Buitenland

Anti-Israëlmotie van VN verdeelt Nederlandse coalitie

Minister Stef Blok van Buitenlandse Zaken moet tekst en uitleg geven waarom Nederland deze week in de VN voor een anti-Israëlresolutie over Palestijnse vrouwenrechten stemde. Dat eisen onder meer drie van de vier coalitiepartijen.

Redactie politiek
26 July 2019 13:27Gewijzigd op 16 November 2020 16:36
Minister Stef Blok tijdens een bijeenkomst over religieuze vrijheid in Washington, 19 juli. beeld AFP, Mandel Ngan
Minister Stef Blok tijdens een bijeenkomst over religieuze vrijheid in Washington, 19 juli. beeld AFP, Mandel Ngan

De Kamerleden Pieter Omtzigt (CDA), Chris Stoffer (SGP), Joël Voordewind (ChristenUnie), Sven Koopmans (VVD), Raymond de Roon (PVV) en Thierry Baudet (FVD) stelden donderdag samen een serie kritische vragen aan minister Blok. Opvallend is dat daarmee dus drie van de vier coalitiepartijen de vragen mee ondertekenden; alleen D66 ontbreekt.

Het punt van kritiek van de Kamerleden, die samen een ruime Kamermeerderheid vertegenwoordigen, is vooral de eenzijdigheid. Ze willen van minister Blok weten of tijdens de zitting van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties ook nog andere landen dan Israël zijn veroordeeld voor het schenden van vrouwenrechten.

Verder vragen de politici een overzicht van de resoluties in de VN-Mensenrechtenraad en in de Economische en Sociale Raad die Israël in de afgelopen vijftien jaar veroordelen. De Kamerleden vinden dat Israël onevenredig vaak wordt veroordeeld. Ze willen daarom bijvoorbeeld weten hoe vaak het thema vrouwenrechten in Saudi-Arabië op de agenda is geplaatst en hoe vaak dat land is veroordeeld.

De vragenstellers wijzen minister Blok op een breed aangenomen motie van SGP-Kamerlid Van der Staaij uit 2017. Daarin roept de Kamer de regering op om stelling te nemen tegen lidstaten „die disproportioneel agenderen” tegen lsraël. De Kamerleden willen weten wat de Nederlandse regering met de oproep doet. De SGP-motie roept de regering ook op om onrechtvaardige resoluties af te wijzen. De Kamer vraagt bij welke dat in de achterliggende periode is gebeurd.

De gewraakte VN-resolutie stelt dat de Palestijnse overheid vrouwen en meisjes niet goed kan beschermen door „beperkingen van Palestijnse jurisdictie in de bezette Palestijnse gebieden.” De Israëlische „bezetting” wordt door de resolutie „een groot obstakel” genoemd voor Palestijnse vrouwen en meisjes. Het zou hun „vooruitgang, zelfredzaamheid en integratie in de ontwikkeling van hun samenleving” hinderen.

De motie werd aangenomen met veertig stemmen voor, twee stemmen tegen en negen onthoudingen. Drie landen waren afwezig. De twee tegenstemmen kwamen van Canada en de VS; onder meer Duitsland en het Verenigd Koninkrijk onthielden zich van stemming. Onder de landen die voorstemden waren Iran, Saudi-Arabië, Jemen en Pakistan- alle landen die bepaald niet te boek staan om hun steun voor vrouwenrechten.

Kritiek

Critici hekelen het aantal resoluties dat de diverse VN-organen aannemen tegen Israël. Ook landen als Iran, Noord-Korea en Syrië krijgen met resoluties te maken, maar veel minder dan Israël. In 2018 waren 21 van de 27 resoluties die de Algemene Vergadering aannam tegen Israël gericht en 6 van de 17 resoluties van de VN-Mensenrechtenraad.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer