Op zoek naar spirituele ervaringen in de noordelijke stad Safed
De stad Safed bloeit na eeuwen weer op. Armoede, oorlogen en aardbevingen hebben de plaats geteisterd. Terwijl de herstelwerkzaamheden bezig zijn, bezoeken mensen Safed voor spirituele ervaringen.
We zijn in Safed, een 900 meter hoog gelegen stad met 35.000 inwoners. De met keien geplaveide steegjes in het oude centrum lopen of omhoog of naar beneden. Artiesten zijn hier gevestigd en toeristen doen zich tegoed aan belegde broodjes bij de Jemeniet.
De plaats staat bekend als de stad van de kabbala, de Joodse mystiek. Bar Yochai liet volgens de traditie de ”Zohar” na. Deze geschriften gaan, volgens een pamflet, over het „diepere en verborgen” niveau dat in de studie van de Thora zou zijn.
Safed kwam tot bloei in de 16e eeuw. Toen in 1492 Ferdinand II van Aragón en Isabella van Castilië het verdrijvingsedict uitvaardigden, waren Joden gedwongen te vertrekken uit Spanje. In de 50 jaar daarna kwamen 10.000 van hen, na omzwervingen door Europa en Noord-Afrika, in Safed terecht. Ze brachten hun ambachten mee. De stad werd een centrum van metaalhandel en kledingindustrie en ging een gouden eeuw tegemoet.
Maar ook rampspoed bleef Safed niet bespaard. De stad ligt namelijk dichtbij de Grote Riftvallei of Grote Slenk, een verzakking in de aarde die zich uitstrekt van Syrië tot Mozambique. De ene aardschol beweegt zich in noordelijke richting, de andere in zuidelijke. De plaatsen die in de buurt liggen, bevinden zich in aardbevingsgevoelige zones.
Zware aardbevingen verwoestten Safed in 1759 en 1837. Bij de aardbeving in 1837 verloor een vijfde deel van de Joden in Palestina het leven. De meeste slachtoffers vielen op de helling waarop de Joodse wijk was gebouwd - precies de plek waar we nu staan.
Ook een moeilijke tijd was de Eerste Wereldoorlog. De Joodse bevolking leefde van donaties uit Frankrijk, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten - de landen waar Turkije oorlog mee had. De giftenstroom droogde op, maar een beroep uitoefenen konden ze niet. Honger brak uit. In 1948 woedde er een zware strijd tussen Joodse en Arabische milities, die de Joden wonnen.
Door de problemen verzwakte de stad. Prachtige gebouwen raakten bedolven onder de grond. Mijn gids Aharon Botzer denkt dat de huizen in ruïnes veranderden omdat de inwoners ze niet meer onderhielden. De huizen zijn gebouwd van stenen en puin. Na de regens moesten de inwoners de daken bewerken om te zorgen dat er geen lekkages ontstonden die funest waren voor de huizen.
De organisatie Livnot U’Lehibanot, waar Botzer oprichter en directeur van is, beheert in Safed een stuk grond. Ze legde een tunnel aan door de oude kamers en langs de waterputten die in de 16e eeuw gebouwd of gegraven werden.
De herstelwerkzaamheden gaan, mede gesponsord door de regering, nog steeds door. Het plan is nog meer verdiepingen bovenop de historische plek te bouwen waar gasten kunnen slapen. Hij wordt geholpen door Joodse vrijwilligers uit Israël of de diaspora. Ook hebben deelnemers van het Birthright programma de kans een week in Safed door te brengen voor „een spiritueel programma.” Botzer: „Voor Joden in de diaspora is dit een van de eerste betekenisvolle ontmoetingen met het Jodendom.”