Dertiger vaak niet werkzaam in beroep dat hij als brugklasser wilde
Van de huidige dertigers heeft één op de vijf het beroep dat hij als twaalfjarige wilde. Dat meldt het CBS vrijdag op basis van zijn brugklascohort-onderzoek.
Het CBS vroeg in 2000 een groep van 20.000 brugklassers wat zij later wilden worden. Ruim de helft van de leerlingen wist dat. Meisjes kozen vooral voor kapper, dierverzorgende of leerkracht in het basisonderwijs; jongens voor piloot, it’er of politieagent.
In 2017 blijkt 83 procent van de brugklassers uit 2000 te werken; 17 procent ontvangt een uitkering, heeft geen inkomen of een onbekende inkomstenbron. Van de werkenden die als brugklasser wisten wat ze wilden worden, is 18 procent werkzaam in een bedrijfstak die aansluit bij hun droomberoep. Dat geldt vaker voor meisjes (19,9 procent) dan voor jongens (16,2 procent).
Van de brugklassers die kapper wilden worden, het meest genoemde beroep door meisjes uit de brugklas, was in 2017 16 procent werkzaam in de haarverzorging of een aanverwante sector. Bijna vier op de tien meisjes die als brugklassers die met kinderen wilden werken, zijn terechtgekomen in het onderwijs of de zorg met kinderen.
Van de jongens die als brugklasser piloot wilden worden, werkt in 2017 bijna 7 project in de burgerluchtvaart of een gerelateerde bedrijfstak. Bijna 48 procent van de jongens die wilde werken bij een timmer- of bouwbedrijf, is daar in 2017 werkzaam.
Brugklasleerlingen die juf of meester wilden worden, zijn relatief vaak in het onderwijs terechtgekomen: 35 procent van die leerlingen werkte in 2017 in basisonderwijs of middelbaar onderwijs.