Binnenland

Achter de schermen bij MeteoGroup in Wageningen

Weerberichten zijn dagelijkse kost in de media: op de radio, bij het journaal en in de krant. Veel mensen checken dagelijks buienradar.nl. Wat maakt ‘het weer’ aantrekkelijk? En hoe komt een prognose eigenlijk tot stand? Achter de schermen bij MeteoGroup.

18 July 2019 20:24Gewijzigd op 16 November 2020 16:33
Jordi Huirne, meteoroloog bij MeteoGroup. beeld Niek Stam
Jordi Huirne, meteoroloog bij MeteoGroup. beeld Niek Stam

„De zon doet volop mee deze dagen, al zijn de temperaturen de komende tijd wel wat aan de lagere kant.” Weervrouw Dorien Bouwman oefent voor het groene scherm in de televisiestudio bij MeteoGroup in Wageningen op haar weerpraatje. Over een paar uur willen de regionale omroepen –onder meer Omroep Zeeland en Omroep Gelderland– het filmpje graag hebben voor hun website.

Bouwman heeft precies anderhalve minuut om haar verhaal te doen. Gelukkig is het niet live. Een foutje maken mag; de take kan over.

Het weerfilmpje is een van de diensten die het weerinstituut levert, vertelt Bouwmans collega Jordi Huirne (25), die vandaag de rondleiding verzorgt. „We maken ook weerberichten voor een stuk of twintig radiozenders, geven de weersverwachting door voor de scheepvaart, en bewaken het weer voor grote klanten, bijvoorbeeld havenbedrijven in Rotterdam.”

Huirne werkt nu een jaar als meteoroloog bij MeteoGroup, dat wereldwijd een kleine vierhonderd werknemers telt op vestigingen in Wageningen, Berlijn, Madrid en Oakville (Canada). Hij heeft een grote passie voor het weer. „Ik ben opgegroeid op een boerderij in de Achterhoek. Daar zag ik buien altijd goed aankomen. Als jochie luisterde ik naar weerpraatjes op de radio. Ik had een eigen weerkastje waarmee ik het weer in de gaten hield.”

Satellietbeelden

De jonge weerfanaat besluit van zijn hobby zijn beroep te maken en volgt in Utrecht de studie natuurkunde met als specialisatie meteorologie. Bij MeteoGroup werkt hij op de media-afdeling: hij levert weerberichten voor tv-zenders, radio en kranten.

In de weerkamer van het forse pand in Wageningen flikkeren op een dertigtal schermen weerkaarten van Nederland, satellietbeelden en temperatuuroverzichten. Hier houden Huirne en zijn collega’s de hele dag door het weer in de gaten. En passen indien nodig hun weerberichten aan.

Op de media-afdeling zijn verspreid over de dag radio- en tv-diensten. Bij radiodienst is het oppassen geblazen, vertelt Huirne. Hij laat de studio zien waar de dienstdoende meteoroloog zit. „We moeten dagelijks ongeveer dertig radiopraatjes leveren voor zeven radiozenders. In veel gevallen is het live. Met een checklist houden we bij wanneer we klaar moeten zitten om ons verhaal te doen.”

De presentator van een radioprogramma belt in op het kantoor van MeteoGroup, waar de meteoroloog klaarzit met een uitgeschreven weerbericht voor de neus. Vandaag is dat Britta van Gendt. „Vaak willen radioprogramma’s ’s ochtends vroeg een weerpraatje en rond het eten”, vertelt Van Gendt. „Tussendoor lezen presentatoren het verhaal dat wij aanleveren zelf op.” Soms gaat het mis en vergeet de medewerker op tijd klaar te zitten voor een live weerpraatje. „Het radioprogramma belt dan vaak zelf op.”

Hoewel in de ochtend vaak al vast te stellen is hoe het weer de rest van de dag zal worden, proberen de dienstdoende meteorologen toch steeds een detail toe te voegen aan hun weerbericht. Een buitje dat eerder nog niet in zicht was, een hogere temperatuur dan verwacht.

