Op jonge leeftijd kiezen lastig
De meeste dertigers hebben niet het beroep waar ze als brugklasser van droomden. Drie jonge mensen over hun beroepskeuze.
Wilfred Verhoeff (31), Veenendaal
„Toen ik twaalf was, wist ik heel stellig: ik zou vrachtwagenchauffeur worden. De vrijheid en het avontuur trokken me. In het tweede jaar van het vmbo moest ik een richting kiezen. Ik koos voor de richting groen omdat de agrarische sector me ook wel wat leek. Een eigen bedrijf runnen, de organisatie, met dieren werken.
Uiteindelijk heb ik na een opleiding personeel en arbeid aan de Christelijke Hogeschool Ede gewerkt als planner in de agrarische dienstverlening. De werksfeer sprak me daar niet aan; er was weinig waardering en weinig ruimte voor groei.
Nu werk ik als roostermaker op het Ichthus College in Veenendaal. Dat doe ik al twee jaar met veel plezier. Ik ervaar het als Gods leiding dat ik op het Ichthus College terecht ben gekomen. Mensen om me heen hadden ook al vaker gezegd dat ik het onderwijs in moest gaan.
Mijn droom om boer of vrachtwagenchauffeur te worden, is verdwenen. Als je jong bent, kun je lastig inschatten wat je wilt. Van de jongeren die op het vmbo het profiel groen kiezen, doet 70 procent een andere vervolgopleiding. Kiezen op zo’n jonge leeftijd is gewoon lastig.”
Natasja Vermoten (33), Velsen-Noord
„Schrijfster worden, dat was mijn droom. Als dertienjarige kwam ik erachter dat schrijven een van de weinige dingen was die me geen moeite kostten. Als ik samen met mijn huisgenootje een rijmpje schreef, had ik binnen twee minuten iets op papier gezet. Terwijl zij het heel lastig vond.
Door te schrijven, kom ik tot mezelf. Ik was een druk kind; in mijn hoofd is het vaak een totale chaos. Op school kon ik niet stilzitten, niet goed leren. Juist daar werd ik in mijn schrijven bevestigd. Ik won ook diverse prijzen met mijn schrijfwerk.
Toen ik ouder werd, besefte ik dat er met schrijven alleen geen brood te verdienen is. Daarom werk ik inmiddels ook bij het Leger des Heils. Ik heb zelf hulpverlening nodig gehad in periodes dat het minder goed met me ging. Nu kan ik voor een ander iets betekenen.
Inspiratie die ik opdoe bij het Leger des Heils gebruik ik in mijn boeken. Ik voel ik me gedreven om een boodschap van geloof en hoop over te brengen.
Als tiener had ik nooit gedacht dat ik in de hulpverlening ging werken. Toch is het voor mij de ideale combinatie: schrijven en hulpverlener zijn.”
Cees Kramer (28), Tollebeek
::
„Mijn absolute beroepsdroom was militair worden. Dat wilde ik al toen ik nog jonger was dan twaalf. Ik was gefascineerd door het leger, ging alle open dagen af. Sommige familieleden zitten ook bij defensie; aan hen nam ik een voorbeeld.
Ik ben uiteindelijk geen militair geworden. Op de middelbare school had ik een nare tijd; ik gooide daardoor met de pet naar mijn schoolwerk. Na die tijd heb ik wel gesolliciteerd bij defensie en ook een keuring gehad, maar door de banenstop kon ik er niet gaan werken.
Achteraf ben ik hier blij mee. Het beeld dat ik als dertienjarige van het leger had, blijkt niet realistisch te zijn. Van vrienden die wel bij defensie zitten, hoor ik dat het werk veel minder uitdaagt dan ik dacht. In de tweede klas is het lastig in te schatten wat een beroep inhoudt. Een kind moet te jong belangrijke keuzes maken.
Als ik in het leger zou zitten, had ik gedaan wat ik nu doe: een opleiding om te werken met kinderen die het thuis moeilijk hebben. Binnenkort start ik met het doen van vrijwilligerswerk bij een jongerencentrum. Ondertussen werk ik bij Shell. Achter de kassa bij de pomp.”