Column (Wim van Egdom): Terreur van de groepsapp
Het waren nooit m’n fijnste momenten. Na de vakantie op visite bij familie of vrienden en dan foto’s kijken. Maar een mens wil niet onbeleefd zijn en dus werden de foto’s luidruchtig geprezen.
In de afgelopen jaren verdwenen de fysieke fotostapels en nam de laptop of de mobiele telefoon hun plaats in. Even naar de wc gaan en hopen dat er ondertussen is doorgebladerd, zit er dus niet meer in. Want de vakantievierders vegen moeiteloos terug omdat je natuurlijk niets wilt missen.
Met dat je in de hele EU net zo goedkoop kunt internetten als thuis zijn de fotokijksessies verleden tijd. Nu kun je gewoon in WhatsApp vanuit verschillende landen gedurende de vakantie met een fotootje of tekstje worden bijgepraat. Ik vind het een ongelooflijke vooruitgang. Het kijken van vakantiefoto’s vind ik inmiddels weer leuk. Omdat je het gevoel hebt er een beetje bij te zijn.
Maar WhatsApp kan een mens ook terroriseren. En dan heb ik het vooral over de groepsapps. Daarin zijn alle familieleden, vrienden of collega’s verzameld. Makkelijk als je informatie wilt delen die iedereen moet weten. Maar –ik spreek hier natuurlijk strikt op persoonlijke titel– het kan vreselijk worden als die groepsapps gebruikt worden voor het uitwisselen van niksigheden. De ene plaatst een foto van een kop koffie en vervolgens reageren de tientallen groepsleden erop. Waarna iedereen weer meent te moeten reageren op die afzonderlijke mededelingen, waardoor je binnen vijf minuten terechtkomt in een tsunami van appjes waar je alleen maar jammerlijk in kunt verdrinken.
Niks mis mee als groepsleden van al die appjes genieten, trouwens. Maar er zijn groepsleden die oververhit raken en daarom uit pure wanhoop de beslissing nemen zich uit de appgroep terug te trekken. Dan staat er zomaar tussen al die fotootjes dat X of Y de groep heeft „verlaten.” O, dat gruwelijke woord: verlaten. Het roept bij mij alle angsten op die er maar zijn. Omdat ik niet verlaten wil en zéker niet verlaten wil wórden.
Mensen die het weten kunnen, meldden me dat er echter een dag kan komen dat je niet meer anders kunt dan toch de sprong in de verlatenheid te wagen. De rust die je ervoor terugkrijgt, is het waard.
Zeggen ze.