Huirne toont zijn werkplek, waar hij op drie schermen het weer in Nederland in de gaten houdt. Aan het begin van de dag checkt hij hier de zogenaamde weermodellen: systemen die de weersverwachting voor een aantal dagen kunnen voorspellen. MeteoGroup heeft meerdere modellen tot zijn beschikking. Op Huirnes scherm verschijnt een wirwar aan gekleurde, grillige lijnen die onder meer temperatuur, windkracht en windrichting laten zien. Hoe verder in de toekomst, hoe meer de lijnen uiteenlopen.

MOS

Het speciale programma MOS (Model Output and Statistics) berekent voor MeteoGroup welke weersvoorspelling het meest aannemelijk is – welke lijn gevolgd moet worden. „Dat doet MOS op basis van ervaringen uit het verleden”, aldus Huirne. „Is het bijvoorbeeld vrij zonnig maar komt de wind uit het westen, dan voorspelt MOS lagere temperaturen. De zeewind maakt het in Nederland doorgaans kouder.”

MOS is niet het einde van alle tegenspraak. „Meteorologen denken zelf ook na”, lacht Huirne. „Soms wijken we af van MOS. De temperaturen aan het strand zijn bijvoorbeeld vaak lager door de zeewind, maar niet bij oostenwind. Dan gaan we niet mee in wat MOS voorspelt.”

Op een kaart op zijn computerscherm kan Huirne precies zien wat de actuele weersituatie in Nederland is. Hij kan kiezen uit verschillende variabelen: temperatuur, neerslag, zonkracht, windrichting. „De informatie komt binnen via weerstations van het KNMI, die overal in het land staan.” Huirne foetert. Op zijn scherm is de functie om de windrichting te zien, met kleine pijltjes, net kapotgegaan. Hij toont haar noodgedwongen op het computerscherm van een collega.

Vertaalslag

Aan het begin van de dag kiezen Huirne en zijn collega’s van de weerbewaking de prognose die ze het meest aannemelijk vinden, onder meer op basis van MOS. Daarbij moeten ze het eens worden, legt Huirne uit. „Het kan niet dat wij in de media een bericht verspreiden over een zonnige dag met weinig wind, terwijl een collega van de weerbewaking aan een havenbedrijf meldt dat het flink kan waaien.”

Op basis van de uitgezette lijn maken de collega’s de weerberichten voor de media. Ze zetten diverse kaarten klaar, zoeken satellietbeelden op en vullen de meerdaagse voorspelling in.

„We maken in onze weerpraatjes een grote vertaalslag”, aldus Huirne. „De meeste informatie van onze schermen kunnen we niet kwijt aan de kijker, lezer of luisteraar. Het is de kunst om er een duidelijk verhaal van te maken dat iedereen begrijpt.”

De presentators proberen ook altijd een lezersfoto mee te nemen. Mensen sturen die massaal in. Niet iedereen let goed op wat er precies op de foto te zien is: deze dag is er een foto bij met een prachtige wolkenlucht, met op de voorgrond een hond die net aan het poepen is.

Collega Freek Kortekaas is een van de weerbewakers. Op het bureau voor hem ligt een lijst met misschien wel honderd bedrijven en organisaties: zijn klanten. „Ik houd in de gaten of het weer voor hen goed is. Gaat het bijvoorbeeld hard waaien, dan waarschuw ik een havenbedrijf. De harde wind heeft consequenties voor hoe hoog ze hun containers op de kade kunnen stapelen.”

Niet alleen miljoenenbedrijven willen gewaarschuwd worden voor onverwachts weer. Kortekaas heeft ook een postduivenorganisatie onder zijn klanten. En een golfclub. Ook festivalorganisatoren doen nogal eens een beroep op de meteorologen van MeteoGroup. In een enkel geval adviseren de weerbewakers een festijn af te gelasten vanwege slecht weer. „Dan zijn mensen soms bozig aan de telefoon”, vertelt Kortekaas.

Het weer bewaken: dat is eindeloos checken, nog eens checken en weer opnieuw checken. Voor elke klant gelden weer andere limieten: bij een bouwbedrijf is wind cruciaal, bij een festival spelen regen en onweer ook mee. Vergeet een weerbewaker op tijd een belletje te doen naar de klant, dan gaat er een alarm af op het kantoor. „De bellen rinkelen dan letterlijk.”

