobbel maakt duidelijk dat de wielen over de grasbaan razen. Niet lang daarna staat de Cessna weer keurig op zijn plek geparkeerd. Klaar voor de volgende opdracht.
fotoboeken
Schiermonnikoog, vier seizoenen van boven; Ameland, vier seizoenen van boven; Terschelling, vier seizoen van boven; Texel, vier seizoen in vogelvlucht; Herman IJsseling; uitg. Flying Focus, 72, 96, 120 en 168 blz.; € 21,50, € 24,50, € 26,50 en € 28,50