In de winter zijn de weerbewakers nog een tandje drukker: dan houden ze ook in de gaten op welke plekken in het land gestrooid moet worden vanwege gladheid. „Dan hebben we honderden klanten”, volgens Kortekaas.

Extremen

Hoewel Huirne geniet van het werk dat hij kan doen bij MeteoGroup, vindt hij het weer in Nederland meestal niet zo spannend. „Ik houd van extremen, en die zie je hier niet zo vaak. De zeewind verpest alles, zeker in West-Nederland. Daar zou ik nooit willen wonen.”

Wat zijn ideale klimaat is? „Centraal-Oost-Europa vind ik erg interessant. Daar heb je veel extremen. Overdag kan het er heel heet zijn, en ’s nachts vriest het dan ook weer stevig.”

Dorien Bouwman, die vandaag de tv-dienst voor haar rekening neemt, schuift aan het bureau naast Huirne. Het weerpraatje voor deze dag zit erop.

„Presentator legt me soms woorden in de mond”

Met mooi weer bedoelen mensen vaak zonnig weer. Maar lang niet altijd is droog en zonnig weer automatisch het beste voor het land. Waarom worden deze termen dan toch gebruikt, ook door professionals? Vijf vragen aan Jordi Huirne, meteoroloog bij MeteoGroup.

Waar komt dat hardnekkige idee dat mooi weer zonnig en droog is vandaan?

„Ik denk dat het ermee te maken heeft dat mensen tegenwoordig veel binnen zijn. De meesten werken de hele week op een kantoor, dus willen ze als ze naar buiten komen graag de zon zien. Als het de hele week zonnig is en in het weekend regent, zullen deze mensen vermoedelijk toch klagen. Dat terwijl het gemiddeld over een jaar genomen maar 5 procent van de tijd regent.”

Van een professional mag je toch verwachten dat hij een realistischer kijk op de weersverwachting heeft?

„Absoluut. Mijn collega’s en ik proberen regen ook altijd te nuanceren. Wordt het zonnig en droog, dan zeggen we dat het prima weer wordt voor zomerliefhebbers. Komt er een buitje, dan zeggen we dat het voor de boeren goed weer wordt. Zelf probeer ik altijd te vermijden om regenachtig weer slecht te noemen.

Soms is dat wel lastig, zeker als je live te horen bent in een radioprogramma. De presentator kan een sturende vraag stellen, bijvoorbeeld: Blijft het zulk lekker weer? Dan worden die woorden je in de mond gelegd.”

Het weer krijgt dagelijks een cijfer, van 1 tot en met 10. Waarop is dat gebaseerd?

„We gaan uit van een 10 en trekken daar allerlei omstandigheden vanaf, zoals wind, neerslag, mist en bewolking. Temperatuur doet niet mee, dat is te subjectief. Het weercijfer is vooral voor dagjesmensen bedoeld. Zodat zij weten welke activiteiten ze kunnen ondernemen.”

MeteoGroup verzorgt weerberichten voor lokale omroepen. Passen jullie de verwachting aan naar de streek?

„We letten daar wel op. Veel boeren vinden bijvoorbeeld dat de weersverwachting te veel op toeristen gericht is. Dan voegen we iets toe waar de boeren ook iets aan hebben. Voor Omroep Zeeland geven we altijd de golfhoogte door. Dat is voor Zeeland als waterprovincie relevant.”

In mei voorspelde Weeronline.nl dat juni droog en warm zou worden. Hoe realistisch is een dergelijke langetermijnverwachting?

„Op basis van de pluim (een grafiek die voor temperatuur, wind, neerslag en sneeuw de verwachting toont, MR) kun je een trend schetsen. De betrouwbaarheid van de voorspelling is afhankelijk van de bandbreedte van de pluim. Hoe groter de bandbreedte is, des te minder betrouwbaar is de prognose.

De techniek voor dergelijke langetermijnvoorspellingen wordt steeds beter. Tien jaar geleden waren de voorspellingen veel minder nauwkeurig. Maar 30-daagse voorspellingen blijven grillig. Juni was wel heet, maar juist heel nat. Het is makkelijker uitspraken te doen over de zomer of winter in zijn geheel dan over één maand.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer